Kleine gemene oogjes, een grote, brede bek met voelsprieten en een meterslang slijmerig lijf. Dat is het mysterieuze onderwatermonster dat aan een ongekende opmars bezig is in de Nederlandse wateren. De meerval is helemaal terug van weggeweest.
Hoewel... de reuzenvis is nooit helemaal verdwenen uit ons land, vertellen Pieter Beelen en Roland van Aalderen van Sportvisserij Nederland. Er bestaat –vermoedelijk al enkele duizenden jaren– een meervalpopulatie in de Westeinderplassen bij Aalsmeer en de Haarlemmermeer. Ook daar nemen de aantallen toe.
Beelen registreert vangstmeldingen van de meerval door sportvissers. Van Aalderen is projectleider advisering & onderzoek. Beiden waren opstellers van het rapport over de opkomst en verspreiding van de meerval in Nederland, enkele jaren geleden. Een nieuw onderzoek is eigenlijk nodig, bevestigen beide deskundigen.
Record
Vorige zomer werd het Nederlandse meervalrecord-met-hengel naar boven bijgesteld: 2,22 meter, met een gewicht van 82,5 kilo. Dit jaar werd dat al tweemaal aangescherpt: naar respectievelijk 2,27 en 2,36 meter.
Sportvisser Dirk Ditters haalde begin augustus het 2,27 meter grote gevaarte na een felle strijd van twintig minuten boven water in een visvijver bij Enschede.
Een week later verbrak het duo Dick Jansen en Mark Buijl dat record met bijna 10 centimeter in de Oude IJssel bij Gendringen; bijvangst tijdens het karpervissen. Dit tegenstribbelende monster kon pas na een halfuur in de armen gesloten worden.
Geen uitzondering
Vissen van ruim 2 meter zijn allang geen uitzondering meer, bevestigt Beelen, zelf fanatiek sportvisser. Naar eigen schatting heeft hij een twintigtal van deze roofzuchtige drijfjagers –ze zwemmen achter hun prooi aan– gevangen.
En dat is nog een kunst apart, want de meeste meervallen foerageren ’s nachts. Niet alleen is het een kunst om de kolos –een lengte van 3 meter en een gewicht van 137 kilo zijn zelfs mogelijk– aan de kant te krijgen, het blijft ook oppassen voor de grote bek van het beest vol kleine tandjes.
„Het is net schuurpapier. Meestal pak je de meerval vast in de bek. Daar heb je goede houvast. Maar als hij zijn kop heen en weer schudt, kun je er flinke schaafwonden aan overhouden. Bovendien heeft de vis een enorme bijtkracht. Als die bek dichtklapt met je vingers ertussen en het is ook nog eens donker, dan heb je het echt niet zo breed.”
Toch speelt de meerval enorm tot de verbeelding. Waar sportvissers tot voor enkele jaren naar het buitenland moesten om twee gespreide armen te vullen met een enkele roofvis, kan dat tegenwoordig prima in eigen land. De beide onderzoekers durven geen schatting te maken van de aantallen die inmiddels rivieren, meren en plassen bevolken, maar het moeten er duizenden zijn.
Om die reden is de meerval ook uit de Flora- en faunawet gehaald en ondergebracht in de Visserijwet. Dat betekent op dit moment dat er wel op gevist mag worden, maar gevangen exemplaren moeten terug het water in.
Waterkwaliteit
De toename van het aantal Europese meervallen (er zijn honderden soorten op de wereld) in ons land is te danken aan met name natuurontwikkeling, de verbeterde waterkwaliteit in de rivieren en de gestegen temperaturen.
Het project ”Ruimte voor de rivier” van Rijkswaterstaat heeft een gunstige invloed op de visstand. Meervallen houden van ruige oevers en donkere plekken, en die worden overal in de uiterwaarden langs de rivieren aangelegd.
De deskundigen van Sportvisserij Nederland omschrijven de monstervis als een alleseter. „Het zijn nieuwsgierige dieren die prooi achterna zwemmen. Ze zijn vooral bij lage luchtdruk actief. Als aas kun je zowel wormen, inktvis als een dood visje gebruiken. Je lokt ze daar naartoe met een zogenoemd kwakhoutje, waarmee je onder water een drukgolf veroorzaakt.”
Bij ieder mythisch monster horen even zo onheilspellende verhalen. Een levende eend wordt zo uit het water opgeslokt. Hondjes zouden tijdens het zwemmen plotseling zomaar verdwenen zijn en vooral kleine kinderen moeten oppassen.
Beelen en Van Aalderen kunnen er hartelijk om lachen. „Het kan best dat er weleens een eend of een duif langs de waterkant in de bek van een meerval verdwijnt, maar grote prooien krijgen ze echt niet weg. Kauwen kunnen ze niet, dus alles moet in één keer doorgeslikt worden. Een heel klein keffertje zou dus nog wel lukken, maar een volwassen teckel is al een te grote hap.”