Gammele en overvolle bootjes die de Middellandse Zee oversteken; stranden die oranje kleuren van de reddingsvesten. De afgelopen vijf jaar vluchtten zeker 4 miljoen mensen naar de EU. Hoe gaat de Unie daarmee om?
De schokkende beelden van de aangespoelde Syrische peuter gingen in 2015 de wereld over. De 3-jarige Aylan Kurdi verdronk tijdens een poging om samen met zijn ouders vanuit Turkije over te steken naar Griekenland. Tienduizenden mensen voor en na de dood van Aylan namen dezelfde route over zee. De EU ziet 2015 als het jaar van de migratiecrisis. Deze zomer is het vijf jaar geleden dat deze zogenoemde crisis begon.
Kijkend naar hoe de EU in die jaren omging –en nog steeds omgaat– met migratie, valt er een duidelijke beleidslijn waar te nemen. De strategie van de Europese Unie is, vooral vanaf 2016, een van afschrikking, zegt Catherine Woollard, directeur van European Council of Refugees and Exiles (ECRE) in Brussel. Ze staat aan het hoofd van een netwerk van meer dan honderd niet-gouvernementele organisaties die zich inzetten voor de rechten van vluchtelingen, asielzoekers en ontheemden.
De EU heeft zich de afgelopen jaren voornamelijk gericht op het voorkomen van de komst van asielzoekers, gaat Woollard verder. Het idee dat volgens haar in heel Europa heerste, was dat mensen kwamen omdat de EU zo aantrekkelijk leek. „Als dat beeld zou veranderen, door een vijandige situatie te creëren met een sterke nadruk op deportatie, zou de komst van migranten wel afnemen, was de gedachte.”
Volgens de ECRE-directeur is het probleem hiervan dat dit beleid zich alleen richt op de factoren die mensen naar de EU trekken, maar geen rekening houdt met de factoren die mensen richting het Europese vasteland duwen. „Afschrikking werkt niet als mensen vluchten en een verschrikkelijke situatie achterlaten.”
De deal die Brussel in 2016 sloot met Turkije is volgens Woollard „de belichaming” van de Europese strategie. „Turkije voorkomt dat mensen vertrekken richting de EU en krijgt in ruil daarvoor geld, maar ook andere voordelen op het gebied van handel, veiligheid en politiek. Turkije heeft zo macht over de EU. Iets wat de Turkse president Erdogan uitbuit.” Toch wordt de EU-Turkijedeal over het algemeen door politieke leiders als een succes gezien, zegt de directeur. „Het heeft voorkomen dat migranten de EU binnenkwamen.”
Pleister
Ook Andrew Geddes, hoogleraar migratie studies en directeur van onderzoeksinstituut Migration Policy Centre in Florence, is van mening dat de overeenkomst met Turkije in zekere zin als succesvol kan worden gezien. Maar alleen als je kijkt naar de effectiviteit van het tegenhouden van migranten. In bredere zin was het akkoord alleen „een pleister over een zeer diepe wond.” Er wordt bijvoorbeeld niet omgegaan met de onderliggende oorzaken van migratie of de ellende die migranten doormaken, zegt Geddes.
Philippe de Bruycker, hoogleraar migratierecht aan de Université libre de Bruxelles, kaart de EU-Turkijedeal ook aan als een succes. „De EU heeft het probleem van migratie uitbesteed. Het werk wordt voor ze gedaan in Turkije en Libië. Die houden mensen tegen, met effect: de migrantenstromen zijn flink verminderd.” Toch heeft dat ook een prijskaartje voor de EU. „Je kunt je afvragen of Turkije een veilig land is om migranten naar terug te sturen. Over Libië is geen discussie nodig: de situatie daar is verschrikkelijk. Dat is een morele nederlaag voor de EU.”
Het afschrikken en voorkomen dat mensen naar de EU afreizen, is maar één kant van het verhaal. Hoe zit het met het EU-beleid op het moment dat mensen wél het Europese vasteland bereiken? Wat de EU extern goed is gelukt rond het uitbesteden van het probleem, lukt intern niet, zegt De Bruycker. „Binnen de EU is het mislukt om de verantwoordelijkheden te delen.” De Bruyker doelt hiermee op pogingen op EU-niveau om de druk op landen die veel asielzoekers ontvingen in 2015 vanwege geografische ligging, zoals Griekenland en Italië, te verlichten. Andere EU-landen werden verplicht om een deel van de asielzoekers op te nemen. Die plannen mislukten nadat Polen, Hongarije en Tsjechië weigerden deel te nemen aan het systeem van herplaatsing.
Ambitieus
De hoogleraar vindt het belangrijk om vast te stellen wie verantwoordelijk is voor het interne falen. „We moeten stoppen met de Europese Unie de schuld te geven, want het zijn de lidstaten. De lidstaten zijn verdeeld en kunnen geen akkoord bereiken.” Volgens hoogleraar Geddes valt een allesomvattend EU-beleid rond migratie en asiel ontzettend moeilijk te realiseren, omdat de 27 lidstaten er heel verschillend in staan. De hoogleraar noemt de voorstellen van de Europese Commissie „behoorlijk ambitieus”, maar die maken volgens hem weinig kans vanwege de weerstand vanuit de lidstaten. „De Europese Commissie moet manoeuvreren tussen de lidstaten; de Commissie heeft een moeilijke positie.”
De Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, komt binnenkort met een nieuwe asiel- en migratiebeleid. De Bruycker denkt dat deze plannen een opening kunnen vormen voor de huidige impasse. „Eerder koos de EU voor een doodlopende weg. Het verplicht opnemen van asielzoekers is in theorie een goed idee, maar in praktijk niet omdat het heel moeilijk in te voeren is. Je kunt je wel voorstellen hoe het gaat aflopen wanneer een migrant naar een ander EU-land wordt herplaatst, waar hij of zij niet naartoe wil. Als dat land daarbovenop niet de migrant wil verwelkomen, komt dat de situatie niet ten goede.”
De hoogleraar verwacht dat het nieuwe migratiebeleid meer „flexibele solidariteit” bevat. „Niet alleen fysieke solidariteit, maar zeker ook financiële solidariteit. Waarschijnlijk zijn de Europese lidstaten in staat om zelf te bepalen welke vorm van solidariteit ze in praktijk willen gaan toepassen.” Toch zal ook een flexibeler beleid niet alle problemen oplossen, meent De Bruycker. „Eén probleem blijft bestaan: wat moet er gebeuren met de mensen die in Europa aankomen? De fysieke migrant zal blijven.”
Kijkend naar de toekomst, is het volgens hem belangrijk dat de EU leert te accepteren dat het continent migratie nodig heeft. „Het is een fictie dat de EU alleen hooggeschoolde migranten nodig heeft. Veel Europeanen willen het vieze werk niet doen. Daar komt bij dat de bevolking vergrijst en de bevolkingsgroei afneemt.”
Nieuw asielbeleid
De Europese Commissie werkt al maanden aan een nieuw Europees asiel- en migratiebeleid. Er moet binnen de EU een „nieuwe start” worden gemaakt rond het thema, stelde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bij haar aantreden in december.
De discussies rond migratie en asiel zitten op Europees niveau al jaren muurvast. Eerdere voorstellen van de Commissie over onder meer verplichte herverdeling van asielzoekers liepen uit op grote verdeeldheid tussen EU-lidstaten.
De Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken, Ylva Johansson, zal de nieuwe voorstellen over het asiel- en migratiebeleid binnenkort presenteren. De presentatie van de plannen is echter al meerdere keren uitgesteld. Eerst werden de voorstellen voor Pasen verwacht, toen vlak na Pasen. Nu worden ze vroeg in de zomer verwacht, nog in de maand juni. Een exacte datum kan nog niet worden bekendgemaakt, laat een persvoorlichter van de Commissie weten.
Er is een flink pakket aan eisen van de Commissievoorzitter waar Johansson rekening mee moet houden. Zo moeten de plannen „nieuwe vormen van solidariteit omvatten” zodat „alle lidstaten zinvolle bijdragen leveren om de landen die het meest onder druk staan te ondersteunen.”
Ook moeten de voorstellen onder meer veilige en legale routes naar de Europese Unie creëren, de Europees Grens- en Kustwachtagentschap (Frontex) versterken en de mazen in de wet rond asiel en terugkeerregelingen dichten.