Mariniers opgelucht nu verhuizing naar Vlissingen uit beeld verdwijnt
Het hoge woord is eruit. Staatssecretaris Visser wil de mariniers niet verhuizen naar Vlissingen, bleek dinsdagavond in gesprek met Zeeuwse bestuurders. Mariniers zijn opgelucht.
Het is koud in Doorn. De temperatuur schommelt een paar graden boven het vriespunt. De zon klimt langzaam boven de boomtoppen van het beboste gebied rond de Van Braam Houckgeestkazerne.
Helemaal bij de tijd zijn ze niet in Doorn. De klok op het welkomstbord meldt nog zomertijd. En zit er een half uur naast. De kazerne is dan ook verouderd. De faciliteiten te beperkt.
Mariniers volgen het nieuws over de verhuizing van hun kazerne op de voet. De melding dat staatssecretaris Visser de kazerne niet naar Vlissingen wil verplaatsen, leidt tot opluchting in Doorn. Voorzichtig. Want het kabinet moet natuurlijk officieel nog instemmen met het voornemen van Visser.
Mariniers voelen zich niet gehoord in het stroperige, politieke proces. „Het is ons door de strot geduwd”, zegt marinier 1 Johan bij de poort van de Van Braam Houckgeestkazerne. „Niemand heeft ons iets gevraagd.” Defensie verdient méér aandacht, vult sergeant-majoor Michel aan.
„Defensie is de verzekering voor de veiligheid van het land.”
Het besluit de kazerne van Doorn te verhuizen naar Vlissingen dateert uit 2012. Toenmalig defensieminister Hans Hillen zou de kazerne cadeau hebben gedaan aan zijn partijgenoot Carla Peijs, destijds de baas in Zeeland. Vlak voor de verkiezingen. Onder grote tijdsdruk. „Een vies spelletje”, zegt marinier Michel.
De dreigende verhuizing heeft geleid tot een leegloop bij het Korps Mariniers, onderdeel van de Koninklijke Marine. De vechtjassen, gesetteld in Doorn en omgeving, zien Zeeland niet zitten. „Van mijn eenheid van dertig man, wilde er maar één naar Zeeland.”
Niet naar Zeeland
Sergeant-majoor Michel is duidelijk. „Ik ga niet naar Vlissingen.” Wat hij wel doet, weet hij nog niet. Zeeland kost hem pakweg 2,5 uur extra reistijd. Doordeweeks zou Michel op de kazerne moeten blijven. „Daarmee word ik een weekendvader”, zegt Michel, getrouwd, vader van twee kinderen. „Dat legt een claim op het gezinsleven.” Bovendien bevindt zijn sociale netwerk zich in het midden van het land. Familie, sportvereniging, kinderopvang. Om maar iets te noemen.
Door de leegloop van het korps is nog maar 70 procent van de functies gevuld, zegt een ingewijde, terwijl de eenheid nog maar over de helft van de gevechtskracht beschikt. Juist dat plaatst de staatssecretaris voor een dillema. Ze wil afspraken met Zeeland nakomen, maar voelt zich verantwoordelijk voor de toekomst van het korps. „Goed dat de staatssecretaris haar poot stijf houdt”, zegt Michel. „Ik kan dat wel waarderen.”
Door onhandig optreden van staatssecretaris Visser is een interne verhuizing van een legeronderdeel verworden tot een politiek steekspel. De belangen zijn groot, zeker met de verkiezingen in aantocht. Partijen met veel stemmers in Zeeland lopen zich het vuur uit de sloffen voor de provincie, terwijl de toekomst van het korps uit beeld verdwijnt.
In het zweet
Amaroks en zware 4-tonners rijden af en aan in Doorn. Tien mariniers met zware bepakking, wapen over de schouder, lopen zich in het zweet op de atletiekbaan van de marinierskazerne. Bikkels. Blote armen in de vrieskou. Hoeveel rondjes nog? „Veel te veel”, hijgt een vechtjas in camo-shirtje.
De leegloop van de elitie-eeheid zet het korps onder druk. „De normen voor de aanname van kandidaten is versoepeld”, weet marinier Chris (24), net terug van 10 kilometer –„tien kliks”– hardlopen. „Bovendien word je er minder snel uitgetrapt.”
Elmar Duiveman (43) uit Doorn, buurman van de kazerne, ziet de mariniers met lede ogen vertrekken. „Als er oorlog zou uitbreken, dan hebben we de mariniers keihard nodig. We moeten zuinig zijn op deze elite-eenheid.” Verhuizing naar Zeeland is slecht voor het korps. „Mariniers kunnen in Doorn, met veel heuvels, veel beter fit blijven, dan in Vlissingen.”