Als Johnson er hard in gaat, vliegt hij er misschien nog harder weer uit
Nou, dit was dus de eerste echte week van Boris Johnson als premier. In de zomervakantie had hij zijn huis ingericht en een hondje gekocht, maar vanaf maandag ging hij vol aan de bak.
Aan de bak? Deze zomer zat Boris ín de bak. Hij was op werkbezoek in de gevangenis van Leeds. Fotografen schoten beelden van de premier met een koffiemok met de slagzin: Trots op verandering van levens (”Taking pride in changing lives”). Je kunt je maar zo voorstellen dat veel Britten wensten dat hij daar niet ”slechts op bezoek” was, zoals het bordspel Monopoly zo mooi zegt. Hij is en blijft een omstreden figuur.
Iedereen wist dat Johnson een heel andere premier zou zijn dan Theresa May. Die verwachting heeft volkomen waar gemaakt. Welbewust gaat hij er hard in. Johnson heeft altijd graag risico’s genomen. Wat dat betreft lijkt hij op zijn grote held, Winston Churchill. Die ging tijdens de bombardementen op Londen ook naar buiten.
Wie het parlement hard tegemoet treedt, krijgt ook harde tegenwerking. Niet dat May het makkelijk had, maar tegen Johnson lijkt het front sterker.
Verbazend is dat niet. De nieuwe premier noemt ieder parlementslid dat iets anders wil een verrader. Het volk heeft immers gesproken (vóór brexit) en dat moet worden gehoorzaamd (op de manier zoals Johnson wil). Maar dat vreselijke parlement werkt de wil van het volk tegen.
Op de stoep van Downing Street zei hij: „Ik wil geen verkiezingen en u wilt ook geen verkiezingen.” Zo wendt hij zich direct tot de burger. Premier May heeft dat ook één keer zo gedaan, vlak voor het einde. Maar Johnson maakte er maandagavond zijn visitekaartje van.
Deze woorden verraden een heel andere stijl, namelijk die van het populisme. Van populisten wordt vaak gezegd dat ze geen democraat zijn. Dat gaat mij te ver. Maar de populist beroept zich direct op het volk, dus zonder tussenkomst van een ”nepparlement”, zoals de Nederlandse politicus Geert Wilders eens zei.
Daarom houden populisten van referenda: die maken de volkswil kenbaar. De 52 procent van de Britten die in juni 2016 voor brexit stemden, kun je naar boven afronden en zeggen: het Britse volk wil een vertrek uit de EU. En iedereen die over de manier nog eens een nachtje wil slapen, is een verrader van de volkswil.
Johnsons pleidooi voor snelle verkiezingen past daar helemaal in. Hij is een meester in het voeren van campagne en heeft daarom goede kansen tegenover oppositieleider Jeremy Corbyn. In die campagne zal hij zichzelf presenteren als de redder van het volk tegenover het parlement. Retorisch is dat ontzettend sterk.
Nederland staat bekend om zijn poldermodel en het zoeken van consensus. Veel mensen klagen over de traagheid en de stroperigheid daarvan. Misschien klopt dat ook allemaal wel. Maar voor wie die klacht weleens uit, is het raadzaam eens te letten op het brexitdebat in Londen.
In het Lagerhuis staan twee blokken tegenover elkaar (regering en oppositie) die er volledig op zijn ingesteld om elkaar het leven zuur te maken. Samenwerking tussen partijen komt eigenlijk alleen in de oorlog van de grond. Stroperig is dat niet, maar traag wel.
Boris past hier helemaal. Hij is super-Brits. Hoelang hij het volhoudt, is natuurlijk de vraag. Mensen die er hard in gaan, gaan er soms nog harder weer uit.