Chemours moet uitstoot PFAS sneller verlagen
De provincie Zuid-Holland scherpt de milieuvergunning voor chemiebedrijf Chemours in Dordrecht aan. Het bedrijf moet de uitstoot van PFAS-verbindingen sneller drastisch verminderen dan tot nog toe werd geëist. Ook moet Chemours beter registreren waar de stoffen terechtkomen.
Het college van Gedeputeerde Staten wil in de nieuwe vergunning vastleggen dat Chemours vanaf 2021 nog hooguit 3,2 kilogram van de GenX-stof FRD per jaar via de lucht mag uitstoten. Nu is het maximum 450 kilo.
Chemours past een installatie aan om de vermindering te realiseren. In de tussentijd moet de uitstoot terug naar 90 kilo per jaar. Voor andere stoffen volgen forse aanscherpingen in 2024 en 2025: uiteindelijk moeten de emissies van de fabriek met 99 procent omlaag. Ook het lozen van GenX in het water moet in 2020 nihil zijn: in een jaar tijd mag Chemours dan nog maximaal twee kilo ervan in de Merwede terecht laten komen. Nu is dat nog 140 kilo.
Het bedrijf produceert op grote schaal kunststoffen als teflon, die water, vet en vuil afstoten. Daarvoor gebruikt het bedrijf zogeheten poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS). Die zijn nauwelijks afbreekbaar en kunnen zich daardoor ophopen in het milieu of het menselijk lichaam. Enkele van de stoffen zijn wettelijk verboden omdat ze schadelijk zijn voor de gezondheid.
Zogeheten GenX-stoffen die Chemours nog wel gebruikt, zijn inmiddels door het RIVM bestempeld tot „zeer zorgwekkende stoffen”. Dat kan een voorportaal zijn voor een verbod. Het provinciebestuur vindt dat Chemours „er alles aan moet doen om te voorkomen dat deze stoffen in het milieu terecht komen”.
De aanwezigheid van PFAS in de Nederlandse bodem is een risico voor het milieu en gaf de aanzet tot regelgeving over het verplaatsen van grond die volgens de bouwsector zo streng was dat talloze projecten stilvielen.