Binnenland
Refo drie keer per jaar op vakantie: is dat materialistisch?

Middelburg werd Malta. Elspeet werd Engeland. Garderen werd Griekenland. De afgelopen decennia verruilden Nederlanders binnenlandse vakanties steeds vaker voor buitenlandse trips. Ook in reformatorische kring. Is het materialistisch om drie keer per jaar je vertier te zoeken buiten de landsgrenzen?

3 July 2020 14:27Gewijzigd op 16 November 2020 19:46
Nederlanders gaan steeds vaker op vakantie en geven daar ook meer geld aan uit, zo blijkt uit cijfers van het CBS. De vraag is of dat als materialistisch moet worden gezien. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
Nederlanders gaan steeds vaker op vakantie en geven daar ook meer geld aan uit, zo blijkt uit cijfers van het CBS. De vraag is of dat als materialistisch moet worden gezien. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Een weekje naar Speuld of naar de Betuwe, dagjes uit naar Zeeland of naar een dierenpark. Brand van Rijn (60) uit Elim (gemeente Hoogeveen), vader van twaalf kinderen, vierde vroeger vakantie in eigen land. „Nederland is mooi genoeg en weggaan met een groot gezin is sowieso al een hele organisatie.”

Een enkele keer trok Van Rijn, die een trappenfabriek runt, over de landsgrenzen. „Ooit moest ik in Zuid-Frankrijk een tuinhuis in elkaar zetten. Drie zoons en een dochter hielpen mee. Zo hadden we een werkvakantie.” Op één dochter na zijn alle kinderen het huis uit.

Bij zijn kinderen ziet Van Rijn een heel ander reispatroon. Ze gaan op vakantie naar bijvoorbeeld Frankrijk. „Een van mijn zoons is gek van Zweden en Noorwegen. Hij probeerde me over te halen met hem mee te gaan. Maar ik kom tijd te kort.”

Vliegtuig

Het reisgedrag in reformatorische kring is afgelopen decennia „erg veranderd”, zegt directeur Jan van den Bosch van de christelijke reisorganisatie Beter-uit. „Reizen is gewoon geworden. Refojongeren stappen even makkelijk op het vliegtuig als op de trein. Nam je veertig jaar geleden het vliegtuig, dan stelde je heel de familie daarvan op de hoogte. De opwinding over een buitenlandse trip vind je nauwelijks meer.”

Verre bestemmingen liggen binnen handbereik, zegt Van den Bosch, sinds zo’n veertig jaar actief in de christelijke reisbranche. „Peru, China, Jordanië, niemand kijkt er van op. Mensen hebben ook het geld om verre reizen te maken. Ze willen nieuwe ontdekkingen doen, dat vind ik mooi.”

Toch betekent dat niet dat refo’s op iedere willekeurige plek neerstrijken, tekent hij aan. „Voor gezinnen zijn berglanden als Oostenrijk en Zwitserland nog altijd populair. Die landen staan niet bekend om hun plaatsen der ijdelheid. Je zult er niet gauw stranden met allerlei toeters en bellen vinden. Verder kiezen reformatorischen ook vaak voor een christelijk park. Zo’n veilige paraplu vinden ze aantrekkelijk.”

In hun tijdsbesteding onderscheiden christenen zich van anderen, stelt Van den Bosch. „Voor reformatorische christenen blijft de zondag ook in het buitenland een rustdag. Ze redeneren niet: Ik parkeer mijn geloof even in Nederland.”

Feestbeest

Vanaf kansels wordt wel gezegd dat het materialistisch is om drie keer per jaar op vakantie te gaan. Van den Bosch: „Materialistisch vind ik een vergezochte term. De reformatorische kring heeft meer geld te besteden dan vroeger. Overigens kan een gemiddeld refogezin zich niet permitteren om drie keer per jaar op vakantie te gaan. Het is een kleine bovenlaag die dat doet. Zeker van mensen met een stressberoep, zoals advocaten, begrijp ik dat ze er drie keer per jaar tussenuit willen. Ik heb er wel moeite mee als mensen met een ticket van 19 euro in een volgestampt vliegtuig stappen om naar een feestbeestbestemming te vliegen.”

Ook Ies Goedbloed (64), mede-eigenaar van de christelijke reisorganisatie Avanta, ziet dat refojongeren veel vaker dan veertig jaar geleden naar verre oorden trekken. „Oostenrijk in de winter, op een ander moment naar Colombia en Nicaragua.”

Zo’n dertig jaar geleden kreeg Goedbloed bezorgde ouders aan de lijn als hij met jongeren op pad ging naar bijvoorbeeld Mexico. „Ouderen vonden dat maar gevaarlijk. Nu bellen ze alleen nog als we naar Irak gaan.”

Ziet Goedbloed gevaar van materialisme? „Is het materialistisch als je van je geld een dure auto of groot huis koopt? Een ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. Ik merk dat de druk in de Nederlandse maatschappij hoog is. Ook in een land als Zweden is veel meer relaxtheid. Dus ik begrijp dat mensen er drie keer per jaar tussenuit willen. Ook al omdat ze nieuwe landen willen ontdekken. Onze jongerenreizen zijn niet bepaald luxe. Wij trekken er op uit met een busje en gaan wildkamperen. Is dat niet mogelijk, dan zoeken we de goedkoopste hotelletjes.”

In het buitenland kun je van de ene in de andere verbazing vallen, merkte Brand van Rijn vorig jaar. Hij reisde per auto met zijn vrouw naar Bulgarije, waar zijn zoon in het huwelijk trad met een Bulgaarse vrouw. ,,We hebben er een soort vakantie gemaakt. We gingen bewust niet met het vliegtuig, dan zie je niets van de landen. Het was best een mooie trip. Maar we zijn ook wel geschrokken van het platteland in Bulgarije. Daar leven ze zoals wij in de jaren vijftig van de vorige eeuw leefden. Vader, moeder en baby gaan met paard en wagen naar de winkel.”

Vaker naar buitenland

Nederlanders gingen afgelopen decennia steeds vaker op vakantie naar het buitenland. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek vrijdag publiceerde.

In 1969 reisden Nederlanders 3 miljoen keer naar het buitenland en vierden ze 4,1 miljoen keer vakantie in eigen land. Een halve eeuw later is het beeld heel anders. In 2016 boekten Nederlanders 14,3 miljoen trips over de grens en gingen ze 8,1 miljoen keer op vakantie in eigen land.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer