Conservatieven en natuurbeschermers staan voor dezelfde strijd
Voortdurend worden natuurbehoud en zij die bezorgd voor een ander beleid op dit vlak pleiten door conservatieve denkers weggezet als ridicuul en ”links” (ik verkies het concrete woord ”natuur” boven de abstracte term ”milieu” of ”klimaat”). Inzet voor natuurbehoud is echter ”rechtser” dan je zou verwachten.
Jaren geleden werkte ik voor ZOA Refugee Care in de prachtige Zuid-Angolese stad Lubango. Een ”safe harbour” voor mensen die gevlucht waren voor de verwoestende burgeroorlog die er in de jaren 70, 80 en 90 woedde. Lubango wordt omgeven door mooie, maar kale heuvels. Met daarachter mooie, maar kale heuvels en daarachter... ga zo maar door. Het schokte me. Savannes zijn mooi, maar ik rekende ook op wat meer landschappelijk schoon.
Mijn Angolese collega Custodio (landbouwkundige) vertelde mij destijds, uitkijkend over die heuvels, dat deze omgeving eens een zeer groen en divers landschap was, maar dat inmiddels nagenoeg alle bomen gekapt en alle dieren omgelegd waren. Voor houtvuur, landbouw en consumptie. „Dit komt”, vervolgde Custodio, „doordat onze rijkgeschakeerde, oude culturen vervangen zijn door een soort opportunistisch, postkoloniaal Coca Cola-kapitalisme: een slechte kopie van de westerse kapitalistische consumptiemaatschappij, die de rijken hier rijker maakt en de armen en ons landschap uitzichtloos achterlaat.”
Dit lot treft heel het Afrikaanse continent, ontdekte ik de jaren erna. Bijvoorbeeld toen ik twee jaar geleden in de Usambara Mountains in Tanzania werkte. Ik zag met eigen ogen hoe een gebied dat ooit geprezen werd om zijn schoonheid en biodiversiteit door roofbouw en blind opportunisme in slechts enkele jaren omgetoverd werd tot woestijn! „Opportunisme van arme boeren”, oordeelde mijn Tanzaniaanse gids tijdens een wandeling door het gebied destijds. „Je kunt het hun niet kwalijk nemen; ze missen de kennis en vaardigheden om op een duurzame wijze met dit gebied om te gaan.”
Afrika is op deze manier inmiddels voor een groot deel getransformeerd tot monotone savannes en doodse woestijnen, onderbroken door steeds dezelfde dorpjes, met dezelfde boerenbedrijfjes, dezelfde winkeltjes en dezelfde barretjes met dezelfde Coca Colaflesjes. Ten opzichte van het totaal is het reële aantal vierkante kilometers groen wildpark, ons beeld van Afrika, verwaarloosbaar. „En het ergste”, zo concludeerde ook mijn Angolese collega destijds: „we hebben dit zelf laten gebeuren. We zijn niet in staat geweest ons opportunisme in goede banen te leiden. De kennis, vaardigheden en moed die daarvoor nodig zijn, ontbreken.”
In de loop der jaren ging ik de waarheid van Custodio’s woorden over de deplorabele staat van de natuur, als gevolg van een soort zieke cultuur, steeds meer inzien. Ook bij ons. Kapitalisme is geen effectief middel meer om het welzijn voor allen te bevorderen (het aanvankelijke idee erachter), maar kapitaalverwerving is zelf het doel geworden. Groei om de groei dus. Met onze consumptiemaatschappijen als resultaat.
Ontembaar
Deze ogen op het eerste gezicht misschien nog steeds stabiel en aantrekkelijk, zeker door de bril van een Afrikaan die van tijd tot tijd bittere armoede kent en in een slechte kopie van ons maatschappijmodel moet leven. Maar door opportunistische, ongeremde groei, in combinatie met slecht beleid, is op deze manier in het Westen evengoed een zieke cultuur voortgebracht. Die van ontembare massaconsumptie. Alles moet hiervoor wijken, in het bijzonder de natuur, die geen stem heeft. Dit is het paradoxale gezicht van het Coca Cola-kapitalisme in het rijkere deel van de wereld, dat al decennialang voor zowel links als rechts onbetwist kern van het beleid is. Ook ons ontbreekt het blijkbaar aan kennis, vaardigheden en moed om hier kritisch naar te kijken.
Deze cultuur is inmiddels wereldwijd verbreid. Ons en de oeroude basis van ons bestaan, de goede schepping die ons ter onderhoud door God gegeven is, vreet ze op. En of dit nu heel snel gaat of wel meevalt, helemaal of gedeeltelijk door onze leefwijze komt, links of rechts genoemd wordt, is niet het punt. De vraag is of wij bereid zijn het gemak opzij te zetten en de pijn te accepteren om deze cultuur, ofwel ons handelen nu, weer meer aan te passen aan het ritme en het herstelvermogen van de schepping. Zoals dit vroeger veel meer het geval was. Of in meer conservatieve termen: zijn wij bereid onze moderne, haast nihilistische, verslavende vooruitgangscultuur los te laten voor een meer bestendig alternatief? We weten allen heel zeker dat dit laatste het beste is.
Strijd
Mensen die opkomen voor natuurbehoud en conservatieven hebben zo bezien dezelfde cultuurstrijd te strijden tegen de verwoestende vooruitgangscultuur, waar zowel politiek links als politiek rechts die cultuur maar niet los lijkt te willen laten. Deze cultuurstrijd heeft de ingrediënten die het conservatisme typeren hard nodig, juist omdat het conservatisme zich traditioneel focust op vorming: het ontwikkelen van de benodigde kennis en vaardigheden om een vraagstuk verstandig te lijf te gaan. Dus laten pragmatisme, prudentie, boerenverstand en de inzet van bewezen instituties als gezin, school, vereniging, kerk en staat ons vormen en terugbrengen naar een gezonde, duurzame cultuur van rentmeesterschap en respect voor wat groter is dan onszelf, al onze systemen en ‘ismen’ en alle spullen die ons omringen.
Laten we de moed tonen om elkaar in deze strijd op te zoeken en samen onze maatschappij weer op een hoger plan te brengen! Waar het nota bene in het kapitalisme ooit om te doen was.
De auteur is als organisatieadviseur en bestuurder actief in het onderwijs en ontwikkelings- en milieuorganisaties.