Vraag is of Turkije nog wel binnen de NAVO past
Natuurlijk worden wereldleiders nooit echte vrienden, maar ergens is het toch wel fijn als ze doen alsof. En daar slaagden de Russische president Poetin en de Turkse president Erdogan dinsdag heel goed in.
Samen waren ze op een luchtshow in Moskou waar de Russische Sukhoi Su-57-straaljagers hun kunsten lieten zien. Erdogan wil graag dat de Turkse luchtmacht in deze toestellen gaat vliegen. Dat is goed, zei Poetin, „Je kunt ze kopen.” En in ruil daarvoor trakteerde hij zijn „goede vriend” Erdogan op een ijsje.
Thuis in Turkije arriveerde op dat moment de tweede levering van Russische S-400-luchtverdedigingssystemen die de regering-Erdogan heeft aangeschaft. Volgens de Turkse president was de Amerikaanse defensie-industrie niet in staat te leveren wat zijn land nodig heeft, en was hij daarom wel gedwongen naar de buren te gaan.
Dit zou geen probleem zijn, als de wereld een vrije markt zou zijn waar je vrij kunt kopen bij de beste aanbieder. Maar dat is niet zo. Turkije is lid van de NAVO. Dat is een bondgenootschap dat zorgt voor gezamenlijke veiligheid. Het ligt dan voor de hand dat je samen zoekt naar zo goed mogelijke systemen.
Natuurlijk zijn ook Russische wapensystemen veilig en doeltreffend. Maar bij de 28 resterende NAVO-lidstaten bestaat de vrees dat het parallelle gebruik van Russische systemen kan leiden tot het lekken van inlichtingen naar de Russen. Zoals heel concreet: de radar van de (Russische) S-400-raketten vangt gegevens op van de (Amerikaanse) F-35-straaljager, en stuurt die door naar Moskou. Terwijl die F-35 juist bedoeld is om onzichtbaar te blijven op de radar.
Het is moeilijk te controleren of dat allemaal zo gaat, maar het moet niet worden uitgesloten. Rusland zou ook dom zijn om helemaal niet te proberen de F-35 te bespioneren als het er zo dichtbij is. Poetin mag dan ijsjes uitdelen, maar daarmee verliest hij niet zijn reputatie als leider van een grootmacht die heel actief is in spionage.
De buitenlandse politiek van Rusland is de afgelopen jaren vooral op één ding gericht: het zaaien van verdeeldheid. Moskou schaamt zich er niet voor te stoken in een goed huwelijk, en dus al helemaal niet binnen de NAVO. Erdogan kan dan wel doen alsof een straaljager gewoon een product is, vergelijkbaar met een stofzuiger, maar dat is het niet. Poetin zal deze relatie met een NAVO-lidstaat vast en zeker gebruiken in zijn buitenlandse politiek van ”verdeel en heers”.
Het is te begrijpen dat vooral de Amerikanen zenuwachtig worden als ze de vriendschap tussen Poetin en Erdogan zien. Dit gaat niet zozeer om dollars voor de eigen defensie-industrie, maar om veiligheid.
Voor de korte termijn is het daarom verstandig dat de Verenigde Staten voorlopig geen Turkse piloten meer trainen in de nieuwe F-35-straaljager. Maar voor de lange termijn ligt er een veel grotere vraag op tafel: past Turkije nog wel binnen de NAVO?