Nieuwe vijand duikt op in toch al geteisterd Syrië
In Syrië is zondag de eerste coronabesmetting officieel vastgesteld. De gezondheidszorg functioneert na negen jaar oorlog nauwelijks meer. Daardoor is nieuw leed voor het land niet te overzien.
De oorlog in Syrië lijkt eindeloos en uitzichtloos. Er zijn al talloze statistieken over het aantal doden en de miljoenen ontheemden binnen en buiten Syrië gepubliceerd. Wat minder de aandacht trok, was het feit dat de gezondheidszorg in het land is ingestort. Onder normale omstandigheden is dat uiteraard al een zeer zorgelijke ontwikkeling.
De recente voorbeelden zijn schrijnend. Een mij bekende christelijke vrouw uit het Syrische Maloula die aan een nierziekte leed, begaf zich in december vorig jaar naar een ziekenhuis in Damascus. Ze had een afspraak om haar nieren te laten spoelen. Wat er zich hier vervolgens heeft afgespeeld, is ook haar familie tot op heden niet duidelijk. Er werd gesproken over besmette apparatuur. De dame in kwestie raakte in coma en werd naar de intensive care gebracht, waar eigenlijk helemaal niets meer aanwezig was. Artsen en verplegend personeel konden slechts hulpeloos toekijken hoe ze enkele dagen later overleed.
Het zijn drama’s die tot de dagelijkse praktijk behoren in Syrische ziekenhuizen, die vaak de meest elementaire medicijnen moeten ontberen. En dan wordt van de ziekenhuizen in de hoofdstad Damascus beweerd dat ze nog functioneren. In grote delen van het land is de hele medische infrastructuur als gevolg van jarenlange bombardementen volledig verdwenen.
Nu de eerste coronabesmetting in Syrië is vastgesteld, moet je er niet aan denken wat een nieuw leed dit virus in het totaal verwoeste Syrië kan aanrichten. Experts lieten de afgelopen periode weten dat vooral mensen die al een gebrekkige gezondheid hebben of aan andere kwalen lijden het slachtoffer zullen worden. Die definitie gaat momenteel echter voor zo ongeveer de hele Syrische bevolking op. De gevolgen van een uitbraak zijn dan ook niet te overzien.
Verschillende websites in het Midden-Oosten geven dagelijks per land de nieuwe cijfers van besmettingen. Het enige land dat steeds ontbrak was Syrië, omdat hier geen enkele informatie over beschikbaar was. Eind vorige week begon het Syrische persagentschap Sana plotseling informatie te verstrekken die afkomstig was van het Syrische ministerie van Gezondheid. Er zou toen nog geen enkele coronabesmetting in het land zijn vastgesteld, maar er is reden om vraagtekens te zetten bij deze uitspraak. De Pakistaanse autoriteiten hebben bijvoorbeeld laten weten dat een aantal Pakistanen het virus heeft opgelopen in Syrië, waar ze waarschijnlijk in een door Iran geformeerde militie vochten. Vervolgens zijn er nog de tienduizenden Iraniërs die in Syrië aan de zijde van het Syrische leger vechten. Zoals bekend, heeft Iran zich tot het epicentrum van de coronacrisis in het Midden-Oosten ontwikkeld.
Zaher Sahloul, oprichter van de organisatie ”MedGlobal” die actief is in Syrië, zei onlangs over informatie te beschikken dat er waarschijnlijk al zo’n 2400 besmettingen in Syrië zijn. Artsen in de provincie Idlib lieten weten dat ze ook een uitbraak in deze regio verwachten. Honderdduizenden Syriërs verblijven hier in overvolle kampen waar elke vorm van hygiëne ontbreekt.
Een nieuwe, onzichtbare vijand heeft zich aangediend in een land dat toch al zoveel te lijden heeft.