De provincie Overijssel gaat veehouders die hun bedrijf na een zogeheten PAS-melding hebben uitgebreid, niet aanpakken. Gedeputeerde Staten hebben dat donderdag bekendgemaakt.
Onder de oude stikstofwetgeving, het Programma Aanpak Stikstof (PAS), hoefden ondernemers geen natuurvergunning aan te vragen als de extra stikstofuitstoot die uitbreiding van hun bedrijf opleverde, beneden een bepaalde grens bleef. In dat geval was het voldoende de uitbreiding bij de provincie te melden. Toen de Raad van State eind mei 2019 het PAS buiten werking stelde, verviel die mogelijkheid en werden de uitbreidingen ineens illegaal.
Toch vinden GS het „niet redelijk” om te handhaven, iets waarom was gevraagd door twee milieuorganisaties die daarvoor hun pijlen hadden gericht op zestien veehouderijbedrijven. Wel willen GS de meldingen zo snel mogelijk legaliseren. De provincie zegt hiermee aan te sluiten bij het beleid van minister Carola Schouten (Landbouw).
Gedeputeerde Tijs de Bree, verantwoordelijk voor handhaving: „De bedrijven hebben destijds te goeder trouw gehandeld. Ze voldeden aan de wettelijke regels die toen van toepassing waren.” Hij wijst er ook op dat er ongelijkheid zou ontstaan als de provincie bij de betrokken veehouders wel zou handhaven maar niet zou ingrijpen bij andere bedrijven die werken met een PAS-melding.
Voor legalisering moeten de meldingen worden omgezet in vergunningen binnen de Wet natuurbescherming. Volgens gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher, die verantwoordelijk is voor vergunningverlening, kan dat op dit moment alleen als er stikstofruimte is. „Bijvoorbeeld door intern salderen met stikstofruimte binnen het eigen bedrijf of extern salderen met beschikbare stikstofruimte buiten het bedrijf. En dat maakt deze situatie voor een individuele boer complex. Want de ruimte die nodig is om de vergunning te verkrijgen, is er in de praktijk meestal niet.”
Ten Bolscher wijst erop dat het Rijk en de provincies landelijke afspraken willen maken over legalisering van de PAS-meldingen. „Daarover zijn we in gesprek.”
GS besloten al eerder om niet te handhaven, maar dat besluit werd aangevochten door de milieuorganisties Mobilisation for the Environment (MOB) en Vereniging Leefmilieu en in februari door de Rechtbank Overijssel vernietigd. Volgens de rechter was het besluit onvoldoende onderbouwd. In het nieuwe besluit is de onderbouwing aangescherpt.
Boerenorganisatie LTO Noord is blij met de duidelijkheid die de provincie schept. „Dit creëert rust voor boeren en tuinders,” zegt regionaal bestuurder Ben Haarman. „Het is onverantwoord dat claimclubs als MOB en Vereniging Leefmilieu mensen in onzekerheid brengen over de toekomst van hun bedrijf. Het gaat om ondernemers die te goeder trouw hebben gehandeld. De minister zal ervoor moeten zorgen dat zij aan een vergunning worden geholpen.”
Valentijn Wösten, advocaat van MOB, liet donderdag tegenover vakblad Nieuwe Oogst weten tegen het nieuwe besluit van Overijssel in beroep te gaan. Volgens hem lapt Overijssel de PAS-rechtspraak aan haar laars.