Nieuwe leider CDA krijgt het hoe dan ook zwaar voor zijn kiezen
Het bestuur van het CDA draagt op 26 juni zijn voorkeurskandidaat voor het lijsttrekkerschap voor. Daarna mogen de leden stemmen. Onduidelijk is nog of er een lijsttrekkersverkiezing komt. Vier vragen.
Hoe verrassend is deze ontwikkeling?
Niet heel erg opzienbarend. Bekend is dat het CDA-bestuur zich al maanden aan het bezinnen is over de vraag hoe het de opvolging van oud-partijleider Buma in goede banen wil leiden. Op enig moment moeten de leden zich daar immers over uit kunnen spreken. Verder is het de verwachting dat in september, na het zomerreces, de verkiezingscampagne losbarst. De man of vrouw op wie de campagneboodschap en alle overige campagne-uitingen moeten zijn afgestemd moet voor die tijd natuurlijk bekend zijn, met het oog op de gewenste voorbereiding. Kortom, de timing is in elk geval niet verbazingwekkend.
Het CDA-bestuur lijkt met deze aankondiging wel het signaal te willen afgeven dat het liever geen lijstrekkersverkiezing wil; anders had het de opvolgingsprocedure uit zichzelf wel in dat jasje gegoten. Nu heeft het gekozen voor een tussenvorm, maar wel een die duidelijk maakt dat de partijtop de leden uiterst serieus neemt. Het wachten is nu vooral op de voordracht.
Maar er komt dus nog wel een ledenstemming?
Dat klopt, om precies te zijn tussen 6 en 9 juli; uiteraard digitaal. Het partijbestuur gaat dus niet voorstellen om zijn voorkeurskandidaat bij acclamatie te benoemen; ook niet als er geen tegenkandidaten zijn. Dat kan getuigen van voorzichtigheid, want zo wordt voorkomen dat leden die liever een andere voorkeurskandidaat hadden gezien zelf zo’n stemming zouden afdwingen. Voor het bestuur zou dat een afgang zijn. Daarnaast is zo’n stemming natuurlijk een mooi pr-moment.
Wie zijn de belangrijkste kandidaten?
Minister van Financiën Wopke Hoekstra en minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge. Daarnaast heeft ook staatssecretaris Mona Keijzer vorig jaar laten doorschemeren dat ze zich mogelijk kandidaat stelt, om zo te laten zien dat het CDA behalve kroonprinsen ook kroonprinsessen heeft.
Toch lijkt de strijd zich vooral toe te spitsen op Hoekstra en De Jonge. Wie van de twee de beste papieren heeft, is op dit moment lastig in te schatten. Tot enkele weken geleden leek Hoekstra onder de CDA-achterban van de twee het meest populair te zijn. Minister De Jonge is de afgelopen weken echter bijzonder zichtbaar geweest als degene die naast premier Rutte het voortouw nam in de strijd tegen het coronavirus. Daarmee heeft hij in elk geval zijn naamsbekendheid flink vergroot.
Hoe groot is de kans dat de voordracht van het bestuur in de partij verdeelde reacties oproept?
Die kans is aanwezig, al is er momenteel geen stroming of smaldeel in het CDA aan te wijzen voor wie één van beide kandidaten onoverkomelijk zou zijn. Zowel De Jonge als Hoekstra nam de afgelopen weken ook de nodige voorzichtigheid in acht. Zo weigerden ze bijvoorbeeld allebei om zich uit te laten over het besluit van de CDA-fractie in Noord-Brabant om een coalitie aan het gaan met Forum voor Democratie. Binnen het CDA woedt momenteel wel een stevige richtingenstrijd over de koers. Kort gezegd gaat die over de vraag of de nieuwe lijsttrekker de conservatieve lijn-Buma moet voortzetten of een meer verfrissend en vernieuwend geluid moet laten horen. Die richtingenstrijd kan echter niet met het aanwijzen van een lijsttrekker worden beslecht. Daar komt bij dat nu ook nog niet valt te voorspellen welke thema’s straks de verkiezingscampagne zullen domineren. De economie? Europa? De staatsschuld? Asiel? Of ook: racisme en diversiteit? Kortom, wie het ook wordt; zowel Hoekstra als De Jonge zal zijn handen vol hebben aan het bewaren van de eenheid en aan het uitstippelen van een eenduidige koers. Én de nieuwe leider zal stevig aan de bak moeten. In de meeste peilingen laat het CDA het schamele aantal van 13 zetels zien als er nu verkiezingen zouden zijn. Dat zou neer komen op een verlies van zes.