Website over religieus traumasyndroom online
De term zingt rond onder mensen die afscheid hebben genomen van de kerk: het religieus traumasyndroom. Inge Bosscha lanceerde vrijdag een website met informatie over wat zij een „onderschat maatschappelijk probleem” noemt.
Bosscha (42) presenteert zichzelf als deskundige van het religieus traumasyndroom (RTS). Zo rondde ze deels studies af op het gebied van psychologie en pastoraat. Ook in haar eigen leven kreeg Bosscha –opgegroeid in een „traditioneel” vrijgemaakt gereformeerd gezin in Zeeland– te maken met de gevolgen van RTS nadat ze twintig jaar geleden in een roerige periode in haar leven de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt verliet en geen „passende” andere gemeente kon vinden.
De term RTS wordt door de Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog en publicist Marlene Winell gebruikt om te verwijzen naar het lijden van schade door „religieuze indoctrinatie” en het worstelen met het verlaten van een religie die autoritair en dogmatisch is. Bosscha: „Je kunt ermee te maken krijgen als je gelovig bent opgevoed en negatieve ervaringen of gedachten krijgt door de leer waarin je bent grootgebracht of dingen die je hebt meegemaakt in het gezin of in de geloofsgemeenschap.”
Mensen die niet meer geloven, kunnen ook negatieve gevolgen ervaren van het verlaten van het ‘nest’ en het gevoel krijgen dat ze „er niet meer bijhoren”, vervolgt Bosscha. „Als iemand een groep verlaat, vooral als die een gesloten karakter heeft, kan diegene er veel verdriet van hebben. Het rouwproces kan zo intens zijn als na het verlies van een partner.”
RTS is niet opgenomen in DSM-5, het wetenschappelijk handboek voor psychische stoornissen. Veel ‘harde’ informatie over de stoornis is niet beschikbaar; het aantal RTS-gevallen is onbekend.
Met haar website wil Bosscha RTS onder de aandacht brengen. De informatie is vooral bedoeld als handreiking, benadrukt ze. „Het is mij er niet om te doen om te schoppen tegen de kerk. Ik wil ook kerkelijk werkers van informatie voorzien over RTS en de gevolgen die de stoornis kan hebben, onder de aandacht brengen. Het gaat hier om een onderschat maatschappelijk probleem.”
Waarop baseert u die stelling, als er geen cijfers beschikbaar zijn?
„Toen ik in 2015 over RTS begon te schrijven, kreeg ik honderden reacties van mensen die zich erin herkenden. Na een jaar waren dat er ruim duizend, terwijl ik in de doelgroep onbekend was. Dat geeft wat aan, ook omdat er vaak een taboe op dit onderwerp rust.”
Bestaat die doelgroep uit mensen die behoren of behoorden tot de reformatorische kerken?
„Deels. Maar ik krijg ook reacties uit evangelie-, baptisten- of pinkstergemeenten. Sommigen hebben bijvoorbeeld negatieve ervaringen met homogenezingsdiensten of duiveluitdrijvingen.”
Komt RTS alleen voor bij mensen die een christelijke opvoeding hebben gehad?
„Nee, al richt de website zich vanwege de kennis die wij hebben alleen op die gevallen. Ik heb van mensen met een islamitische achtergrond gehoord dat zij zich ook herkennen in de verschijnselen.”
Bezoekers van de website kunnen een zelftest invullen. Welke vragen moeten zij daarvoor beantwoorden?
„De vragen lijken deels op die uit de lijst voor posttraumatische stressstoornissen. Maar ook over andere RTS-verschijnselen, bijvoorbeeld of iemand snel last heeft van zijn geweten of van het gevoel dat hij het altijd goed moet doen voor anderen.”
Kan het niet met persoonlijke karaktereigenschappen of andere factoren te maken hebben als mensen die vragen met ”ja” beantwoorden?
„Zeker. We vermelden erbij dat een hoge score op de test andere oorzaken kan hebben. Het gaat hier om een indicatie, niet om een diagnose. Wij willen mensen geen stressstoornis aanpraten. We zeggen wel: Verdiep je erin of je misschien geen last hebt van klachten die voortkomen uit de leer waarin je bent opgegroeid.”
Verhagen: Website over RTS doet appel op kerken
Theoloog en psychiater dr. Piet Verhagen (62) uit Harderwijk twijfelt er niet aan dat mensen klachten kunnen hebben als gevolg van religieuze en spirituele problemen. „Maar ik kan niet zeggen dat de klachten altijd de vorm van een posttraumatische stressstoornis hebben.”
Verhagen heeft geen cijfers over het aantal RTS-gevallen kunnen vinden. Ook niet op de al langer bestaande Engelstalige website met informatie over RTS. „Om te kunnen stellen dat RTS een onderschat maatschappelijk probleem is, zou ik adviseren om onderzoek te laten uitvoeren. Dat zou verstandig zijn, omdat dit probleem speelt onder mensen die behoord hebben tot verschillende religies. Het kan ook nuttig zijn voor mensen die te maken hebben met de gevolgen van het verlaten van een niet-religieus gesloten systeem.”
Door het gebruik van het woord ”religieus” in de naam van het syndroom wordt de nadruk op het religieuze aspect gelegd. „Er spelen vaak meerdere factoren een rol. Al zeg ik dat niet om het religieuze aspect kleiner te maken; er zíjn mensen die emotionele schade hebben door religieuze en spirituele problemen. Je hebt het hier wel over een bepaalde, kwetsbare groep. Er zijn ook oneindig veel mensen die hun schouders ophalen als ze een kerk hebben verlaten en verder nergens last van hebben. Dat zich honderden mensen melden om te reageren op artikelen op internet, is niet verwonderlijk. Het is een eenvoudige manier om gevonden te worden door mensen die naar informatie zoeken en die vervolgens reageren.”
Volgens Verhagen doet de website van Bosscha een appel op kerken. „Zien kerken wie er in de loop van de jaren zijn verdwenen? In het bedrijfsleven krijgen vertrekkende mensen een ”exitgesprek.” Nu zeg ik niet dat kerken altijd zulke gesprekken moeten of kunnen voeren. De vraag is wel of kerken in de gaten hebben wat de gevolgen kunnen zijn voor iemand die vertrekt.