Scheepsongeval Urk: Dit is de nachtmerrie voor iedere visser
Het ongeval met de Urker garnalenkotter UK 165 komt hard aan in visserskringen. ,,Als visser heb je een van de gevaarlijkste beroepen.”
Een troosteloze regen slaat donderdagmiddag neer in de haven van Den Helder. Grijsheid en grauwheid. Meeuwen scharrelen rond op de dekken van een paar kotters. Vanuit zijn Mercedes kijkt Bert de Groot (50), bedrijfsleider bij de visafslag, uit over het water.
Rond een uur of vier gaat zijn telefoon. Het is Johan Daalder van de garnalenkotter TX (Texel) 34. Hij is een van de vissers die donderdag op het onstuimige water van de Noordzee speurde naar de twee vermiste Urkers. Voor het leven van de mannen wordt gevreesd, nadat hun kotter donderdag bij ruw weer zonk.
,,Wrang” noemt Daalder zijn urenlange zoektocht op het water, die tot dan zonder resultaat is. ,,Het is turen en opletten. Je let op alles wat niet in het water thuishoort.”
Keihard
Het scheepsongeval nabij Texel komt in visserskringen „keihard aan”, knikt bedrijfsleider De Groot vanachter het stuur van zijn Mercedes. „Dit is de nachtmerrie van iedere visser.” Om acht uur donderdagmorgen hadden de twee Urker vissers opnieuw hun garnalen willen lossen in Den Helder.
De Groot ging al enige tijd om met zijn Urker klanten. Vorige week maakte hij nog een praatje met de mannen. „Fantastische jongens.”
De bedrijfsleider van de visafslag maakt graag foto’s van zijn klanten. Een van die foto’s op zijn telefoon greep hem donderdag aan. In de herfstvakantie legde hij de 41-jarige Urker schipper van de UK 165 met diens zoon op de gevoelige plaat. „Vader op het dek van de kotter, de zoon op de kant. Ik zei nog tegen die jongen: Leuk dat je met je vader mee bent. Vader was zo trots. En nu is die man waarschijnlijk niet meer in leven. Dat vind ik zó triest, zó verdrietig.”
Van dichtbij weet De Groot hoe riskant het vissersbestaan is. „Een visser heeft een van de gevaarlijkste beroepen. Een ongeluk zit in een klein hoekje.” Ooit sloeg een kennis overboord. Hij brak zijn schouder, maar overleefde het ongeval.
Donderdagmiddag rond vier uur zijn de twee Urkers nog niet gevonden, De Groot vreest het ergste. Zijn gezicht betrekt. „Het water is koud, het weer is ruw. Hoe overleef je dan?”
Moeilijk
„Het is zoeken naar een speld in een hooiberg”, typeert zegsman Ron Corstanje van de Kustwacht donderdagmiddag rond drie uur de zoektocht op zee. „Het is moeilijk om mensen in zee te ontdekken. Zeker in het donker met golven van anderhalve meter hoog. Witte schuimkoppen bemoeilijken het zoeken. Zo zie je iets aparts in het water, zo is het weer weg.”
Het lijkt erop dat de kotter razendsnel is gezonken. Toen donderdagmorgen vroeg alarm binnenkwam, heeft de Kustwacht „echt groot ingezet” om de vissermannen te vinden. Diverse vaartuigen van Kustwacht en KNRM gingen de zee op. Ook collega-vissers keken uit naar de vermiste vissers. Zoekacties worden zo nodig aangepast aan windrichting en stroming, legt Corstanje uit.
Verpleegkundige
Onder meer twee helikopters vlogen donderdag rond boven de plek waar de kotter is vergaan. „Mensen speuren op zicht naar de vermisten.”
In een van die heli’s zitten vijf bemanningsleden: piloot, copiloot, redder, verpleegkundige en de ‘bediener’ van de kabel waarmee iemand uit zee kan worden gehesen. De heli’s beschikken ook over warmtebeeldcamera’s, waarmee lichamen kunnen worden opgespoord.
De mijnenjager Zr. Ms. Makkum heeft donderdag met zekerheid de plek gelokaliseerd waar de UK 165 op de zeebodem ligt. „Op die plaats hebben we ook spullen van de kotter gevonden, zoals ronddrijvende boeitjes.” Corstanje sluit niet uit dat de twee bemanningsleden zich nog aan boord van de gezonken kotter bevinden. Duikers kunnen vanwege het ruwe weer donderdag en vrijdag niet afdalen in het vaartuig.
Corstanje waardeert het dat collega-vissers hun werk lieten liggen en de helpende hand boden bij de zoekactie. „Die kameraadschap is op zee gebruikelijk. Als het nodig is, help je elkaar onmiddellijk.”
Verstrikt
In visserskringen wordt rekening gehouden met het scenario dat vistuig van de Urker garnalenkotter verstrikt raakte in een wrak op de zeebodem. Mogelijk is het schip in ruw weer gekapseisd in combinatie met hoogtij.
Besteden Nederlandse vissers voldoende aandacht aan hun veiligheid? Dat menig visser zonder reddingsvest en zonder helm aan boord werkt, is een hardnekkige praktijk, zo valt in Den Helder te vernemen. „Zo gaat het al honderd jaar.” Een overlevingspak zou de zeelui beperken in hun bewegingsvrijheid.
Miezerigheid
Het is een en al miezerigheid in Den Helder. Hugo Slot (57), bonkig hoofd, is van zijn fiets gestapt. „Verschrikkelijk”, noemt hij het vergaan van de Urker kotter. In de schuur waar Slot donderdag netten repareerde was het scheepsongeval het gesprek van de dag.
Zelf voer Slot een kwarteeuw op de Noordzee. Hij is „dankbaar” dat zich op zijn schip nooit een dodelijk ongeval voordeed. Al stond hij op de brug (stuurhut, JV) menigmaal te piekeren over noodscenario’s die hij ooit op school leerde.
Windkracht tien beukte meer dan eens tegen zijn kotter. Dan is het zaak om te stoppen met vissen en „heel kalmpjes met de kop op de wind te gaan varen.”
Gevaren blijven er altijd, knikt Slot. De zee nam zo’n twintig jaar het leven van een kameraad. „Hij was schipper. Bij slecht weer sloeg hij overboord. De helikopter was er snel bij, maar hij was al niet meer in leven.”