Binnenland

Koning opent Oranjehotel

Vijf uur, half zes in de morgen; Gerrit Koele weet het nog precies: dat was het tijdstip waarop gevangenen werden afgevoerd om gefusilleerd te worden. Ze hieven het Wilhelmus aan. En in alle cellen werd er meegezongen, al gingen de Duitsers nog zo tekeer.

L. Vogelaar
4 September 2019 21:41Gewijzigd op 16 November 2020 16:52
beeld ANP, Bart Maat
beeld ANP, Bart Maat

Koele schiet vol als hij het vertelt. Zijn getuigenis klinkt in de cellen van Nationaal Monument Oranjehotel. Vrijdag opent koning Willem-Alexander een herinneringscentrum in de Scheveningse gevangenis.

Klein waren de cellen waarin vijf, zes, soms zeven mensen werden opgesloten, dagen, weken achtereen. Hoe voelde dat? Dat kunnen bezoekers zich –een beetje– proberen in te leven door in een cel te gaan zitten, met de deur dicht. Moederziel alleen, of samen met vreemden.

Niksdoen

In de introductiefilm schildert Helen Berman-Cohen het verblijf in de gevangenis dat ze als achtjarig Joods meisje doorstond: kou, honger, eenzaamheid, verveling, uitzichtloosheid.

„Je wordt gek van het niksdoen”, zegt een nu hoogbejaarde oud-gevangene, die haar hulp aan onderduikers met opsluiting bestraft zag. Intussen moesten de gedetineerden alert blijven, ook voor spionnen in de cel.

Angst heerste er ook. Wat zou het volgende verhoor aan wreedheden brengen? Helens moeder wilde er niet over praten als ze terugkeerde in de cel. Het was te erg.

Koolsoep

Hoog zijn de celmuren, onbereikbaar de raampjes bovenin waarop de regen woensdagmiddag neerkletterde. Het klinkt alsof het binnen regent. Maar die raampjes boden ook hoop, zegt iemand die er opgesloten zat. „We konden de condensstrepen van vliegtuigen zien en wisten: die gaan Duitsland bombarderen. Dat gaf ons moed.”

Bewakers konden door een gaatje in de deur naar binnen loeren. Wie het waagde overdag op het bed te gaan zitten, ging op water en brood. En dat was minder dan het toch al karige menu: een beetje koolsoep en ’s avonds vier surrogaatboterhammetjes.

Opknapbeurt

Oorspronkelijk waren er vijfhonderd cellen. Een groot deel van de barakken is lang geleden afgebroken. In het deel dat resteert moet de herinnering aan die verschrikkelijke tijd levendig worden gehouden, vindt Stichting Oranjehotel. Jarenlange inspanningen zijn beloond: de barak is opgeknapt, een expositie ingericht. Eén van de gangen is oranje geverfd. Twee andere tonen het oorspronkelijke metselwerk doordat de naoorlogse stuclaag is verwijderd.

Aan de muur hangen de vier houten kruizen die in 1946 bij de eerste 4 mei-herdenking werden neergezet op de Waalsdorpervlakte, waar ruim 250 gevangenen uit het Oranjehotel werden doodgeschoten. De kruizen werden in 1981 weggehaald. Ze lagen bij het Fries Verzetsmuseum in het depot, maar dat heeft ze geschonken aan de Scheveningse gevangenis.

Hier vertrokken degenen aan wie het levenslicht niet langer werd gegund. „Gedenk hun laatste gang door deze lage poort”, staat op een plaquette bij de deur waardoor ze naar de fusilladeplaats in de duinen werden gedreven.

”Doodencel 601” is nog intact. Symbool van verloren vrijheid, verloren toekomstverwachting. „God help mij”, schreef iemand op een celmuur.

Namenlijst

Ruim 25.000 Nederlanders moeten hier destijds opgesloten gezeten hebben. Niemand weet het precies, want de Duitsers vernietigden hun administratie. Tot de gevangenen die in de oude cellen aandacht krijgen, behoren ds. D. A. van den Bosch en pater Titus Brandsma. Voor beiden was het Oranjehotel een doorgangshuis naar de concentratiekampen. Beiden overleden daar in 1942.

De Leidse hoogleraar Cleveringa zat hier, Corrie ten Boom, schrijver Simon Vestdijk en verzetsmensen als Hazelhoff Roelfzema, Boellaard en Maduro. En zoveel anderen meer. Joden, Jehova’s getuigen, communisten, zwarthandelaren. Hun wachtte vrijlating, deportatie of de dood. Heel Nederland mag helpen hun namenlijst compleet te krijgen. Opdat niemand worde vergeten.

Het verhaal moet worden doorverteld. Dat gebeurt in een dik boek, ”Het Oranjehotel. Een Duitse gevangenis in Scheveningen” van Bas von Benda-Beckmann, dat deze week verschijnt. Het gebeurt ook in de historische cellenbarak. „Velen weten niets van wat hier gebeurde”, zegt stichtingsvoorzitter Mulock Houwer. „En soms worden we gebeld omdat mensen de naam Oranjehotel zien en vragen of ze een kamer kunnen huren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer