Arm en rijk zijn niet gelijk in hun kansen tegenover de coronacrisis. Het maakt verdere verspreiding in Afrika extra gevaarlijk. In een land als Burkina Faso is er voor honderdduizenden mensen geen zorg.
Virussen houden niet beleefd buigend halt voor de deuren der rijken en aanzienlijken. De Britse prins Charles heeft het coronavirus opgelopen, net als zijn landgenoot premier Boris Johnson. De vrouw van de Canadese premier, Sophie Trudeau, kreeg het.
In eerste instantie lopen wellicht juist mensen uit de betere kringen gevaar: zij reizen de wereld over en staan met veel anderen in contact. Maar op de langere termijn is het virus geen grote gelijkmaker. De armen zijn kwetsbaarder dan de rijken.
Dat geldt al in een land als de Verenigde Staten, maar helemaal in grote delen van het zuidelijk halfrond, zoals in Afrika. Als een land er tot een lockdown besluit, beginnen voor de onderlaag van de bevolking de problemen. Hoe moeten mensen die van de informele economie afhankelijk zijn nog de kost verdienen? En hoe houd je in een sloppenwijk afstand tot elkaar?
Wanneer iemand eenmaal ziek is, laat bovendien de gezondheidszorg te wensen over. Het aantal artsen en bedden per hoofd van de bevolking ligt in Afrika vele malen lager dan in westerse landen. Daarbij komen problemen als slechte sanitaire voorzieningen en onvoldoende toegang tot drinkwater en voedsel.
Niet geteld
Het aantal besmettingen in Afrika ligt nog relatief laag: dinsdag stond de teller van de geregistreerde patiënten op een kleine 5400. De trend is echter niet positief: het aantal gevallen neemt toe.
De meeste slachtoffers zijn te vinden in de Noord-Afrikaanse landen (Egypte, Algerije, Marokko) en Zuid-Afrika. Maar ook in een West-Afrikaans land als Burkina Faso begint de teller op te lopen: dinsdag waren er al bijna 250 gevallen gemeld. Kameroen, iets meer naar het oosten, telde er bijna 200. Daarbij komt dat wellicht heel veel coronapatiënten niet geregistreerd zijn.
Afrikaanse landen hebben ervaring met virussen en nemen die uiterst serieus. Veel landen op het continent namen dan ook snel maatregelen tegen corona: grenzen zijn gesloten, schooldeuren op slot gedraaid en bijeenkomsten afgelast. Soms is er gekozen voor een lockdown, zoals in Marokko en Zuid-Afrika.
Dergelijke maatregelen drijven sommigen tot wanhoop. Op de Marokkaanse nieuwssite Hespress staat een filmpje waarin buurtbewoners de zelfmoord van een Marokkaanse lasser verklaren door het feit dat hij zijn werkplaats moest sluiten. Het was zijn enige bron van inkomsten.
Voorganger
Conflicten maken een effectieve aanpak van corona nog moeilijker. In Burkina Faso hebben activiteiten van jihadistische groepen niet alleen gezorgd voor 800.000 ontheemden, maar ook voor de sluiting van 135 klinieken. Het betekent dat er voor naar schatting 1,6 miljoen mensen weinig tot geen medische voorzieningen zijn. „Het is angstwekkend wat dit virus potentieel kan veroorzaken”, stelt Laurent Saugy van het Rode Kruis in Burkina Faso.
Het virus lijkt door een Burkinese voorganger voor het eerst het land in te zijn gebracht. Hij sprak eind februari op een conferentie van de kerk Porte Ouverte in het Franse Mulhouse. Die gemeente is een bron van besmettingen geweest. Wat niet hielp, was dat de pastor vóór vaststelling van het virus nog in verschillende megakerken in Burkina Faso preekte.
Conflicten baren ook elders in Afrika zorgen over een mogelijke uitbraak van corona. In Somalië, in het oosten, is het aantal gevallen nog zeer beperkt, maar een serieuze uitbraak zou de gezondheidszorg voor grote problemen stellen. Terreurorganisatie al-Shabaab blokkeert de toegang tot grote delen van het land.
Brandbrief
De kwetsbare positie van de bevolking in arme landen is voor veertig Nederlandse ontwikkelingsorganisaties reden geweest deze week een brandbrief naar de regering te sturen met een oproep tot internationale solidariteit. Onder de ondertekenaars zijn christelijke stichtingen als Dorcas, Tear, Woord en Daad, ZOA en koepelorganisatie Prisma.
De brief haakt aan bij een oproep van VN-secretaris-generaal Antonio Guterres aan landen wereldwijd om bij te dragen aan een internationaal noodfonds voor de aanpak van de coronacrisis.