De olieprijzen zijn maandag flink gezakt uit angst voor het coronavirus. De uitbraak van die ziekte in Azië drukt mogelijk de vraag naar de brandstof. Saudi-Arabië liet weten de situatie scherp in de gaten te houden, maar nog weinig verschil te zien in de vraag naar olie.
De prijs van een vat olie zakte maandagochtend vroeg ruim 3 procent nadat China nieuwe besmettingscijfers had bekendgemaakt. Rond 08.10 uur was een vat Amerikaanse olie nog altijd 2 procent minder waard op 53,09 dollar. Brentolie was bijna 2 procent goedkoper en kostte 59,52 dollar per vat.
Analisten verwachten dat de virusuitbraak de Chinese economie nog wel enige tijd dwars zal zitten. Bedrijven daar zullen voorlopig langer gesloten blijven nu de Chinese overheid de vakantie rondom het Chinees Nieuwjaar heeft verlengd. Wel reageren de olieprijzen overdreven. Handelaren bereiden zich voor op het slechtste geval, denken de marktkenners.
De Saudische olieminister Abdulaziz bin Salman zegt de situatie nauwlettend in de gaten te houden. Hij vergelijkt de situatie met de uitbraak van het SARS-virus in 2003 toen eenzelfde vorm van „extreem pessimisme” vat kreeg op de markt. Ook toen was er volgens Bin Salman „geen aanzienlijke afname van de wereldwijde vraag naar olie”.
Ook de prijzen van landbouwproducten stonden onder druk door de zorgen over het coronavirus, waaronder sojabonen, mais en graan. Handelaren denken dat door de uitbraak in China de vraag geraakt zal worden. De prijs van ijzererts ging eveneens behoorlijk onderuit, door zorgen dat de uitbraak van het virus de Chinese economie zal ondermijnen, met een zwakkere vraag naar staal tot gevolg. Daarentegen zat de goudprijs in de lift. Beleggers vluchten in onrustige tijden op de financiële markten in veilig geachte havens zoals bijvoorbeeld goud.