Financiële catastrofe Suriname enorm
De onlangs aangetreden regering in Suriname onder aanvoering van president Chan Santokhi heeft een veel grotere financiële puinhoop aangetroffen dan was verwacht.
Niet alleen kampt het land met een schuld van bijna drie miljard euro, daarnaast wordt men geconfronteerd met geplunderde ministeries en geheime afspraken die de vorige regering van Desi Bouterse heeft gemaakt. Santokhi spreekt van een „financiële catastrofe.”
Al op de dag van zijn aantreden werd Santokhi geconfronteerd met afspraken die Bouterse enkele weken eerder had gemaakt met de grootste ambtenarenvakbond in het land: alle 50.000 ambtenaren krijgen per 1 oktober een salarisverhoging van 50 procent.
Bouterse maakte die afspraken met de voorzitter van de bond, Ronald Hooghart, een partijgenoot die lid van het parlement was. De rest van het bondsbestuur wist van niets en de ambtenaren werden niet geïnformeerd. Bovendien, het failliete land kan dat extra geld niet ophoesten. Santokhi heeft al laten weten binnenkort opnieuw met de bond rond de tafel te gaan zitten om nieuwe afspraken te maken. Zonder Hooghart, want die wordt inmiddels zwaar onder vuur genomen door de bondsleden en moet waarschijnlijk het veld ruimen.
Onbehoorlijk
Dit is slechts één voorbeeld van de vele lastige zaken waarmee Bouterse zijn opvolger heeft opgezadeld en die Santokhi tot wanhoop hebben gedreven. „Het getuigt van onbehoorlijk, onethisch en onverantwoord bestuur. Het is grofweg sabotage van de hoogste orde”, zo zei hij eerder deze week. Nadat de nieuwe regering was geïnstalleerd, bleken ook complete inboedels van ministeries te zijn verdwenen. „Ik heb zelfs geen papier om te printen. Maar ook al zou ik dat wel hebben, ik heb geen printer meer”, zo schetste een nieuwe minister de situatie die hij aantrof. Justitie is nu bezig na te gaan waar alles is gebleven.
De partij van Bouterse, de NDP, wast ondertussen haar handen in onschuld en probeert op alle mogelijke manieren de schuld bij anderen te leggen. Zo wordt gesteld dat de crisis pas in 2016 begon, aan het begin van de tweede presidentstermijn van Bouterse. Maar in werkelijkheid werd de basis daarvoor al tijdens de eerste regering-Bouterse (2010-2015) gelegd.
Ook toen was er sprake van een verkwistend beleid. Maar omdat men toen nog kon beschikken over de vele honderden miljoenen die de vorige regering had nagelaten, hoefde men nog niet op grote schaal te lenen. In die periode heeft men het geld over de balk gesmeten. Het is onduidelijk waar het allemaal aan is besteed.
De nieuwe regering wil daar duidelijkheid over. Daarom wordt een speciale commissie ingesteld die alle misstanden uit het verleden moet blootleggen. De NDP vreest dat er een heksenjacht zal ontstaan en dat dit in strijd is met de afspraken die een soepele machtsoverdracht mogelijk maakte. De partij ziet zich nu geconfronteerd met een leegloop, waarbij vooral vooraanstaande partijgenoten het zinkende schip verlaten. Het is de vraag of de NDP deze leegloop te boven komt.
Santokhi verwacht dat het nog even zal duren voor alle lijken uit de kast zijn gehaald en de totale omvang van alle schulden bekend is. Inmiddels zijn de belastingen voor mensen met een hoger inkomen verhoogd en waarschijnlijk worden op termijn de subsidies op elektriciteit, water en gas afgeschaft. Ook zullen de accijnzen op benzine fors worden verhoogd. „We zullen even door de zure appel van de vorige regering moeten heen bijten. Maar samen kunnen we ervoor zorgen dat iedere Surinamer in welvaart kan leven”, zo verzekert Santokhi.