GGiN publiceren boekje over inhoud prediking
Het kerkelijk bureau van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) publiceert deze week op verzoek van de synode het boekje ”Wet en Evangelie”. Het gaat om „de kerninhoud van de prediking van Gods Woord.” Drie vragen aan R. A. van der Garde, secretaris van het deputaatschap contact met kerken (DCK) van de GGiN.
Vanwaar deze publicatie, wat was de aanleiding?
„Dit boekje is geschreven als antwoord op de vraag of de leer van Gereformeerde Gemeenten in Nederland op een begrijpelijke wijze duidelijk gemaakt zou kunnen worden, ook voor jongeren. Aanleiding was dat, tijdens de besprekingen met het deputaatschap kerkelijke eenheid (DKE) van de Gereformeerde Gemeenten, gesproken is over verschillen in de leer tussen de beide kerkverbanden.
Tijdens een synodevergadering van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland is naar aanleiding hiervan het besluit genomen om te komen tot een beknopte publicatie.
Die is nu uitgemond in het boekje ”Wet en Evangelie”. Dit boekje is inmiddels door de generale synode van 2019 vastgesteld.”
Wat willen de GGiN hiermee bereiken: intern inkaderen waarvoor de kerk staat, of naar buiten vertellen: dit zijn wij?
„Het gaat er ons in de eerste plaats om om intern aan te geven waarvoor de kerk staat. Maar deze publicatie wil ook een boodschap afgeven naar buiten.”
In de inleiding staat: Sinds de jaren vijftig is er al veel geschreven over de inhoud van de prediking, over de plaats van de beloften en over het aanbod van genade. Nu zijn er nieuwe vragen bij gekomen. Welke zijn die?
„Het gaat om de vragen rond het onderscheid dat binnen de Gereformeerde Gemeenten wordt gemaakt inzake de evangeliebeloften en de verbondsbeloften. Kennelijk zijn er twee soorten van beloften van genade, enerzijds beloften die voor alle hoorders gelden, waarop ook alle hoorders rechten kunnen laten gelden en waarop alle hoorders dus kunnen pleiten, en andere beloften die alleen voor Gods kinderen zijn.
Wij zijn die mening niet toegedaan. Alle beloften van genade worden immers in Christus vervuld. Alle genade vloeit voort uit het eeuwige verbond der genade, en het gemaakte onderscheid tussen de evangeliebeloften en de verbondsbeloften wordt bij de oudvaders niet gevonden.
De uitdrukkingen worden beide gebruikt, maar dat de beloften Gods van genade voor de Zijnen op te delen zouden zijn in deze twee soorten, is naar onze overtuiging een nieuwe onderscheiding.
Dat leggen we uit in ”Wet en Evangelie”.”