Standbeelden van Columbus in brand gestoken en onthoofd in VS
Betogers hebben op meerdere plaatsen in de Verenigde Staten standbeelden vernield van Christopher Columbus. De beeltenis van de beroemde en omstreden ontdekkingsreiziger is volgens plaatselijke media onthoofd in Boston (Massachusetts) en belandde in Richmond (Virginia) in een meer.
Aan de aanval op het beeld in Richmond ging een vreedzaam protest vooraf. Zo’n duizend mensen verzamelden zich in een park om solidariteit te tonen met de inheemse bevolking van de Verenigde Staten. Later trokken relschoppers het beeld omver. Ze staken het in brand en gooiden het in een meer. Het is nog onduidelijk wie het beeld in Boston te lijf ging.
Beide beelden waren al eerder het doelwit van activisten. Zo schreef iemand in 2015 de woorden ‘leugens’ en ‘genocide’ op de beeltenis van Columbus in Richmond. In datzelfde jaar besmeurde iemand het beeld in Boston met rode verf. Daar is toen ook de leus „Black Lives Matter” op geschreven.
Columbus is bekend vanwege zijn ontdekking van Amerika, maar ook omstreden vanwege het geweld dat hij gebruikte tegen de inheemse bevolking. In de VS wordt op grote schaal gedemonstreerd tegen racisme en politiegeweld en dat heeft geleid tot een roep om standbeelden te verwijderen van omstreden historische figuren.
Ook op andere plaatsen in de wereld moeten standbeelden het ontgelden. Zo keerden Britse betogers zich tegen het standbeeld van slavenhandelaar Edward Colston. Ze gooiden het in de haven van Bristol in het water. In België moesten beelden van koning Leopold II het ontzien.