Binnenland

In Vught klinken woorden van Bonhoeffer en Kohlbrugge

Overeenkomsten tussen de coronacrisis en de Tweede Wereldoorlog? „Het contrast had niet groter kunnen zijn”, vindt minister Grapperhaus. „Nu vechten we juist voor kwetsbaren en zwakkeren.”

L. Vogelaar
4 May 2020 16:35Gewijzigd op 27 February 2023 17:00
beeld ANP
beeld ANP

De minister van Justitie en Veiligheid zegt dat ter gelegenheid van de jaarlijkse dodenherdenking in Nationaal Monument Kamp Vught. Bij die plechtigheid zijn deze maandag slechts enkele mensen aanwezig. De toespraak van Grapperhaus en andere programmaonderdelen zijn eerder opgenomen. Ze worden deze maandag via Omroep Brabant uitgezonden.

‘Vught’ was het enige SS-concentratiekamp in Nederland, zegt de bewindsman. „Het is een herinnering aan het allerzwartste dat de mens in zich omdraagt: haat, willekeur, sadisme, machtswellust, misdadige domheid.”

Grapperhaus hekelt „de schofterigheid van de bezetter.” Hij herinnert aan het „onvoorstelbare bunkerdrama”: in Kamp Vught werden 74 vrouwen in januari 1944 een nacht lang opgesloten in een cel van slechts 9 vierkante meter. Door hitte en zuurstofgebrek overleefden tien van hen het niet. „Een van de vele verschrikkelijke verhalen.”

Morele moed

Op het kampterrein hangt het roodwitblauw halfstok. Drie vrouwen en drie mannen staan er op het gras, op gepaste afstand van elkaar. Twee tamboers van Gilde St. Catharina uit Vught roffelen de trom. De directeur van het herinneringscentrum spreekt. Een dochter en kleindochter van een van de oud-gevangenen leggen een krans.

Eenvoudiger kan een herdenking niet zijn. Directeur Van den Eijnde staat bij het prikkeldraad en de wachttorens als hij herinnert aan het leed dat hier geleden werd. Hier zaten meer dan 32.000 mannen, vrouwen en kinderen die door de nazi’s van hun vrijheid waren beroofd. Joden en verzetslieden vormden de grootste groepen. Velen van hen werden doorgestuurd naar andere kampen. Velen van hen overleefden de oorlogsjaren niet.

Van den Eijnde leest het gedicht ”De gedachten zijn vrij” voor, een oud, Duits volksliedje dat gevangenen in Vught en andere kampen zongen uit protest tegen de onvrijheid. De directeur citeert Dietrich Bonhoeffer: „Niet de gedachte, maar de bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen, is de oorsprong van de daad.” En Hebe Kohlbrugge: „Ik kreeg een nummer, maar het ligt aan jezelf of je een nummer wordt.”

Morele moed en de wil om iets te doen als het erop aankomt kunnen het verschil maken, zegt Van den Eijnde. „Ze maken de wereld een klein beetje beter. Dat is de boodschap van deze plek.”

Selma overleefde

Er klinkt een gedicht, van de 16-jarige Lieve Metzlar, ”Durf te durven.” Er klinkt ook een lied, van Stef Bos, die nooit vergat wat zijn vader zei toen ze samen eens op 4 mei op een soldatenkerkhof stonden: „Al die jongens die hier liggen, zijn van mijn geboortejaar. Die hadden hier nu kunnen staan met hun zoon.”

De bijna 98-jarige oud-gevangene Selma van de Perre-Velleman zou dit jaar een van de sprekers zijn tijdens de herdenking, maar omdat reizen nu niet mogelijk is, werd haar verhaal opgenomen voor haar huis in Londen. Daar vertelt ze hoe ze de gevangenkampen overleefde als Marga van der Kuit. „In een cel met vijf andere vrouwen durfde ik niet te gaan slapen: ik was bang dat ik in mijn droom mijn Joodse naam zou noemen.”

Van Vught werd ze naar een gasmaskerfabriekje in ’s-Hertogenbosch gestuurd. Aan een ontsnappingspoging deed ze niet mee. „Ik dacht dat het in het kamp veiliger voor me was dan daarbuiten.” Ze deed wel het toiletraampje achter de vluchters dicht. Die hadden pech: ze liepen over een veldje waar een Duitse soldaat lag te vrijen. Hij bracht hen terug.

„Ravensbrück was verschrikkelijk”, zegt Van de Perre over een volgend kamp. „Verscheidene keren was ik bijna dood.”

Ze overleefde. Zij wel; haar ouders en haar zus niet.

Na de oorlog had Van de Perre „een prettig leven”, met man en zoon. De gebeurtenissen verdrong ze, totdat haar neven haar vroegen alles op te schrijven. Het werd een dik boek, ”Mijn naam is Selma.”

Van de Perres verhaal is één van de vele. „Het was een triomf voor de mensheid, voor de menselijkheid dat de nazi’s uiteindelijk verslagen zijn”, zegt minister Grapperhaus. „In mijn gedachten en gebeden ben ik bij de overlevenden, hun naasten en al degenen die door oorlog en onderdrukking getroffen zijn. Ik wens u allen een vrije samenleving toe, van gezondheid, vrede en vooral medemenselijkheid. Hou vol!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer