Nagellak en boormachines bij Praxis
Voor de vrouwen onder ons: houdt je man niet van klussen, of heb je überhaupt geen man? Dan is het handig om zelf klusjes in huis te kunnen klaren. Een bezoekje aan de cursus "Boren en hangen (women only)" bij Praxis.
Zaterdagmiddag. Bij de Praxis in Nieuwegein zoeken mannen in klusoutfits passende bitjes en deurkrukken. In een hoek van de winkel staan twee houten tafels, met koffie en thee, stroopwafels en boormachines. Acht stoelen om de tafels heen.
Klussenier Kay Selderbeek staat klaar om zijn gasten te ontvangen. Hij gaat vandaag een groep dames met boortjes en pluggen om leren gaan.
Leek
Het is een gemengd gezelschap, de vrouwen die zich hebben opgegeven om deel te nemen aan deze workshop. Variërend van twintigers tot zestigers. Sommigen netjes gekleed, anderen stoer. Sommigen al met kluservaring, andere compleet leek op bouwgebied.
Selderbeek heeft dit duidelijk vaker bij de hand gehad. Hij is gewapend met een aantal dozen materiaal, en de reeks machines voor hem doet vermoeden dat hij alles tot in de puntjes uit zal gaan leggen. De vrouwen maken intussen kennis met elkaar. Jessica (26) vertelt dat ze nog bij haar ouders woont, maar op zoek is naar een eigen huisje. „Met hoe de huizenmarkt er nu uit ziet, zal dat waarschijnlijk een klushuis worden. Dan wil ik er ook zelf ik kunnen klussen, zonder dat ik alles aan mijn vader moet vragen”, zegt ze lachend.
Nellie (60) is sinds een tijd weduwe. Vroeger deed haar man al het doe-het-zelven. „Nu moet ik het allemaal aan de kinderen vragen. En natuurlijk, dat doen ze graag, maar ik wil ze niet voor elk schroefje moeten bellen. De kleine dingen kan ik wel zelf, maar ik wil niet bij elk wissewasje hulp in moeten roepen.”
Een steeds terugkerend refrein is het niet afhankelijk willen zijn van vaders, broers, of kinderen. Zeker als deze personen in kwestie ver weg wonen en zelf al genoeg aan hun hoofd hebben. Renate (39) krijgt altijd hulp van haar vader, maar ze wil het nu echt zelf kunnen. „Ik wil dat mijn vader gewoon op visite kan komen, zonder dat ik hem direct een to do-lijst onder zijn neus hoef te schuiven. Hij moet helemaal vanuit Friesland komen, dus ik kan hem ook niet voor elk klusje opbellen.” Ze heeft al wel van kleins af aan geholpen met dingen die in en om het huis moesten gebeuren. Maar het echte zelf doen kwam er niet van. „Mijn vader is niet zo van het uitleggen, dus kwam het vaak neer op het „ik zal het wel even voor je doen, hou jij de stofzuiger er maar bij”. Maar nu wil ik het gewoon echt zelf kunnen.”
Zowel Sandra (52) en Debora (57) zijn gescheiden. Sandra: „Ik weet helemaal niks van klussen en ben vreselijk onhandig. Altijd als er bij mij iets moet gebeuren, moet ik mensen inhuren. Maar bij hen heb ik het idee dat alles snel moet en dat niets mogelijk is. Bij deze cursus wil ik de basiskennis opdoen, zodat ik in elk geval met de aannemer in discussie kan gaan, en zodat ik ze kan vertellen wat er moet gebeuren en vooral hoe het moet gebeuren. Ik hoop alle workshops te gaan volgen.”
Klussenier
Selderbeek zelf is al jaren werkzaam als Klussenier. Dit houdt in dat hij voor allerlei projecten in te huren is. „Praxis huurt mij in om deze cursussen te geven, bijvoorbeeld, maar ik ben ook veel aan het werk bij projecten en particulieren.” Als Klussenier moet hij van alle markten thuis zijn. „Ik ben in te zetten voor alle bouwklussen die in en om huis moeten gebeuren. Daarom kan ik ook deze cursussen geven. Ik heb alle dingen waar we hier tegenaan lopen ook al eens in de praktijk meegemaakt.”
Het geven van de cursussen is een leuke afwisseling, zegt hij: „Het is weer eens wat anders dan de hele dag in het stof staan.” Na een korte introductie pakt hij het gereedschap erbij en start de uitleg. De boormachines –allemaal van het merk Worx, want dat wordt bij Praxis verkocht– gaan van hand tot hand. Toerentallen, accu’s, de functies en specificaties vliegen je om de oren. Opschrijfboekjes en telefoonnotities worden gevuld met alle details.
Het is een mooi contrast: de netjes gelakte nagels en bloemetjesbloesjes tegenover de forse klopboormachines en accuboormachines. Maar het duurt niet lang of de vrouwen hanteren termen als ”universeelboortje” en ”leidingzoeker” alsof ze er altijd al verstand van hebben gehad.
Ervaring
Selderbeek legt niet alleen de basis uit, hij geeft ook tips en trucjes mee vanuit zijn jarenlange ervaring. Een heel aantal keer klinkt het vanuit de groep: „Ah, dit moet ik aan mijn vader vertellen, want ik geloof niet dat hij dit al weet.” Dat is direct ook de meerwaarde van deze workshops. De meeste basisinformatie is wel gewoon op internet te vinden, maar de echte trucjes leer je pas in de praktijk.
Een van de eerste dingen waar de Klussenier de nadruk op legt is dat duwen op een boormachine niet nodig is. „Als het goed is kan een machine het prima zelf. Juist als je teveel druk gaat uitoefenen op een machine, kan hij zijn werk minder goed doen.”
Deze opmerking levert verbaasde blikken op, en Selderbeek doet uit de doeken waarom hij deze tip geeft. „In het binnenwerk van een boormachine zitten twee ringen. Als je op de machine duwt terwijl je aan het boren bent, drukken deze ringen tegen elkaar aan, waardoor ze minder makkelijk kunnen draaien, en waardoor de machine zelf dus minder druk kan geven.”
Er zijn veel verschillende boormachines op de markt, vertelt de workshopleider. Hij laat verschillende modellen zien en legt de verschillen uit. „Als je aan de slag moet in een huis wat na de jaren zeventig is gebouwd, heb je genoeg aan een wat minder sterke machine, met een maximum aantal toeren per minuut van 1500 of 1800. Een sterkere boormachine komt wel sneller door bijvoorbeeld tegels heen, maar echt nodig is het niet.” Dat is anders bij oudere huizen. „Bij huizen uit de jaren dertig heb je al snel een klopboormachine nodig. Maar als je een nieuwer huis hebt, kun je voor de zware klussen beter zo’n machine huren. Anders koop je een klopboormachine terwijl je hem hooguit drie keer nodig hebt.”
Schatje
Op de tafel ligt ook een kleine schroefmachine. „Wat een schatje”, is Jessica’s reactie als de Klussenier het apparaat aan de groep laat zien. Wat deze machine heeft wat de anderen niet hebben, is een ratelstand, legt Selderbeek uit. „De machine vangt de druk van het draaiende deel op, waardoor er een stuk minder druk op de pols van de gebruiker komt. Als je ergens langs een terrein komt waar gebouwd wordt, hoor je bijna alleen maar zulke machines.” Ze zijn erg handzaam en erg populair, dus.
Een andere detail waar geen van de vrouwen voor deze workshop weet van had, is het SDS-systeem wat sommige boormachines hebben. Bij de meer traditionele machines moet een boor in de machine vastgedraaid worden. Tegenwoordig hebben de meeste nieuwere machines een kliksysteem, wat SDS heet. SDS zorgt ervoor dat de boor stevig in de machine vergrendeld is, waardoor de boor niet kan gaan slippen, zoals dat heet.
Selderbeek legt stap voor stap uit waar je op moet letten als je ergens een gat moet gaan boren of iets op moet hangen. De eerste stap is het verzamelen van de dingen die je nodig hebt: een boormachine, pluggen en schroeven, een stofzuiger, eventueel een leidingzoeker, een waterpas, een potlood en een veiligheidsbril.
De tweede stap is het uitzoeken wat voor soort muur het is waarin je wilt gaan boren. Voor verschillende types muren zijn verschillende boren en materialen nodig. Voor in holle muren –zoals gips– zijn bijvoorbeeld pluggen nodig, terwijl dat in hout niet nodig is.
Een belangrijk detail om niet te vergeten is om te kijken waar je precies gaat boren. Om te kijken waar leidingen lopen, kun je een leidingzoeker gebruiken. Maar ook hiervoor heeft Selderbeek een tip: „In nieuwere huizen zijn leidingzoekers niet secuur genoeg, maar meestal leggen elektriciens alles heel logisch aan, in zo kort mogelijke lijnen. Een leiding loopt nooit kris kras over een muur of plafond. Je raakt hoogstwaarschijnlijk geen leidingen als je vanaf de stekkerdoos links en rechts tien centimeter vrijhoudt.” En zelfs als je toch per ongeluk een leiding raakt, is er niet veel aan de hand, stelt de workshopleider: „Elektriciteitsdraden wijken uit voor een draaiende boor, en mocht je ze echt kapot boren, dan gaat de zekering gewoon door.”
Daarna is het een kwestie van boren, de eventuele plug plaatsen, en daarna dat wat je aan de wand wilt bevestigen, aan de muur vastschroeven.
Na ruim anderhalf uur theorie is er nog even tijd voor praktijk. De dames kijken een beetje zoekend rond, grabbelen pluggen bij elkaar, zoeken de juiste machine. Lisanne (30) gaat een blok beton te lijf alsof ze het al heel wat keren heeft gedaan. Samen met haar vriend heeft ze een nieuwbouwhuis gekocht, „maar hij houdt niet van klussen. En ik wil niet alles laten doen, dus daarom zit ik hier.”
Selderbeek kijkt nauwlettend toe of alles wel goed gaat. Een boor die niet stevig genoeg vastzit in de machine, een boormachine die bij het boren uit zijn positie schiet, allemaal dingen die gevaarlijke situaties op kunnen leveren. Maar daarmee leren omgaan, daar is deze workshop voor.
Workshops bij Praxis
Bouwmarkt Praxis biedt al meer dan drie jaar workshops aan klanten. „We vinden het belangrijk om mensen op weg te helpen”, zegt Roel Verhaagen van Praxis Nieuwegein. Hij coördineert de workshops bij deze vestiging. „Wij hebben elke twee weken een set workshops. Via de website kunnen mensen zich aanmelden voor de thema’s laminaat leggen, kitten, boren & hangen, zagen & timmeren, schilderen en elecktriciteit. Daarnaast zijn er een aantal keer per jaar ook meer specifieke workshops, waarbij de deelnemers echt een meubel gaan maken.” Per cursus is er plek voor acht mensen, en er worden drie cursussen per dag gegeven. „Met de workshops bereiken we een enorm diverse doelgroep. Je ziet veel vrouwen bij ons aanschuiven, van alle leeftijden. Maar ook voor mannen zijn onze workshops handig: we helpen ze op weg voor alle klussen in en om het huis.”