Opgestapte SGP-bestuurders: Partij heeft breder en dieperliggend moreel probleem
De SGP-hoofdbestuursleden mr. P. J. den Boef en ds. A. Vlietstra zijn opgestapt omdat ze „om des gewetens wil” geen verantwoording kunnen nemen voor het vertrek van voormalig partijvoorzitter Peter Zevenbergen.
Dat schrijven de twee in een persverklaring. Beide bestuursleden geven vooralsnog geen nadere mondelinge toelichting op hun vertrek.
In hun persverklaring staat dat ze geen behoefte hebben om verdere informatie over hun vertrek met de media te delen. Wel onthullen ze in het stuk dat Zevenbergen niet uit zichzelf is opgestapt, omdat ze vinden dat de berichtgeving over hem zuiver moet zijn.
Volgens Den Boef en ds. Vlietstra dwong het hoofdbestuur Zevenbergen vrijdag zijn biezen te pakken, zonder nog een keer met hem in gesprek te willen. „Het initiatief daartoe ging uit van een deel van het HB.” De twee onderstrepen dat het bestuur voor de bewuste vrijdag unaniem uitsprak het volste vertrouwen in Zevenbergen te hebben. „Zijn integriteit is tot het laatste toe onderstreept.”
Meer kwesties
De twee betogen ook dat er in de SGP veel meer zaken spelen dan alleen de kwestie-Zevenbergen. Ze vinden dat de partij last heeft „van een breder en dieperliggend, moreel probleem”, maar op welke kwestie(s) ze doelen, blijkt niet uit het stuk.
Behalve hoofdbestuurslid was Den Boef ook bestuurslid van de Stichting Vormingsactiviteiten Oost-Europa (VOE). Rond die partijstichting ontstond afgelopen zomer ophef, nadat een klacht van een werknemer over het reilen en zeilen binnen de VOE uitlekte naar de media. Een onafhankelijk rapport naar aanleiding van deze klacht wordt in december verwacht.
Den Boef trad verdere enkele keren op als woordvoerder van het bestuur in de wachtgeldkwestie. Onlangs zag de SGP zich op aandringen van de kiesvereniging Alblasserdam genoodzaakt enkele zaken uit eerdere berichtgeving daarover recht te zetten.
In een dinsdagochtend verstuurd persbericht van de SGP bevestigt de partij inderdaad dat Zevenbergen bij het bestuur zijn krediet had verspeeld. Hem werd vrijdag, na een spoedberaad, meegedeeld dat hij het best de eer aan zichzelf zou kunnen houden. Daarbij is tevens gemeld dat het bestuur zijn voorzitterschap zou beëindigen als hij dat niet zou doen.
Oplossing
Voorzitter Maarten van Leeuwen zegt in het persbericht het opstappen van Den Boef en Vlietstra te betreuren. De twee zijn voortdurend betrokken geweest bij pogingen in gezamenlijkheid tot een oplossing te komen, zegt de voorzitter.
Het persbericht maakt verder duidelijk dat het hoofdbestuur en Zevenbergen al een tijd intensief discussieerden over de wachtgeldregeling en de ophef daarover. Een centrale vraag daarbij was of Zevensbergens gebruik van de regeling uitsluitend een formeel-juridische kwestie betrof, of een zaak waaraan ook een moreel-ethische dimensie kleefde. Ook valt uit het stuk af te leiden dat het laatste interview dat Zevenbergen in het weekend van 2 november aan het Nederlands Dagblad gaf de druppel is geweest. In dat vraaggesprek antwoordde Zevenbergen op de vraag of hij de verontwaardiging over zijn wachtgeld begreep: „Nee, dat snap ik oprecht niet.”
Bij de SGP valt te beluisteren dat de partij zaterdag juist in het midden liet of Zevenbergens vertrek gedwongen was, om hem zo een eervolle aftocht te bieden. „Dat Den Boef en ds. Vlietstra daar nu aanstoot aan blijken te nemen, verrast ons”, zegt een woordvoerder. De zegsman verwacht niet dat nog meer bestuursleden hun zetel ter beschikking zullen stellen. „Daar zijn op dit moment geen signalen voor.”