Elke keer als ik de grens naar Slovenië oversteek, bekruipt mij een behagelijk gevoel. Ik vraag me af waarom dat zo is. Misschien is het de overvloed aan natuur met de bijbehorende zuivere lucht. En de uitgestrekte bossen waar je nog kunt verdwalen. De alpenweiden die ingekleurd lijken met viltstift. En daar bovenuit de machtige pieken van de Alpen.
Het is zo’n fijn klein land. Alles ligt dicht bij elkaar. Je zou ’s ochtends een wandeling kunnen maken in de Alpen en ’s avonds in een hangmat aan de Adriatische kust de zon in de Middellandse zee kunnen zien zakken. Het land is maar half de oppervlakte van Nederland en telt minder dan 2 miljoen inwoners.
Ik heb het idee dat die Slovenen erg vriendelijk en gemoedelijk zijn. Je kunt gemakkelijk een praatje beginnen met mensen langs de weg. Met deze kanttekening: dat spreken in woorden niet altijd gemakkelijk is, want Sloveens is een moeilijke taal.
Met behulp van handen en voeten kwam ik te weten dat de boer en boerin op de grote foto op dit stukje aardzwarte grond aardappels gingen verbouwen.
Ik hoopte dat ze grote kluiten aardappels zouden rooien dat jaar.
Over de fotograaf
Fotograaf Jacob Kaptein (24) reist regelmatig naar verre oorden. Een van zijn favoriete landen is Slovenië: een klein land dat een onvergetelijke indruk achterlaat bij wie er eenmaal is geweest.