OESO: Werkloosheid sinds jaarwisseling verdubbeld
De werkloosheid in de landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is in juni verdubbeld ten opzichte van eind vorig jaar. Met die berekening komt het samenwerkingsverband van voornamelijk rijke landen in een nieuw rapport over de arbeidsmarkt. Volledig herstel van de klap van de coronacrisis verwacht de OESO pas na 2021.
Eind juni was de werkloosheid in de 37 OESO-landen naar schatting 11,4 procent, terwijl het aan het einde van vorig jaar nog om een gemiddeld werkloosheidspercentage van 5,2 procent ging. Als de coronapandemie beperkt blijft tot één wereldwijde virusuitbraak, raamt de OESO de werkloosheid eind dit jaar op 9,4 procent. Dat is meer dan op het hoogtepunt van de financiële crisis in 2008. Komt er een tweede mondiale golf, dan kan de werkloosheid oplopen tot 12 procent.
De klap op de arbeidsmarkt blijft volgens de OESO nog voelbaar in 2021 met een werkloosheidscijfer van 7,7 procent. Dat kan 8,9 procent worden in het geval dat overheden wereldwijd opnieuw overgaan tot lockdowns vanwege een opleving van het virus.
De pandemie zorgde in het eerste halfjaar voor de gedwongen sluiting van veel onderdelen van de economie. Fabrieken werden stilgelegd en restaurants en cafés bleven gesloten. Door de oproep om zoveel mogelijk thuis te werken, kregen dienstverleners als cateraars en schoonmakers bovendien met sterk gedaalde inkomsten te maken.
Volgens de OESO is de pijn op de arbeidsmarkt niet gelijk verdeeld. Vrouwen hebben vaker banen die op de tocht staan door de crisis. Ook zijn werknemers met lagere inkomens eerder de dupe, omdat hun werk in tegenstelling tot kantoorbanen niet gemakkelijk op afstand kan worden gedaan.
Veel landen, waaronder Nederland, kwamen met noodsteun in de vorm van loonkostencompensatie om al te groot baanverlies te voorkomen. De OESO roept aangesloten landen nu op om ook gerichtere hulp voor zelfstandigen op te zetten, zodat zij niet buiten de boot vallen. Daarnaast zou de termijn voor werkloosheidsuitkeringen in bepaalde landen verlengd moeten worden, omdat het vinden van een nieuwe baan lastig blijft.