„Dierentuin straks mooier dan ooit”
Zonder lockdown zouden bezoekers rond tien uur ’s morgens hun ogen gretig de kost geven in het tropisch regenwoud van Burgers’ Zoo in Arnhem. Nu ronken er op diezelfde tijd hoogwerkers en liggen paden bezaaid met snoeiafval. Dierentuinen zijn tijdens de crisis vooral met zichzelf bezig.
Hoewel… helemaal klopt dat ook weer niet, vindt woordvoerder Bas Lukkenaar van het Arnhemse dierenpark. „Na de heropening ziet alles er piekfijn uit. En dat doen we toch vooral voor onze gasten.”
Dat de medewerkers van een van de best bezochte dagattracties van Nederland hun handen flink uit de mouwen steken, blijkt wel uit de grote bedrijvigheid die er op dit moment heerst. In paradepaardje Burgers’ Bush wordt flink gesnoeid. Het afval blijft tijdens de pauze gewoon liggen. Normaal gesproken onbestaanbaar.
De luchtslangen die de 700 drielagige kussens van het kunststofdak vol pompen, worden vervangen. De Ocean krijgt nieuwe afzettingen voor de dikke ramen en buiten wordt alles schoongemaakt en waar nodig gerepareerd. Omdat er geen publiek in de weg loopt, is er alle tijd en ruimte voor een snelle opknapbeurt.
Het is voor het eerst in de geschiedenis van het 107 jaar oude dierentuin dat de deuren dicht blijven. Dat is zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog niet gebeurd, vertelt Lukkenaar. „Het is vooral voor de medewerkers een rare gewaarwording dat er geen publiek rondloopt. De sfeer is anders. Ondanks de werkzaamheden heerst er nu een serene rust. Aan het gedrag van de dieren zijn de veranderde omstandigheden niet te merken. Ze doen gewoon hun eigen ding. Hooguit zitten er wat meer vogels op de lege paden in de Bush.”
Om het publiek toch enigszins te vermaken, vertoont de Arnhemse dierentuin dagelijks op YouTube –naast educatieve filmpjes voor kinderen– ”Silent Zoo”. Dat is een soort ecodisplay waarbij 2,5 uur lang de camera gericht staat op een deel van het park waar dieren lopen. „Dat is eigenlijk een vorm van meditatieve ontspanning. Net zoals je naar een aquarium kijkt.”
Bij Ouwehands Dierenpark gaat het leven gewoon door, vertelt directeur Robin de Lange. „Maar dan zonder publiek, en dat voelt onwerkelijk. De dieren redden zich prima, hoewel ze natuurlijk gewend zijn aan bezoekers. Wat je nu door alle rust in het park soms ziet, is dat verzorger en dier weleens schrikken als ze elkaar onverwacht zien. Verder worden er, zoals gebruikelijk in deze tijd, veel jonge dieren geboren.”
Ook in Rhenen wordt het dierenpark flink aangepakt. „We hebben een klussenlijst gemaakt. We zorgen er voor dat mensen zelfstandig kunnen werken. Iedereen doet mee, ook als dat normaal gesproken niet iemands taak is. Er wordt bijvoorbeeld veel schoongemaakt, geverfd en onze vijvers worden uitgegraven. De mensen van verkoop en logistiek pakken gewoon een kwast. Dat doen ze liever dan thuis zitten. De onderlinge sfeer is prima. We hoeven niets af te dwingen. Ons park is straks mooier dan ooit.”
De Nederlandse attractieparken hebben inmiddels een plan klaar liggen voor een „intelligente heropening”, vertelt de dierentuindirecteur. „Dat betekent dat we diverse maatregelen nemen waarbij we de 1,5 meter tussenruimte bij bezoekers garanderen. Dat begint al met online reserveren en het werken met tijdvakken. Het betekent wel dat we na 28 april, als we dan open mogen, niet meer dan de helft van het normale aantal bezoekers kunnen ontvangen. Dat is niet genoeg om rendabel te kunnen draaien. Het kost jaren om dit verlies weer weg te werken.”