Ruim een kwart van de Nederlanders (27 procent) ervaart discriminatie; ongeveer net zo veel als vijf jaar geleden. Het grootste verschil is te zien in het onderwijs. Met name meer leerlingen en studenten voelen zich nu gediscrimineerd.
Dat staat in het rapport ”Ervaren discriminatie in Nederland II” dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) donderdag publiceerde.
„De gevolgen van ervaren discriminatie zijn groot: mensen kunnen zich terugtrekken uit de samenleving, het vertrouwen verliezen in instituties of afhaken als het om onderwijs of werk zoeken gaat. Een inclusieve samenleving is daarmee nog ver weg”, aldus het SCP over het onderzoek dat het bureau uitvoerde op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Met name studenten en scholieren met een migratieachtergrond en studenten en scholieren die deel uitmaken van de lhb-gemeenschap (lesbisch, homoseksueel, biseksueel) ervaren relatief veel discriminatie in het onderwijs. Tussen de 2 en de 3 procent van alle scholieren en studenten in Nederland geeft aan gestopt te zijn met hun opleiding als gevolg van discriminatie. Onder lhb-studenten en scholieren ligt het aandeel, met 8 procent, beduidend hoger.
Verschuivingen
Verder blijkt dat inwoners van Nederland in vergelijking met 2013 meer discriminatie op grond van geslacht en beperking ervaren. Turkse en Marokkaanse Nederlanders ervaren juist minder discriminatie dan in 2013, maar zijn tegelijkertijd nog steeds de groepen met de hoogste percentages van ervaren discriminatie.
In de totale omvang van discriminatie is tussen 2013 en 2018 niet veel veranderd, ziet het SCP. „Wel zijn er verschuivingen opgetreden waar en wie hoeveel discriminatie hebben ervaren. Het is aannemelijk dat maatschappelijke ontwikkelingen een rol hebben gespeeld bij deze verschuivingen.”