Virus reist met Chinezen mee
China kampt met de uitbraak van een nieuw type virus. Volgens de autoriteiten is er geen reden tot paniek. Maar hoe beheersbaar is een besmettelijk virus nu ruim 400 miljoen Chinezen op reis gaan?
Beheersbaar en niet verontrustend. Met die woorden typeerden de Chinese autoriteiten maandag de uitbraak van een nieuw griepvirus in hun land.
Wuhan, een 11 miljoen inwoners tellende stad in Midden-China, heeft de twijfelachtige reputatie de eerste en grootste besmettingshaard te zijn. Volgens het London’s Imperial College ligt het totaal aantal besmetingen in deze stad op „ten minste” 1723. Al eerder was gemeld dat het virus er drie levens heeft geëist.
Eind vorig jaar stak in Wuhan het virus de kop op, een onbekend type Corona-virus dat de naam 2019-nCoV kreeg. Als bron van besmetting werd een vismarkt gezien. Dat zou erop wijzen dat van overbrenging van dier op mens sprake is, en niet van mens op mens. Dat laatste wordt echter zeker niet uitgesloten, ook niet door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Inmiddels zijn er ook meldingen van besmetting vanuit Peking (twee gevallen) en Shenzen, in het zuiden van het land (een geval). In beide steden gaat het om mensen die Wuhan hadden bezocht. Dat laatste gold ook voor de vrouw die dit weekend in Zuid-Korea besmet bleek te zijn. Ook in Japan (een geval) en Thailand (twee) zijn inmiddels patiënten met het „Wuhan-virus” opgenomen in het ziekenhuis.
Controleerbaar en niet verontrustend, dus. Maar hoe geloofwaardig zijn zulke woorden als die half januari in China worden uitgesproken? Ruim 1 miljard Chinezen staan op het punt Chinees Nieuwjaar te gaan vieren en dat betekent dat velen van hen deze week massaal op reis gaan naar familie elders in het land. Meer dan 400 miljoen reizigers krioelen straks op stations-, vertrek- en aankomsthallen, en ze kruipen bij elkaar in treincoupés en vliegtuigcabines. Voor een virusuitbraak is januari in China het uitgelezen moment.
China’s autoritaire bestuur is evenmin een geruststellende factor, vindt John Dotson, China-kenner bij The Jamestown Foundation, een Amerikaanse denktank. Hij wijst op het getreuzel van de autoriteiten na de uitbraak van de SARS-epidemie in de winter van 2002-2003. Media werd het zwijgen opgelegd, en ook de autoriteiten schitterden in het verdoezelen van informatie.
Hoewel Dotson meer openheid ziet rond het Wuhan-virus, wijst hij toch ook op verontrustende signalen. Zo is erover praten via sociale media ook nu verboden. Het „verspreiden van geruchten” –of die op waarheid berusten of niet– is sowieso strafbaar. Inmiddels hebben acht mensen in Wuhan met de wetgeving te maken; zij werden opgepakt op verdenking van dit ‘misdrijf’. Het gevolg is verontrustend. „Wie informatie heeft over het virus, laat het wel uit zijn hoofd om dat te delen”, stelt Dotson.