Rechtbank handhaaft planning zaak Thijs H., ondanks viruscrisis
De rechtbank in Maastricht houdt voorlopig vast aan de eerder vastgelegde planning van de strafzaak tegen Thijs H., ondanks de crisis rond het coronavirus. H. wordt verdacht van drie moorden. Tijdens een inleidende zitting maandag zei het Openbaar Ministerie dat de planning moeilijk kan worden gehaald, omdat politie en justitie door de situatie met het virus maar heel beperkt onderzoek kunnen doen.
De inhoudelijke behandeling van de zaak staat gepland vanaf 22 juni. H. (28) is zeer recent nog meerdere keren verhoord. Volgens het OM komen na ieder verhoor weer nieuwe elementen bovendrijven die moeten worden onderzocht.
H. was maandag niet in de rechtszaal aanwezig, vanwege de virusuitbraak. Ook nabestaanden van de slachtoffers bleven weg.
H. zou op 4 mei vorig jaar in Den Haag een willekeurige vrouw die haar hondjes uitliet in de Scheveningse Bosjes dood hebben gestoken. Drie dagen later zou hij een man en een vrouw hebben doodgestoken die aan het wandelen waren op de Brunssummerheide bij Heerlen, de regio waar H. vandaan komt. De verdachte heeft eerder bekend. Hij zou psychotisch zijn geweest. Volgens deskundigen van het Pieter Baan Centrum moet H. voor volledig ontoerekeningsvatbaar worden gehouden. Het OM heeft twijfels over die conclusie.
Advocaat Serge Weening bestreed tijdens de zitting dat psychiatrische inrichting Mondriaan zich door Thijs H. heeft laten misleiden. Weening beroept zich daarbij op Mondriaan zelf. De instelling liet hem weten dat Thijs H. zijn behandelaren niet moedwillig heeft misleid. Mondriaan begeleidde H. in de periode dat de moorden werden gepleegd.
Weening reageerde op mediaberichten op basis van een onderzoek door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De onderzoekers vroegen zich af of de behandelaars wel voldoende hebben doorgevraagd. In het rapport werd gesuggereerd dat H. zijn behandelaars had misleid. Die suggestie versterkte het beeld dat justitie heeft over H. als leugenaar. Weening wilde met zijn betoog dit beeld rechtzetten.
Op 9 juni volgt nog een niet-inhoudelijke zitting.