Jehovah’s Getuigen hebben een ernstig probleem wat betreft seksueel misbruik. Zij hebben daarom „een verscherpt staatsonderzoek” nodig. Dat is de conclusie van een rapport van de Universiteit Utrecht (UU), aldus het Algemeen Dagblad donderdag.
Leden van de geloofsgemeenschap melden misbruikbeschuldigingen niet (of met tegenzin) aan de politie. De Jehovah’s Getuigen zouden extra toezicht vanuit de overheid nodig hebben, omdat zij een „gesloten gemeenschap” zijn.
De UU voerde het onderzoek uit in opdracht van minister Dekker van Rechtsbescherming. Het rapport met uitkomsten zou donderdag gepubliceerd worden. De Jehovah’s Getuigen stapten echter naar de rechter om publicatie te voorkomen. Het AD schrijft de dagvaarding van het kort geding in handen te hebben en citeert daaruit de belangrijkste onderzoeksresultaten.
De onderzoekers kregen 751 meldingen binnen over seksueel misbruik. Bijna 300 mensen deelden hun eigen verhaal, 459 respondenten maakten melding van misbruik van iemand in hun omgeving. Ongeveer de helft (52 procent) van de meldingen is gedaan door mensen die niet meer bij de gemeenschap horen. De Jehovah’s Getuigen hebben in Nederland zo’n 30.000 leden.
Driekwart van de slachtoffers vindt dat ze door de kerk onvoldoende geholpen zijn. De onderzoekers zouden pleiten voor een misbruikmeldpunt binnen de gemeenschap. Over de manier waarop met meldingen wordt omgegaan, moet jaarlijks verslag worden gedaan. De onderzoekers suggereren volgens het AD ook dat de onderwijsinspectie schoolprestaties van kinderen van de Jehovah’s Getuigen beter in de gaten moet houden.
Schade
De uitspraak in het kort geding van de Jehovah’s Getuigen tegen de UU en de Staat der Nederlanden stond donderdagmiddag om 16.00 uur gepland. De gemeenschap vreesde „onherstelbare schade” als het rapport openbaar zou komen. „In het rapport van de UU wordt ten onrechte getracht de bewering te rechtvaardigen dat Jehovah’s Getuigen een gesloten gemeenschap zijn en een speciale interventie van de regering vereisen, inclusief toezicht op hun kinderen”, schrijven de advocaten van de Jehovah’s Getuigen. Op hun verzoek weerde de rechter woensdag tijdens het begin van de zitting pers en publiek uit de zaal, omdat tijdens de behandeling van de zaak al veel van het rapport op tafel zou komen.
Van de meldingen in het rapport gaat 4 procent over misbruik door een ouderling; het merendeel van het misbruik vond plaats buiten de kerk, in de familiekring of bij leden thuis. Op basis daarvan stellen de Jehovah’s Getuigen volgens het AD dat het misbruik voornamelijk niet-institutioneel was. Zij zouden het ook discriminerend vinden dat de onderzoekers het misbruik door ouderlingen direct aan hun religie koppelen.
Het rapport zou donderdag na publicatie worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Die diende in maart 2018 een motie in om het onderzoek te laten uitvoeren, na publicaties in dagblad Trouw over misbruik en een doofpotcultuur bij de Jehovah’s Getuigen.