Kerkpad in heidens Saksenland
In het landschap tussen Yde en Vries is te zien hoe het christendom lang geleden voet aan de grond kreeg in Drenthe. Sporen van het heidense Saksenland zijn er ook nog.
Zo duister als het verleden soms was, zo idyllisch begint het kerkenpad bij Yde. Tussen oude fruitbomen en boerderijtjes („keuterijtjes”, noemt gids Lex Ernst ze, die zelf halverwege het pad woont) gaat de klinkerstraat over in een onverharde zandweg. Dwars over de hoog gelegen es liepen de boeren vroeger naar de kerk. De huidige Kerkweg tussen Yde en Vries heeft er zijn naam aan te danken. „Mooi is ’t hier hè”, roept een omwonende met een hark in zijn handen.
Toen de Engelse missionaris Willehad Drenthe rond het jaar 774 bekendmaakte met het Evangelie, brak hij heidense tempels af en bouwde er kerken voor in de plaats. Voortaan trok de boerenbevolking van heinde en verre naar de kerk in Vries, waar destijds de enige kerk in de wijde omgeving stond. De kerkenpaadjes die het landschap door de eeuwen heen doorgroeven, zijn nagenoeg allemaal verdwenen. Behalve de huidige Kerkweg.
Het is vooral het landschap waarover Ernst het ene na het andere interessante feit opdiept. Hij wijst op boerenwormkruid, duizendblad en melde in de berm. Hij doceert over de natuurlijke harmonie tussen de verschillende elementen in het vroegere esdorpenlandschap. Ooit was het dorp er om in te wonen, de es voor de vruchten zoals aardappels, gerst en rogge, het heideveld (en veen) voor de brandstof en het lager gelegen drassige beekdal voor veevoer. Bij de ruilverkaveling in de jaren zeventig –waarvoor Ernst medeverantwoordelijk was– is een flink deel van dit erfgoed gespaard gebleven.
Halverwege het kerkenpad, dat zo’n vijf kilometer lang is, kiest de gids een zijpaadje. Het voert naar het monument voor het meisje van Yde, van wie het geconserveerde lijkje in 1897 in het veen werd aangetroffen. Ze leefde rond het begin van de jaartelling. Halverwege de jaren negentig is er een gezichtsreconstructie gemaakt, waardoor nu duidelijk is hoe de rossige tiener eruitzag. Het veenlijk rust in het Drents Museum in Assen.
Een informatiebord vertelt dat het zestienjarige meisje „zeer waarschijnlijk” aan de goden is geofferd. Een fenomeen dat vaker voorkwam, zeker als er oorlog dreigde. In haar tijd dreigde een Romeinse inval, wat het waarschijnlijk maakt dat haar offer de goden gunstig moest stemmen. Heidens Saksenland heeft een luguber gezicht.
Terug naar het kerkenpad, dat in de loop van de tijd zelfs door Bommen Berend, bisschop van Münster, en later Napoleon is bereden omdat het deel uitmaakte van de Werdensche weg tussen het Duitse Essen en Groningen.
Het kerkenpad eindigt bij de oudste kerk van Drenthe, de Bonifatiuskerk in Vries. De sobere kolos dateert uit de elfde eeuw.
serie Op kerkenpad
Kerkenpaden werden vroeger vaak gebruikt om sneller bij de kerk te komen. De paden liepen dwars door weilanden en bossen en werden vaak gevormd door karrensporen. De laatste jaren worden veel kerkenpaden hersteld. In deze zomerserie lopen kerkredacteuren zes kerkenpaden. Deel 6.