Buitenland

Dood Baghdadi kan toenadering al-Qaida en IS betekenen

De dood van IS-leider Aub Bakr al-Baghdadi markeert zonder twijfel een mijlpaal in de strijd tegen terrorisme. Maar ze opent ook mogelijkheden voor toenadering tussen IS en al-Qaida.

Martin Janssen
4 November 2019 19:50Gewijzigd op 16 November 2020 17:25
De plaats waar Baghdadi werd gedood. beeld AFP, Omar Haj Kadour
De plaats waar Baghdadi werd gedood. beeld AFP, Omar Haj Kadour

De afgelopen week is veel over de dood van Baghdadi geschreven. Daarbij bleef in het algemeen één detail onvermeld. Het bleek namelijk dat de leider van Islamitische Staat een veilig heenkomen had gevonden in het Syrische Barisha, in het huis van een zekere Abu Mohammed al-Halabi. Van deze Halabi is bekend dat hij een vertrouweling is van al-Qaidaleider Ayman al-Zawahiri.

De Iraakse veiligheidsdiensten hadden vorig jaar al laten weten dat er op hoog niveau geheime besprekingen tussen kopstukken van al-Qaida en IS plaatshadden. Het was echter de persoon van Baghdadi die het belangrijkste obstakel vormde voor een werkelijke toenadering tussen beide organisaties. Een hindernis die nu uit de weg is geruimd. Optimisten geloven dat de wereld met het verscheiden van Baghdadi een veiliger plaats is geworden. In geval van een eventuele fusie tussen al-Qaida en IS kan echter precies het tegenovergestelde worden verwacht.

De dood van Baghdadi roept herinneringen op aan het uitschakelen van al-Qaidaleider Osama bin Laden. „Dit is een beslissend moment in de oorlog tegen het terrorisme”, aldus de New York Times in 2011, nadat bekend was geworden dat Bin Laden in Pakistan was gedood. We beleven nu een herhaling van dit scenario. IS-leider Baghdadi, die zichzelf in 2014 tot kalief had uitgeroepen, was zijn kalifaat al kwijtgeraakt. Zijn dood zou de genadeklap voor Islamitische Staat betekenen. Maar IS maakte enkele dagen na zijn dood al de naam van zijn opvolger bekend.

Sinds de aanvallen van 11 september 2001 in New York was de naam van al-Qaida een huismerk geworden. De toenmalige Amerikaans president George W. Bush kondigde de oorlog tegen het internationale terrorisme aan. Ondanks alle bezweringen van westerse politici, is al-Qaida sindsdien alleen maar sterker geworden. De organisatie runt in het Syrische Idlib een islamitisch emiraat, zoals de taliban dit eertijds in Afghanistan deden. Idlib ontwikkelde zich de afgelopen jaren tot een trekpleiser voor islamitische militanten. Volgens sommige schattingen zouden zich hier momenteel zo’n 150.000 gewapende strijders bevinden.

Het Westen greep echter om geopolitieke overwegingen niet in. De Syrische president Assad was met Russische steun begonnen zijn land weer onder de controle van Damascus te brengen. Dat druiste tegen de westerse agenda in. Men wilde daarom voorkomen dat het Syrische leger ook Idlib zou heroveren.

Al-Qaida moest de afgelopen jaren een zware tegenslag verwerken, toen haar Iraakse tak zich in 2014 onafhankelijk maakte en een eigen kalifaat oprichtte. Er ontstond toen een broederstrijd, die eerder van tactische dan ideologische aard was. Volgens al-Qaidaleider Ayman al-Zawahiri was de tijd nog niet rijp voor een kalifaat – het uiteindelijke einddoel van de wereldwijde jihadistische beweging. Het probleem was dat Abu Bakr al-Baghdadi van dit einddoel zijn vertrekpunt had gemaakt. De ontwikkelingen in de daaropvolgende jaren leken het gelijk van Zawahiri te bewijzen. Die had immers gewaarschuwd dat het Westen nooit zou toestaan dat het kalifaat weer in ere werd hersteld. En zo gebeurde het.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer