Conservatieven lijken band met natuur kwijt te zijn
Natuurbehoud was vanouds belangrijk voor conservatieven. Zij laten zich nu te veel in met een denkwijze die de waarde van natuur, traditie en rust ondergeschikt ziet aan die van geld en groei.
Er is iets bijzonders aan de hand in het debat over de stikstofcrisis. Na maandenlang gesteggel over manieren om de uitstoot van stikstof te verminderen, zijn we terechtgekomen in een fundamentele discussie: de waarde van natuur.
Partijen als VVD en CDA pleiten voor het opheffen van kleine natuurgebieden om boeren en woningbouw zoveel mogelijk te ontzien. Aan de andere kant van het politieke spectrum roepen partijen als GroenLinks en de Partij voor de Dieren juist op natuur beter te beschermen.
Op het eerste gezicht een klassieke links-rechtstegenstelling. Wat echter volledig ontbreekt in het debat, is het conservatieve geluid. Dat vind ik als progressieve politicus jammer, want juist als het gaat om natuurbescherming, kunnen conservatief en progressief Nederland elkaar vinden.
Plek van ons samen
Het behoud van landschap en natuur (rentmeesterschap) is vanouds belangrijk in het conservatieve gedachtegoed. De Britse conservatieve filosoof Roger Scruton stelt in zijn boek ”Groene filosofie” dat de natuurlijke omgeving kan worden gezien als ons huis, dat we moeten onderhouden: „de plek waar we zijn en die van ons samen is, de plek die ons definieert, die we in beheer hebben voor onze afstammelingen en die we niet willen bederven.” Volgens Scruton is particulier en lokaal initiatief van het grootste belang om onze natuur te beschermen tegen de mondiale krachten van het economische systeem.
Die conservatieve opvatting past goed in de Nederlandse traditie van natuurbescherming. Betrokken burgers van confessionelen en niet-confessionelen huize kochten vanaf het einde van de 19e eeuw ”natuurreservaten” op en onderhielden die. Recent nog haalde het burgerinitiatief Mooi Binnenland vier ton op voor een uitbreiding van 50 hectare van het kleine natuurgebied Binnenveld. Natuurbehoud in Nederland is voor een groot deel lokaal en gebaseerd op de inzet van vrijwilligers, ondersteund door private organisaties als Natuurmonumenten en de Vogelbescherming.
Wrang
Het wrange is dat juist in politieke partijen met een grote conservatieve aanhang, zoals VVD, CDA, ChristenUnie en SGP, de waarde van natuur op de achtergrond lijkt te zijn geraakt. VVD en CDA stelden anderhalve week geleden zelfs dat een natuurgebied als het Wierdense Veld zonder beschermde status kan. Het Wierdense Veld is het laatste overgebleven stukje van een ooit uitgebreid veenlandschap in Twente. Doordat veen is afgegraven voor turf, is dit soort landschap in Nederland vrijwel geheel verdwenen. Het Wierdense Veld vormt een laatste link met ons gedeelde verleden. Naast de aanwezigheid van unieke plant- en diersoorten vertellen gebieden als het Wierdense Veld ons iets over wie we als Nederland zijn en waar we vandaan komen.
Rentmeesterschap
Te veel conservatieven laten zich gijzelen door een politiek gedachtegoed waarin de waarde van natuur, traditie, verleden, rust en stilte ondergeschikt is geraakt aan de waarde van geld en groei. We zijn zo in de wonderlijke situatie terechtgekomen dat conservatieven zich niet meer uitspreken voor rentmeesterschap en het goed zorgen voor de natuur als ons gezamenlijke huis. Wat dat betreft biedt de stikstofcrisis een unieke kans voor conservatief en progressief Nederland: sla over partijlijnen en politiek gesteggel heen de handen ineen en kom samen op voor de natuur.
De auteur is gemeenteraadslid voor GroenLinks in Rotterdam.