Geen virus kan de droom van Afrikaanse migranten verstoren
Afrikanen op weg naar Europa laten zich niet afschrikken. Niet door een miljardenverslindende vestingmuur, en ook niet door een virus. „Daarvoor lijden wij te veel.”
Elke dag, tegen het vallen van de avond, stroomt de necropolis van Hafa in de Marokkaanse havenstad Tanger vol. Het publiek is gevarieerd en van alle leeftijden: stelletjes, groepjes vrienden, gezinnen met kinderen, vrouwen en mannen alleen. Wie niet beter weet, zou zich kunnen verwonderen over de bijzondere belangstelling die de inwoners van Tanger tonen voor de archeologische rijkdommen van deze plek.
Maar de lokale bezoekers zijn helemaal niet geïnteresseerd in de Punisch-Romeinse graven uit de zesde eeuw voor Christus die hier in de rotsbodem naast de haven zijn uitgehouwen. Ze komen hier om, al dan niet in gezelschap, naar de overkant van de Straat van Gibraltar te staren. Daar ligt Europa, 30 kilometer verderop. De bergen achter de Spaanse zuidkust tekenen zich vandaag scherp af tegen de horizon.
Volgens een recent onderzoek van de Marokkaanse overheid wil een kwart van de Marokkanen emigreren. Onder jongeren tot 30 jaar is de wens om te vertrekken nog sterker. Vier van de tien jongeren willen weg. En het zijn niet alleen anonieme en kansarme Marokkanen die dromen van een nieuw bestaan in Europa.
Onlangs vertelde een Marokkaanse krant het verhaal van Yassine Mahyou, voetballer op topniveau bij de club RS Berkane. De 24-jarige Mahyou had samen met achttien anderen een boot gekocht om clandestien naar Spanje te varen. In eerste instantie werd zijn boot onderschept door de Marokkaanse kustwacht, maar inmiddels is Mahyou in Frankrijk. Het is niet bekend hoe hem dat uiteindelijk toch gelukt is.
Verijdeld
Marokko heeft vorig jaar bijna 75.000 “pogingen tot illegale emigratie” verijdeld. Dat zegt het ministerie van Binnenlandse Zaken in Rabat tenminste. In de praktijk komt dat neer op het tegenhouden van mensen die in een vissers- of rubberbootje vanaf de Marokkaanse noordkust Spanje proberen te bereiken, of die over de grenshekken van de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla proberen te klimmen.
Die inspanningen werpen hun vruchten af aan de overzijde van de Straat van Gibraltar. Vorig jaar daalde het aantal migranten dat clandestien over de Spaanse zuidgrens het land binnenkwam met de helft: van 64.000 in 2018 naar 32.000. Volgens de Europese Commissie en de Spaanse regering is het optreden van de Marokkaanse politie en kustwacht doorslaggevend geweest voor die daling.
Rabat krijgt er lovende woorden en schouderklopjes voor. „Marokko is een beslissende, voorbeeldige en betrouwbare vriend”, vindt Fabrice Leggeri van het Europese agentschap voor grensbewaking Frontex. En het blijft niet bij mooie woorden. Marokko geniet de status van ”strategische bondgenoot” van de Europese Unie en dat vertaalt zich in euro’s.
Europese steun
Vorig jaar ontving Rabat een hulppakket van 140 miljoen euro uit Brussel om de kosten van de grensbewaking te bestrijden. Spanje deed daar nog eens 32 miljoen bovenop. Een meerjarig steunpakket van Brussel om de clandestiene emigratie vanuit Marokko de kop in te drukken is in voorbereiding. En op de valreep van dit jaar verleende de Europese Commissie opnieuw 148 miljoen euro steun aan Marokko. Het geld, bestemd voor „de strijd tegen de clandestiene immigratie en de mensensmokkel”, kwam uit het noodfonds voor Afrika. Dat fonds is eigenlijk bedoeld voor humanitaire hulp en ontwikkeling.
De Marokkaanse autoriteiten beperken zich niet tot grensbewaking. Sinds de euro’s uit Brussel binnenstromen is de gendarmerie begonnen met het schoonvegen van de noordelijke kuststrook. Zwarte Afrikanen worden op straat en zelfs in hun huizen opgepakt en gedeporteerd naar Tiznit, 900 kilometer ten zuiden van Tanger.
Het is officieel beleid. „De steden Tanger, Tétouan en Nador zijn verboden gebied voor migranten zonder papieren”, zei Khalid Zerouali van het ministerie van Binnenlandse Zaken onlangs in een interview. „Ze weten dat ze niet in het noorden mogen verblijven.”
Dat is voor hun eigen bestwil, luidt de officiële reden. Het doel is namelijk de migranten „te beschermen tegen de maffia”, oftewel de mensensmokkelaars die bereid zijn om hen tegen forse betaling naar Spanje te loodsen. Precies wat Europa graag wil horen: het probleem zijn de mensensmokkelaars. De migranten worden afgeschilderd als hun slachtoffers. Maar in de praktijk richt de Europees-Marokkaanse kruistocht tegen de illegale immigratie zich vooral tegen die slachtoffers.
Tanger heeft lang onder Spaanse invloed gestaan. De kathedraal en de ernaast gelegen Spaanse katholieke missiepost, op een paar minuten lopen van de medina, zijn daar een tastbaar overblijfsel van. Inma Gala krijgt hier dagelijks te maken met de gevolgen van het migratiebeleid. De 53-jarige Spaanse coördineert de hulpverlening van het bisdom Tanger aan migranten. „De grenzen worden door het Europese beleid ondoordringbaar gemaakt”, zegt ze in haar bescheiden kantoortje. „Marokko is voor migranten altijd een doorgangsland geweest. Maar de laatste tijd is het veel moeilijker geworden om Europa te bereiken. Dat heeft migranten kwetsbaarder gemaakt.”
Scheermessen
Gala noemt een paar voorbeelden. De scheermessen op het grenshekken van de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla veroorzaken afschuwelijke wonden. Wie desondanks de enclave binnenkomt, wordt teruggestuurd zonder een beroep te kunnen doen op asiel. En het leven in Marokko tijdens het wachten op het moment van de oversteek naar Europa wordt zwaarder. Niet in de laatste plaats doordat de politie migranten uit de landen ten zuiden van de Sahara stelselmatig oppakt en naar Tiznit in het zuiden stuurt.
Die deportaties hebben echter nauwelijks effect. „Een enkeling blijft in het zuiden en probeert zijn geluk op de route naar de Canarische Eilanden”, zegt Inma Gala. „Maar de meesten die naar Tiznit worden gestuurd zijn binnen een week weer terug in Tanger.”
De hulp van het bisdom aan vluchtelingen –bijna allemaal uit landen ten zuiden van de Sahara– is divers. Het team van Gala vergezelt hen bij een bezoek aan de arts of het ziekenhuis en biedt psychologische hulp, taallessen en beroepsonderwijs. Degenen die besloten hebben in Marokko te blijven, kunnen begeleiding krijgen bij het opzetten van een bedrijfje. Of dat er veel zijn? „Nee, haha”, lacht Gala. „Dat is maar een heel klein clubje.”
Gala werkt elf jaar in Tanger. Ze heeft gemerkt dat migranten de laatste tijd minder snel voor hulp naar de rooms-katholieke missie komen, uit angst om onderweg opgepakt te worden. En er is nog iets dat in de loop van de jaren is veranderd, en dat haar speciaal zorgen baart: de verslechterde psychologische gesteldheid van de migranten. Gala legt een direct verband met wat ze de „toegenomen repressie door het migratiebeleid” noemt. „Je ziet dat de mensen steeds meer lijden.”
De voorbije decennia heeft Europa kosten noch moeite gespaard om de illegale immigratie te stoppen. Volgens een rapport van het Transnational Institute heeft de Europese Unie in vijftien jaar ten minste 5 miljard euro besteed aan bewaking van de buitengrenzen. Voor de periode 2021-2027 staat er 20 miljard op de begroting. Deze gigantische inspanningen om Europa af te grendelen eisen hun tol. De VN-organisatie voor migratie heeft sinds 2014 bijna 20.000 dode en vermiste migranten op de Middellandse Zee geteld.
Corona
Laten vluchtelingen en migranten zich erdoor afschrikken? De ervaring leert van niet. „Ondanks alle investeringen om Fort Europa te versterken blijven ze komen”, zegt Inma Gala. „Er gaat bijna geen week voorbij zonder dat bootjes de Europese kusten bereiken. Het menselijke lijden, de reden van vertrek uit hun land, de pijnlijke noodzaak kent geen grenzen. Ze vinden altijd een weg.”
Onlangs doken er berichten op die suggereerden dat een virus nu voor elkaar krijgt wat miljarden euro’s niet konden bewerkstelligen. Vluchtelingen willen niet meer naar Europa vanwege het coronavirus, luidde een krantenkop. Aan de Turks-Griekse grens waren vluchtelingen volgens de Turkse pers op eigen verzoek weggehaald. Door het virus zouden ze geen zin meer hebben om naar Europa te gaan.
In Spanje daalde het aantal asielaanvragen in een week met 99 procent. En langs clandestiene weg kwamen tussen 9 en 15 maart volgens de officiële cijfers maar negentig mensen het land binnen, driekwart minder dan een week eerder.
Lege straten zijn geen goede bondgenoot voor de clandestiene migrant. Door de beperking van de bewegingsvrijheid is het op dit moment veel moeilijker om ongemerkt Marokko te verlaten en Spanje binnen te glippen. Maar is de Afrikaanse vluchtelingen in Tanger ook de lust vergaan om naar Europa te reizen? Nee, zegt Moussa via de app vanuit de bossen waar hij zich met honderden lotgenoten schuilhoudt. Moussa komt uit Kameroen, is al zes jaar in Tanger en heeft zes vergeefse pogingen gedaan om de Straat van Gibraltar over te steken. Is hij niet bang voor het coronavirus? „Nee, daarvoor lijden wij hier te veel. Wij willen naar Europa, ook al circuleert daar het virus.” Hij verzekert dat hij niet de enige is. „Als Marokko de deur openzet, vertrekken wij hier meteen.”
Dit is het slot van een tweeluik over emigratie vanuit Noord-Afrika.