Binnenland

OM eist levenslange gevangenisstraf voor tramaanslag Utrecht

Het OM wil dat Gökmen T. wegens viervoudige moord en meerdere pogingen tot moord levenslang achter de tralies verdwijnt. Bij de aanslag die hij volgens het OM op 18 maart 2019 pleegde in en rond een tram in Utrecht werden vier personen van dichtbij doodgeschoten. Volgens het OM was sprake van een terreurdaad.

ANP
5 March 2020 19:23Gewijzigd op 16 November 2020 18:25

De 38-jarige Utrechter heeft eerder al bekend op 18 maart vorig jaar in en bij een tram op het 24 Oktoberplein in zijn woonplaats van dichtbij het vuur te hebben geopend op medepassagiers en omstanders. Naast de vier dodelijke slachtoffers vielen meerdere gewonden.

Voor de rechtbank in Utrecht noemden de aanklaagsters T. donderdag „een uiterst gevaarlijk persoon” en het gevaar voor herhaling „aanzienlijk”. Dat maakt „een optimale beveiliging van de samenleving noodzakelijk”, zeiden zij. Direct na de eis klonk van de publieke tribune een luid applaus op. In de aanloop naar het moment dat de eis werd uitgesproken, had T. steeds harder zitten tikken op de tafel waaraan hij zat.

In hun requisitoir benadrukten de officieren dat T. „geen moment spijt heeft getoond en zelfs trots is” op zijn daden. Ook tijdens de strafzaak hebben zij „geen moment de illusie gehad dat hij tot inkeer is gekomen of herhaling is uitgesloten”. Zijn opstelling in de rechtszaal de afgelopen dagen noemden zij „stuitend en zeer respectloos”. Zij stelden vast dat T. de strafzaak „als een bevestiging ziet dat de aanslag een succes was”.

De officieren noemden een terreurdaad bewezen, onder meer omdat de aanslag aantoonbaar als doel had de maatschappij te ontwrichten. „Door op klaarlichte dag in een willekeurige tram mensen dood te schieten, wilde hij de samenleving vrees aanjagen”, zeiden zij. Volgens hen ging T. „doelgericht” op pad.

T. is vanwege een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken verminderd toerekeningsvatbaar, oordeelden deskundigen en vindt ook het OM. Behandeling hiervoor is mogelijk, maar „dat wil niet zeggen dat het ook moet”. Bovendien gaf T. er geen moment blijk van zich te willen behandelen, aldus de aanklaagsters.

Vrijdag komt de T. toegewezen advocaat aan het woord en krijgt T. het laatste woord. De rechtbank verwacht 20 maart uitspraak te doen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer