OM: 20 jaar en tbs voor ‘liquidatie’ Hümeyra
Het Openbaar Ministerie wil dat Bekir E. (32) een celstraf krijgt van twintig jaar en tbs met dwangverpleging voor het doodschieten van de 16-jarige Hümeyra op haar school in Rotterdam, op 18 december vorig jaar.
De aanklagers vinden dat er sprake is van moord, omdat de verdachte vooraf al van plan zou zijn geweest om haar te doden. Omdat E. van heel dichtbij zeven kogels op haar heeft geschoten, sprak de officier van justitie van een liquidatie.
De Rotterdammer heeft bekend dat hij het meisje, met wie hij heimelijk een korte relatie had gehad, neerschoot in de fietsenstalling in het gebouw, waar ze naar toe was gerend. Hij was achter haar aan gerend en toen zij was gevallen, schoot hij op nog geen meter afstand drie kogels in haar hoofd en vier in haar lichaam.
De achtervolging en de schietpartij zijn vastgelegd door camera’s die daar hingen. Een medescholier stond er vlakbij en heeft ook gezien hoe E. „op berekenende en koelbloedige wijze” Hümeyra vermoordde, aldus de officier van justitie. Die zei er niets anders van te kunnen maken dan dat E. haar heeft geliquideerd.
E. zei donderdag op de zitting dat hij vooraf geen gedachte had om haar te doden. Naar eigen zeggen was hij op de dag van de schietpartij onder invloed van cocaïne en had hij zichzelf daarom niet in de hand. Maar het OM ziet dat helemaal anders. „Zijn intenties waren duidelijk. Ze moest dood”. De aanklagers verwezen naar de stalking en doodsbedreigingen van Hümeyra, in de maanden nadat ze het had uitgemaakt. Het slachtoffer deed daarvan meerdere keren aangifte.
Het OM eiste 252 dagen celstraf, waarvan 90 voorwaardelijk, tegen Mohammed Al-M. Hij zat bij E. in de auto, maar het OM vroeg vrijspraak voor medeplegen, omdat hier geen bewijs voor is. De geëiste straf gaat over de stalking en bedreiging van een buurvrouw en haar partner.