Kabinet moet rond PFAS lange termijn niet uit het oog verliezen
Voor de derde keer in een maand stond het Malieveld vol. Deze woensdag waren het de bouwvakkers, de hoveniers en de baggeraars. Niet alleen de stikstofregels waren de gebeten hond, ook de wetgeving rond de giftige chemische PFAS moest het ontgelden.
Omdat met PFAS vervuilde grond door de huidige regels niet mag worden verplaatst, liggen duizenden projecten stil. Dat de bouwers opkomen voor hun belang is terecht en begrijpelijk. Het is voor hen onverteerbaar dat de sector op slot zit en dat ze omzet mislopen. Materieel staat stil in de loods, opdrachten drogen op, ontslagen en faillissementen dreigen. Juist de bouwsector heeft de afgelopen jaren door de economische crisis veel voor de kiezen gehad. Tegelijk wordt van de bouwers veel verwacht om het woningtekort op te lossen en Nederland te verduurzamen.
Alle reden dus om te zorgen dat er snel een oplossing komt voor deze sectoren. Daarom is het goed dat staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat dinsdag in actie kwam. Ze heeft het RIVM gevraagd snel met een hogere norm te komen dan de huidige van 0,1 microgram PFAS per kilo grond. Voor 1 december wil de bewindsvrouw de nieuwe grens vaststellen.
Daarnaast kondigde minister Schouten van Landbouw, die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de stikstofmaatregelen, woensdag aan dat het kabinet met spoed een korter vergunningstraject voor kleine en middelgrote bouwprojecten wil instellen. Op die manier wil ze de woningbouw weer op gang krijgen.
Voor bouwbedrijven die toch in de problemen komen, werkt de regering aan een noodplan dat door middel van tijdelijke werktijdverkorting en overbruggingsfinanciering moet voorkomen dat er bouwbedrijven omvallen.
Bij al die nieuwe maatregelen en normen moet niet alleen het economisch belang, maar ook de volksgezondheid en het milieu meewegen. Het kan niet zo zijn dat het kabinet kortetermijnmaatregelen neemt, die later voor de rechter toch onhoudbaar blijken. Bij de invoering van de PAS-wetgeving in 2015, die een oplossing moest zijn voor de stikstofproblematiek, waren er verschillende steekhoudende tegengeluiden te horen die het kabinet destijds ter harte had moeten nemen maar in de wind sloeg. Hopelijk is daarvan geleerd.
Een pragmatische, halfbakken tussenoplossing is geen echte oplossing. Die leidt er misschien toe dat de boer voorlopig kan doorploegen en de metselaar snel weer de steiger op kan, maar loopt het risico onvoldoende rekening te houden met langetermijnfactoren als volksgezondheid en milieu. Maatregelen moeten niet alleen goed zijn voor de economie maar ook voor volksgezondheid en milieu. Daaraan moeten ook de huidige kabinetsvoorstellen getoetst worden. Juist de overheid is er voor om verder te kijken dan de dag van morgen en om oog te hebben voor het collectief belang.