De deelnemers aan de Libië-top in Berlijn zijn het zondag eens geworden over de naleving van een VN-wapenembargo voor het door een burgeroorlog verscheurde Noord-Afrikaanse land. Ze spraken af geen van de strijdende partijen militaire steun meer te verlenen.
In de slotverklaring staat verder dat de internationale inspanningen, om te voorkomen dat het embargo wordt geschonden, worden versterkt. Dat zou een stap zijn op de lange weg naar een staakt-het-vuren en uiteindelijk vrede in Libië. Er zal een commissie worden gevormd om de strategie daarvoor te bepalen en deze top een vervolg te geven. De Italiaanse premier Giuseppe Conte zei bereid te zijn een leidende rol te spelen bij het bereiken van een bestand en vredesakkoord.
Aan de bijeenkomst in de Duitse hoofdstad namen, onder voorzitterschap van bondskanselier Angela Merkel en VN-secretaris-generaal António Guterres, vertegenwoordigers van zestien betrokken landen en organisaties deel. Het lukte echter niet de Libische krijgsheer Khalifa Haftar terug te krijgen aan de onderhandelingstafel. Deze maakt in het noordoosten van het land de dienst uit en belegert met zijn troepen al maanden hoofdstad Tripoli in het noordwesten.
De afgelopen dagen sloot Haftar vijf havens die van groot belang zijn voor de olie-export, de belangrijkste bron van inkomsten voor Libië, en legde de productie op de grootste olievelden stil. Guterres sprak daarover zijn verontrusting uit. Hij riep de aanwezige kopstukken, onder wie de Turkse president Recep Tayyip Erdogan en diens Russische collega Vladimir Poetin, op zich niet militair te mengen in het conflict omdat daarvoor geen militaire oplossing bestaat.