Ze waren zó ziek dat ze afscheid van elkaar en van hun zes kinderen namen. Toch genazen Cor (73) en zijn vrouw Leni (71) Verhoeven uit Ridderkerk van corona. Vrijdag werd het reformatorische echtpaar ontslagen uit het Rotterdamse Maasstad Ziekenhuis.
Cor Verhoeven, telefonisch vanuit zorghotel Aafje in Rotterdam: „Boven alles wil ik zetten: God alleen de eer. Hij heeft een groot wonder verricht. De Heere heeft mijn vrouw en mij gered.
Half maart kampten Leni en ik met middelmatige coronaklachten. Ik was kortademig en had koorts. Bij mijn vrouw leek de koorts toen nog mee te vallen. Onze kinderen zeiden: „Bel alsjeblieft naar de huisartsenpost.” Toen ik op 22 maart belde, zei de dokter al gauw: „U bent kortademig, u moet meteen naar het ziekenhuis.”
Op eigen gelegenheid reed ik naar het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam. Twee doktoren die me onderzochten, zeiden dat ik hoogstwaarschijnlijk corona had. Ik kreeg te horen dat ik niet op de ic zou worden beademd. Ik moest rekening houden met het ergste.
Naast elkaar
Die eerste nacht op een behandelkamer op de begane grond van het ziekenhuis was vreselijk. Ik wist niet hoe alles zou uitpakken. Midden in de nacht werd ik verplaatst naar een ziekenhuisbed op de eerste verdieping. De eerste paar dagen voelde ik me in zekere zin nog redelijk. Ik kreeg al wel een klein beetje zuurstof toegediend.
Vier dagen later werd mijn vrouw ook in het ziekenhuis opgenomen vanwege corona. Ze kampt al enkele jaren met gezondheidsklachten. Haar longen functioneren niet meer optimaal. We kwamen naast elkaar op één kamer te liggen.
Onze toestand verslechterde snel. Er was niet tegen te vechten. We namen afscheid van elkaar en van onze zes kinderen. Dat was heel heftig.
Vorig jaar vierden Leni en ik ons vijftigjarig huwelijksjubileum. We hebben altijd een gelukkig huwelijk gehad. Al maakten we veel mee, zoals het verlies van twee van onze kinderen. In het ziekenhuis besprak ik tijdens die heftige dagen persoonlijke zaken met de kinderen.
Morfine
Mijn vrouw raakte in coma en kreeg vijf dagen lang morfine toegediend. Een longarts had me verteld: „U weet toch dat uw vrouw gaat overlijden?” Wat een vreselijke boodschap was dat. Ze lag naast me en ik kon haar niet meer bereiken.
Ikzelf ging ook steeds meer achteruit. Ik ben ontzettend ziek geweest en kreeg zeker drie weken lang zuurstof toegediend. Vier weken lang lag ik continu in bed. Ik kon het allemaal niet meer bevatten. Een dokter hoorde ik tegen een van mijn kinderen zeggen dat ook ik de ziekte niet zou overleven. Wat je dan doormaakt, is met geen pen te beschrijven.
Keerpunt
Eind maart besprak een longarts op een dag met de kinderen het aanstaande overlijden van mijn vrouw. Op welke manier dat zou gaan. Er zijn mensen die als het ware kiezen voor haast. Onze kinderen wilden dat niet.
Een paar dagen na dat gesprek keerde de arts op onze kamer terug. Op grond van nieuwe informatie zou mijn vrouw er toch bovenop kunnen komen. Ze vertoonde wat hoopgevende hersenactiviteit.
Die mededeling van de arts bleek een keerpunt. Wonder boven wonder ging het toen elke dag een stukje beter met mijn vrouw. Ze kreeg sondevoeding, de morfinetoevoer werd afgebouwd. Vanaf de tijd dat het weer beter ging met Leni, begon ik zelf ook op te knappen. In heel kleine stapjes.
Het is echt een groot wonder van God dat Leni en ik zijn hersteld. Zo zien we dat allebei. Ook het ziekenhuispersoneel kon onze genezing niet bevatten. Tegen het gelovige en niet-gelovige personeel hebben we mogen getuigen dat God ons leven heeft gered. Hij alleen moet de eer krijgen. Dat neemt niet weg dat we ontzettend goed zijn behandeld en liefdevol zijn verzorgd in het ziekenhuis.
Vrienden
Wij voelden ons afgelopen weken gedragen door gebed. Van familie, vrienden, gemeenteleden van onder meer onze eigen kerk, de gereformeerde gemeente in Ridderkerk. Fijn was dat onze predikant, ds. G. W. S. Mulder, geregeld telefonisch contact zocht met ons en onze kinderen. Er is zo veel voor ons gezucht en een gedurig gebed voor ons opgezonden. We kregen veel bemoedigende kaarten. Al dat meeleven van zo veel kanten was ons tot troost en steun.
Toen we vrijdag in onze rolstoelen het ziekenhuis uit werden gereden, vormden zorgmedewerkers een erehaag. De een hield een roos omhoog, de ander een ballon. Er is menig traantje weggepinkt.
In het zorghotel Aafje zijn we nu verder aan het opknappen. Anders dan in het ziekenhuis mogen onze kinderen hier niet op bezoek komen. Het zou kunnen dat ik de rest van mijn leven met een zuurstoftankje moet lopen. We wachten af hoeveel tijd we van de Heere nog krijgen.”
„Genezing ouders is een wonder”
„Onze ouders hebben erg kritiek gelegen. Hun genezing van corona zien we als een wonder.” Dat zegt zoon Arie (50) over het herstel van zijn ouders Cor (73) en Leni (71) Verhoeven. Cor Verhoeven was vroeger vrachtwagenchauffeur, Leni werkte onder meer in verpleeghuis Salem in Ridderkerk.
Eind maart leek alle hoop vervlogen. Arie: „Moeder lag in coma, ze lag dagenlang op sterven. Vader was er ook erg slecht aan toe. Op 28 maart zei een arts: Je moet je erop voorbereiden dat je je vader en moeder moet begraven.”
De zes kinderen konden in het Rotterdamse ziekenhuis in de meest kritieke periode per koppel tweemaal daags terecht bij hun zieke ouders. „Het ziekenhuis heeft ons in deze bijzondere omstandigheden erg goed opgevangen.” De kinderen moesten een schort voor en een bril en mondkapje dragen. „Dat praat vermoeiend. Je brillenglazen beslaan telkens.”
Nu hun ouders zijn verhuisd naar het zorghotel, is bezoek vooralsnog niet mogelijk. „We kunnen bellen. Of zwaaien naar vader en moeder die drie hoog zitten.”