Onze dochter Linde, ruim 2 jaar, is verlegen in nieuwe situaties. Als wij bijvoorbeeld naar een verjaardag gaan, wil ze alleen maar op schoot zitten en maakt ze geen contact met andere kinderen. Pas als we naar huis gaan, lijkt ze weer wat te ontspannen. Hoe kunnen wij onze dochter helpen om zich wat comfortabeler te voelen in verschillende situaties?
Uit onderzoeken blijkt dat ongeveer 20 procent van de baby’s emotioneel hoogreactief is. Deze baby’s vertonen een sterke –vaak negatieve– emotionele reactie wanneer ze worden geconfronteerd met intense zintuigelijke prikkels, zoals harde geluiden, kleurig speelgoed of onbekende mensen.
De baby’s reageren hierop met een lichamelijke schrikreactie; ze zwaaien met hun armen en benen, spannen hun spieren en beginnen te huilen. Baby’s die minder emotioneel reactief zijn, reageren rustiger en lijken minder onder de indruk van dergelijke prikkels.
Opvoedingsstijl
In de kindertijd blijven de verschillen in reactiviteit zichtbaar. Zo zijn hoogreactieve kleuters zwijgzamer in nieuwe situaties of bij onbekende mensen, glimlachen ze minder vaak, zoeken ze sterk de nabijheid van een vertrouwde persoon of proberen ze zich te onttrekken aan de situatie.
Wetenschappers vermoeden dat emotioneel hoogreactieve baby’s een grotere kans hebben om als kind en volwassene sociaal geremd of verlegen te worden. Tegelijkertijd lijkt dit geen een-op-eenrelatie te zijn en wijst onderzoek uit dat de opvoedingsstijl van de ouders hierin een rol speelt.
Een warme, ondersteunende opvoedingsstijl helpt kinderen om nieuwe situaties aan te durven gaan. Het lijkt belangrijk om te reageren met begrip en acceptatie wanneer een kind zich angstig gedraagt. Als Linde bij de ouder op schoot wil wegkruipen, is het goed om haar hier ruimte toe te geven. De ouders mogen Linde de tijd geven om de nieuwe situatie op zich te laten inwerken. Het is vaak fijn om de kat uit de boom te kijken wanneer er allerlei nieuwe indrukken zijn.
Taartje
Na verloop van tijd zouden de ouders van Linde haar kunnen aanmoedigen eens rond te kijken. Ze zouden iets kunnen zeggen als: „Hé, kijk die poppenwagen daar, die lijkt op die van ons.” Of: „De mama van Eva heeft een mooie rok aan, vind jij dat ook?”
Door Linde op een rustige manier aan te moedigen om zich heen te kijken, kunnen ouders haar helpen de nieuwe situatie in zich op te nemen. Ook de andere zintuigen kunnen hierbij betrokken worden.
De ouders kunnen Linde bijvoorbeeld aansporen te luisteren: „Welke stem hoor je het duidelijkst?”, te ruiken: „Mmm, dit taartje ruikt lekker. Ruik maar eens!”, of iets te proeven: „Wil je een stukje kaas of een stukje worst?” Op deze manier zal de angst vaak wat afnemen en kan Linde rustig wennen aan de situatie. Als de ouders merken dat Linde zich na verloop van tijd iets meer kan ontspannen vanuit een veilige positie, bijvoorbeeld terwijl ze op schoot zit, is er een belangrijke stap gezet.
Natuurlijk is het fijn als Linde met andere kinderen zou gaan spelen, maar vaak komt het zover niet, zeker niet in het begin. Het belangrijkste is dat Linde zich veilig en ontspannen kan gaan voelen en dat ouder en kind samen ontdekken wat daarbij helpt.
Wanneer een kind (nog) geen contact durft te maken, is dat prima; het mag zijn wie het is. Sommige kinderen zijn meer in hun element in een-op-eencontacten en houden zich in groepen liever wat op de achtergrond.
De ouders kunnen Linde kleine opdrachten geven en haar vragen om hen ergens bij te helpen of om anderen te helpen. Bijvoorbeeld: „Wil jij het gebaksvorkje aan mij geven? Dan kan ik mijn taart eten.” Of: „Dat jongetje daar speelt met blokken, zie je dat? Ik zie hier ook nog een paar blokken op de grond liggen, misschien vind jij het leuk om die aan hem te geven?” Wanneer een kind angstig is, helpt het vaak om de aandacht op anderen te richten: dat leidt af van de angst.
Tactvol
Als ouders het kind geregeld de mogelijkheid bieden om te kunnen wennen aan onbekende situaties, kan het kind vertrouwen opbouwen. Het helpt een hoogreactief kind minder wanneer ouders nieuwe situaties uit de weg gaan om het te beschermen. Op die manier kunnen kinderen namelijk niet leren omgaan met hun emotionele reactiviteit.
Emotioneel hoogreactief zijn is niet goed of slecht, het is een variatie in temperament. Hogere emotionele reactiviteit vraagt van een kind wel meer inspanning om de emoties te leren hanteren. Het kost tijd om te kunnen ontspannen en te kalmeren.
Hoewel soms het idee leeft dat kinderen die zich gemakkelijk in een groep bewegen meer waardering krijgen dan verlegen en sociaal angstige kinderen, heeft juist een kind met een wat meer teruggetrokken karakter vaak een aantal mooie eigenschappen. Het kan goed zijn om hier als ouder over na te denken en de waardevolle kanten van hoge emotionele reactiviteit te zien. Hoogreactieve kinderen hebben vaak een bescheiden en zachtmoedige insteek, zijn niet impulsief maar handelen weloverwogen, zijn vaak tactvol in de omgang, hebben oog voor details én vaak oog voor anderen, en kunnen goed luisteren.
Schaapjes
Het is goed om een kind daarnaast vertrouwd te maken met de Bijbelse zienswijze van een mens. Bij kleine kinderen zou dat kunnen met het voorbeeld van een herder, die allemaal verschillende schaapjes heeft. Sommige schaapjes durven heel veel, andere houden zich liever wat op de achtergrond. Een herder –en dat geldt ook voor de goede Herder– kent hen allemaal, en maakt geen onderscheid. Allerlei soorten schaapjes mogen bij de kudde horen.
Kinderen die emotioneel sterk op hun omgeving reageren, hebben meer tijd nodig om zich weer te kunnen ontspannen. Daarmee kunnen ouders rekening houden door voldoende rustmomenten in te bouwen voor hun kind. Na een inspannende sociale activiteit is het goed om in een rustige omgeving het kind bijvoorbeeld een boek voor te lezen of het gewoon even op schoot te laten zitten. Ouders kunnen hun kind helpen om een dergelijk patroon in te bouwen: na sociale inspanning volgt altijd een moment van rust en ontspanning.
Bij hoogreactieve kinderen is het belangrijk dat zij leren om vertrouwen op te bouwen in zichzelf en in hun vermogen om zich te kunnen ontspannen en zichzelf te kalmeren. Zij mogen samen met hun ouders op zoek gaan naar een passende balans tussen (sociale) activiteiten enerzijds en rustmomenten anderzijds.
Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan de medewerksters van Eigenwijzer. Dat kan door de situatie en de (gezins)omstandigheden, liefst uitvoerig, te mailen naar: wijs@rd.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.
Tips
Geef het kind de tijd om aan een nieuwe situatie te wennen wanneer het hier behoefte aan heeft.
Moedig het kind aan om een nieuwe situatie in zich op te nemen. Wat is er allemaal te zien, en eventueel te horen, te ruiken, te voelen of te proeven?
Ouders kunnen het kind vragen hen of iemand anders ergens mee te helpen. Dit geeft afleiding en biedt een kind houvast.
Bied het kind geregeld nieuwe situaties aan om te kunnen oefenen en ontloop deze niet. Op die manier krijgt het kind de mogelijkheid om vertrouwen op te bouwen.
Houd de sterke kanten van het kind voor ogen.
Na een sociale, inspannende activiteit is het goed om met het kind een rustmoment en/of een rustgevende activiteit te creëren.