De meeste mensen deugen. Of toch niet?
„Dag dominee voor de seculieren”, zo besloot een NPO 3-journaliste haar interview met Rutger Bregman, auteur van de bestseller ”De meeste mensen deugen”. Hij dacht even na en knikte: „Hm, hm. Ja, dat is eigenlijk wel zo.”
De zoon van een dominee en voormalig lid van een christelijke studentenvereniging werd boodschapper van een seculier evangelie. Bregman is opgeleid als historicus. Weet veel over bijna alles. Heeft een enorme drijfveer om de ander te overtuigen van zijn gelijk. Het Britse dagblad The Guardian noemt hem „het Nederlandse wonderkind van de nieuwe ideeën.” Wat is zijn boodschap? En is het de moeite waard om er kennis van te nemen?
Een vliegtuig maakt een noodlanding. De cabine staat vol rook. Iedereen beseft: We moeten er zo snel mogelijk uit. Wat gebeurt er? Op planeet A helpen de mensen elkaar, geven voorrang aan de ouderen, kinderen en zwakken, zijn zelfs bereid hun leven voor een vreemde te geven. Op planeet B is het ieder voor zich. Kinderen, mensen met een handicap en ouderen worden onder de voet gelopen. Op welke planeet leven wij? Bijna iedereen denkt B. Die mensen gaan uit van het principe: de meeste mensen deugen niet. Dat is volgens Bregman onjuist. Met een overvloed aan bewijsmateriaal probeert hij de lezer van het omgekeerde te overtuigen.
Een van de beroemdste jeugdboeken ooit is ”The Lord of the Flies”. Een groep jongens overleeft een vliegtuigongeluk en komt op een onbewoond eiland terecht. Daar ontpopt zich al binnen enkele dagen een machtsstrijd tussen twee leiders die ieder een deel van de groep op hun hand krijgen. Uiteindelijk leidt dit tot moord op leden van de vijandelijke groep. De auteur die dit verhaal verzon denkt vanuit het paradigma van planeet B. „De mens produceert kwaad als een bij honing”, zo bracht hij zijn onderliggend idee onder woorden.
Ander verhaal
Bregman kwam via internet echter een ander verhaal op het spoor, niet verzonnen maar realiteit. Over zes jongens uit Tonga, een Polynesisch eiland. Overvallen door een storm tijdens een vistocht, spoelen ze aan op een onbewoond eiland. De jongens ontwikkelen een diepe kameraadschap. Lossen ruzies op en overleven op wonderbaarlijke wijze. Bregman reisde af naar Australië om enkelen van hen –nu oude mannen– te spreken. Een van hen had zijn memoires op papier gezet. De eerste zin luidde: „Het leven heeft me veel geleerd, inclusief de les dat je altijd naar het goede en positieve moet zoeken in mensen.” Dit is planeet A, de meeste mensen deugen. ”The Lord of the Flies” is een verzinsel, gebaseerd op een fout mensbeeld. Het verhaal uit Polynesië is de realiteit.
Vernislaag
Dit verhaal is exemplarisch voor de manier waarop Bregman probeert te overtuigen. Zijn onderzoek bestrijkt veel terreinen. Hij zoekt naar zijn gelijk en krijgt dat vaak ook. Wetenschappelijke inzichten, gebaseerd op empirisch onderzoek waaruit blijkt dat de mens tot het kwade neigt, prikt hij genadeloos door en zet daar andere inzichten, ervaringen en experimenten tegenover. Hij weigert te geloven dat de mens in wezen een bruut is, in bedwang gehouden door een vernislaag beschaving. Hij geeft overvloedig voorbeelden van het tegendeel.
Bregman is atheïst en evolutionist en er is veel tegen zijn betoog in te brengen. Bijvoorbeeld dat het kwaad wel degelijk onderdeel is van onze samenleving. Lees ”Heilige strijd” van Beatrice de Graaf. Of dat de mens in zonde ontvangen en geboren is en onbekwaam is tot enig geestelijk goed. Lees De Dordtse Leerregels. Maar daarmee doe je Bregman niet helemaal recht. Hij erkent het kwade. In een podcast zegt hij: „De mens is niet in wezen goed. De mens heeft twee benen, een goed en een slecht been. De vraag is welk been we trainen.” Wat hij wil is een realistisch beeld geven van de menselijke psychologie op basis van wetenschappelijke inzichten. En zo komt hij tot zijn conclusie dat de meeste mensen deugen. Niet dat álle mensen deugen of dat de héle mens deugt. Maar in het samenleven met elkaar moeten we uitgaan van vertrouwen in elkaar, de goede bedoelingen van de ander, en dus een positief mensbeeld hanteren.
En als je dat doet bij het geven van onderwijs, opvoeden, politiek bedrijven, gevangenissen inrichten en zorg verlenen, gebeurt er iets. Dan ga je uit van vertrouwen. Natuurlijk zet je je fiets op slot. Maar je weet dat de meeste mensen geen fietsendief zijn. Dat leerlingen er niet op uit zijn om een leraar in de hoek te zetten. Dat vertrouwen geven aan een gevangene soms beschaamd wordt, maar meestentijds tot veel betere resultaten leidt dan een repressief en streng beleid, waarbij je ervan uitgaat dat de ander niet deugt en dus niet te vertrouwen is.
Manco
Bregman schreef een spannend boek. Ik heb bewondering voor zijn eruditie, glasheldere schrijfstijl en oratorisch talent. Maar zijn boodschap schuurt wel. Bregman komt bij zijn oplossingen door een puur rationale –wat hij noemt realistische– aanpak. Daarin neemt hij je mee op een indrukwekkende zoektocht waar je veel van kunt leren, ook al ben je het niet met hem eens. Het grote manco is dat hij religie buiten de deur houdt. Dat is voor hem een gepasseerd station in de geschiedenis van de mensheid en daarom biedt hij ons nu een nieuwe geschiedenis van de mensheid.
De grote problemen van ons leven en ons samenleven zijn echter niet op te lossen met inzichten uit de psychologie, economie, geschiedenis. Het probleem van de mens is een moreel probleem. Dat raakt aan onze waarden, zingeving, godsdienst, levensbeschouwing. Wetenschap, techniek, economie, democratie hielpen ons de natuur te leren beheersen, de macht onder controle te brengen, de welvaart te maximaliseren. Maar vertellen ons niets over de zin van het bestaan. Over de richting die we moeten kiezen. Daarvoor zijn moraal, religie en levensbeschouwing nodig. De verlichte moderne westerse mens heeft dat nu juist buiten de deur gezet.
Tijdens het laatst gehouden Nationaal Religiedebat werd gezegd: „Er is nog niets uitgevonden wat beter lijmt dan religie.” Ook Bregman heeft niet iets beters uitgevonden. Hij biedt wel een alternatief, maar dat bevredigt uiteindelijk toch niet.
Boekgegevens
De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens, Rutger Bregman; uitg. De Correspondent; 521 blz.; € 25,-