„Strijd tegen het water maakte van Ochten even wereldnieuws”
Een medewerker van het polderdistrict stormt een vergadering van de rampenstaf binnen en roept: „De dijk scheurt.” Het is de opmaat naar de noodverordening om Ochten in drie uur tijd te evacueren.
Oud-burgemeester Zomerdijk van Echteld herinnert zich dat moment als de dag van gisteren. „Een dag eerder leek het er nog op dat de inwoners van Ochten niet weg hoefden, terwijl Tiel en omgeving en de Bommelerwaard toen al ontruimd werden. We waren die ochtend, 1 februari, op het gemeentehuis met alle verantwoordelijken bij elkaar om de situatie te bespreken toen een van de dijkwachten in paniek naar binnen rende. Er zat een scheur in het wegdek van de dijk van 20 meter die niet alleen snel groeide, maar ook steeds breder en dieper werd.
Aan de rivierzijde begon de dijk te schuiven. Op dat moment stond het water 16,68 meter boven NAP bij Lobith, terwijl 16,40 meter al kritiek was. De harde wind waaide haaks op de al doorweekte dijk en de stroomsnelheid was hoog. In samenspraak met het waterschap besloot ik toen tot een noodevacuatie. Als burgemeester heb je die bevoegdheid.”
Zomerdijk hoeft niet diep in zijn geheugen te graven om zich de situatie weer voor de geest te halen. Het verhaal heeft hij de afgelopen 25 jaar al honderden keren verteld. Ook dat hij hetzelfde besluit in een soortgelijke situatie opnieuw zou nemen. „De toestand was levensbedreigend en de gevolgen van een dijkdoorbraak zouden enorm zijn geweest. Ochten lag er pal achter en de watermassa zou een 7 meter hoge golf hebben veroorzaakt en het dorp hebben verwoest. Iedere deskundige binnen onze rampenstaf adviseerde om de inwoners met spoed te evacueren.”
De evacuatie van Tiel en omgeving werd tijdelijk stilgelegd om de mensen uit Ochten voorrang te geven bij hun vlucht uit het gebied. Tegelijkertijd stroomden vrijwilligers en militairen toe om te helpen de dijk te versterken. „Ik had toen plotseling ook het bevel over soldaten. Dat maak je als burgemeester maar zelden mee. Duikers van defensie moesten onder water aan de buitenzijde van de dijk een zeil bevestigen. Enorm gevaarlijk werk. De dijk was zo doorweekt dat een van hen zijn hele arm in het talud kon steken. De waterkering was in beweging, en dat is tijdens het hoogwater toen op geen enkele andere plek gebeurd.”
Laarzen
Wat de oud-bestuurder zich vooral ook herinnert, zijn de enorme saamhorigheid en zelfredzaamheid. „Niet alleen van de bewoners, maar ook bij de vrijwilligers. Boomkwekers kwamen helpen met hun personeel. Militairen hadden aan één woord genoeg om te weten wat ze moesten doen. Hulp kwam overal vandaan. Het eten haalden we uit de diepvries van het verlaten bejaardentehuis. Eieren waren er genoeg dankzij de overal rondzwervende kippen. We hebben flink wat uitsmijters gebakken.”
Maar niet alleen de vrijwilligers moesten aangestuurd worden, ook voor de massaal toegestroomde pers was begeleiding nodig. „Er waren hier zo’n 350 journalisten, uit tal van landen. Ochten was wereldnieuws. Vervolgens kreeg ik ook nog bericht dat koningin Beatrix de volgende dag een bezoek wilde brengen om hulpverleners een hart onder de riem te steken. Of ik laarzen voor haar wilde regelen, want dat was gebruikelijk als de koningin een rampgebied bezocht. Als rampenstaf hebben we toen uit solidariteit ook laarzen aangetrokken.”
serie
Vluchten voor het water
De dijken in het Rivierengebied stonden op springen. Zo’n 250.000 inwoners moesten met spoed hun huizen verlaten. Wat was er 25 jaar geleden aan de hand? En kan het opnieuw gebeuren? Dinsdag deel 3.