Coronadagboek: #teluwzegeningen
Zegeningen tellen is altijd een goed idee, maar zeker nu we veel dingen niet meer kunnen of mogen, kan het je stilzetten bij wat we nog wél hebben. En dat blijkt best veel.
Ik kwam de hashtag #teluwzegeningen deze weken diverse keren tegen. Mensen delen daarmee bijvoorbeeld een foto van de ondergaande zon of van een bloesemtak, maar ook van een bord eten of van hun gezin. Er klinkt dankbaarheid in door voor wat we nog wél krijgen.
Om onszelf hierin te oefenen gaf ik iedereen na het avondeten een blaadje. Vijf zegeningen vroeg ik op te schrijven. „Móet dat nou?” was de opmerking die ik al had ingecalculeerd. „Ja, dat moet.” En toen begonnen ze toch maar te schrijven.
Voor de een was vijf veel te weinig, voor de ander juist veel. Maar bij elkaar werd het een hele lijst. Een huis om in te wonen bleek favoriet. Internet kwam op twee. Geen school op drie. Op vier kwam de tafeltennistafel. Die had ik trouwens ook op het lijstje staan. Want plezier en beweging kunnen we juist nu heel hard gebruiken.
Zelf brachten we nog wat serieuzere zaken in. Want dat we allemaal nog gezond zijn, een God hebben Die er was, is en zal zijn en onderdeel zijn van een gemeente waarmee we Hem mogen eren, kun je toch ook gerust genadegaven noemen.
Het is makkelijk deze weken alleen maar stil te staan bij wat allemaal níét kan. Ook ik heb die neiging. Maar met zo’n oefening blijkt opeens dat we nog heel veel dingen wél krijgen, terwijl we ook die helemaal niet verdiend hebben.
Mariska houdt een dagboek bij over haar ervaringen tijdens de coronacrisis