Opinie

Europa, maak een vuist tegen China’s Nieuwe Zijderoute

China doet alles om zijn invloed uit te breiden. De Nieuwe Zijderoute is daarvan een duidelijk bewijs. Er is Europese daadkracht nodig om controle over de vitale onderdelen van de economie te houden.

Harm-Jan Rouwendal en Bert-Jan Ruissen
29 May 2020 09:24Gewijzigd op 16 November 2020 19:23
„De Griekse haven Piraeus is het bekendste voorbeeld van de manier waarop de Chinese staat de controle krijgt over infrastructuur in andere landen.” beeld iStock
„De Griekse haven Piraeus is het bekendste voorbeeld van de manier waarop de Chinese staat de controle krijgt over infrastructuur in andere landen.” beeld iStock

De Nieuwe Zijderoute heeft als doel China via land- en zeeroutes te verbinden met Centraal-Azië, Europa, Afrika en Zuid-Amerika. Sinds de aankondiging van de plannen in 2013 zijn er projecten gestart in meer dan honderd landen. Veel Centraal- en Oost-Europese landen, zoals Hongarije, Polen en de Baltische staten, hebben zich al vroeg aangesloten bij het Chinese initiatief. Griekenland, Italië, Portugal en Luxemburg doen eveneens mee. Als tweede Chinese handelspartner in Europa maakt ook Nederland deel uit van de Chinese plannen. Vanuit Amsterdam, Rotterdam en Tilburg rijden er al treinen naar China.

Deelnemende landen benadrukken dat de handel met China economische mogelijkheden creëert, ook voor Europa. Tot op zekere hoogte is dat beslist het geval. Toch worden er steeds meer bedenkingen geuit. Wat is het eigenlijke doel van de Nieuwe Zijderoute? En worden deelnemende landen niet te afhankelijk van China?

China is geen gewone investeerder. Het is een communistische partijstaat zonder volledige vrijemarkteconomie. Bedrijven zijn voor een deel staatsbedrijven, die politiek gestuurd worden. Ook in de top van alle private ondernemingen is een communistische partijcel aanwezig. Dat gegeven op zichzelf al moet ons terughoudend maken in het aangaan van al te nauwe banden met China. Daar komt bij dat China overduidelijk bezig is wereldwijd een machtsnetwerk op te bouwen om geopolitieke invloed uit te oefenen. Daarbij gaat het land op een heel slimme manier te werk, zoals we deze week ook zagen bij de versterking van de Chinese greep op de autonome regio Hong Kong.

Spin in het web

Deelname aan de Nieuwe Zijderoute begint met het ondertekenen van zogenoemde Memorandums of Understanding (MoU) tussen China en het land in kwestie. Een MoU is geen juridisch bindend document, maar spreekt een gezamenlijke intentie uit. De inhoud en de voortgang van de samenwerking verschillen dan ook per land.

Na het tekenen van een MoU kunnen concrete projecten worden gestart. De financiering hiervoor bestaat vaak uit goedkope Chinese leningen, waarvan het in sommige gevallen maar de vraag is of ze ooit terugbetaald kunnen worden. Door middel van deze forse investeringen krijgt de Chinese staat –Chinese bedrijven zijn immers zeer nauw gelieerd aan de Communistische Partij– de controle over infrastructuur in andere landen.

De Griekse haven Piraeus is het bekendste voorbeeld maar ook op tal van andere plaatsen is de Chinese invloed aanwijsbaar. In Servië leggen de Chinezen bijvoorbeeld spoorwegen aan en nemen ze alle zware industrie, zoals mijnen en staalfabrieken, over.

Het opvallende van deze strategie is dat men landen een-op-een benadert. Elk land ondertekent afzonderlijk een MoU met China. Hierdoor blijft China de spin in het web van de Nieuwe Zijderoute. Dit zorgt er ook voor dat deelnemende landen moeilijk een gezamenlijke vuist kunnen maken als China het project een kant op stuurt die hun minder bevalt. De afspraken zijn immers met ieder land anders. Feitelijk voert China een politiek van verdeel-en-heers. De Europese landen weten daarop maar moeilijk een antwoord te vinden.

Veiligheidscheck

Binnen de Europese Unie zien we vooral veel verdeeldheid. Nederland zet in op een assertievere en gezamenlijke EU-houding tegenover China, terwijl veel deelnemers aan de Nieuwe Zijderoute meer voordeel zien in het op eigen houtje samenwerken met China.

Dit moet echt anders. We mogen niet naïef zijn. Voor China is de Nieuwe Zijderoute veel meer dan een economisch project. Het is vooral ook een instrument om zijn geopolitieke invloed verder uit te bouwen. Nederland doet er daarom goed aan zich terughoudend op te stellen ten opzichte van de Nieuwe Zijderoute en er niet via een officieel verdrag aan deel te nemen.

Dit betekent niet dat we alle samenwerking met China moeten afwijzen –de treinen rijden immers al– maar wel dat Nederland zelf de regie in handen moet houden. Hierbij valt te denken aan een verbod op een meerderheidsaandeel van buitenlandse investeerders in strategische sectoren, zoals havens, energie, telecom en vitale digitale systemen. Maar ook aan een (terugkerende) veiligheidscheck wat betreft buitenlandse investeerders die een minderheidsaandeel willen verwerven in strategische sectoren.

Klokken gelijkzetten

Een gezamenlijk optreden is hierbij onvermijdelijk. Het is hoog tijd dat soevereine Europese landen overeenstemming zoeken en tot afstemming komen over hun beleid ten opzichte van de Nieuwe Zijderoute. De EU moet zich krachtiger opstellen tegenover de torenhoge ambities en groeiende assertiviteit van China, onder meer op het gebied van handel en investeringen. Europese landen dienen ervoor te waken hoge schulden aan te gaan bij Chinese (staats)bedrijven. Laten ze voorkomen dat ze zeggenschap over of eigenaarschap van cruciale bedrijven of infrastructuur, zoals banken en zeehavens, verliezen.

De Europese Commissie biedt landen al de mogelijkheid om zelf te investeren in bedrijven en zo Chinese overnames te vermijden. Voor goedkope financiering hoeven Europese staten niet aan te kloppen bij Peking: de Europese Investerings Bank (EIB) leent vele miljarden euro’s uit tegen gunstige rentes. De Europese Commissie helpt landen al lang met grensoverschrijdende vervoersprojecten.

Voor dat alles zijn geen dwingende aanwijzingen vanuit Brussel nodig. Door zoveel mogelijk de klokken gelijk te zetten, kunnen landen in Europa veel meer dan nu het geval is een vuist maken tegenover Chinese dominantie.

De aanwezigheid van China is een gegeven, maar de Chinese controle is dat niet. Alleen als er samengewerkt wordt en de vitale belangen beschermd worden, kunnen Nederland en Europa handel blijven drijven met China zonder zich daarbij te hoeven onderwerpen aan een nieuwe wereldorde.

Harm-Jan Rouwendal is internationaal secretaris SGP-jongeren, Bert-Jan Ruissen is lid van het Europees Parlement voor de SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer