Kerkpad Waarder heeft oude papieren
Het Kerkelaantje in Waarder, in het Groene Hart, ligt er al honderden jaren. Over een afstand van zo’n 500 meter gaan natuur en geschiedenis er hand in hand.
De hervormde kerk van het Zuid-Hollandse Waarder staat op een heuveltje. Het schip van het kerkgebouw dateert uit de eerste helft van de zestiende eeuw. De toren werd er later opgezet. „Er staat hier al vele eeuwen lang iets van een kerkgebouw”, weet A. J. Boele, kenner van de lokale kerkgeschiedenis. „De natuurlijke verhoging was een prima plaats voor de bouw van een kerk. De omgeving is een veenwildernis geweest.”
Na de ontginning van de grond in de elfde eeuw ontstond een boerderijlint tussen Woerden en Driebruggen. Het gedeelte richting Woerden heet het Oosteinde, dat richting Driebruggen het Westeinde.
Boele loopt links langs de kerk. Het witte grind houdt op zodra hij de kerk voorbij is; de rest van het Kerkelaantje is bedekt met donkergrijze gravel. Aan de linkerkant van het wandelpad staan huizen, rechts zwemmen jonge zwanen in de sloot, komt een kat met een muisje in zijn bek tussen het hoge gras tevoorschijn en kiest een haas in het weiland het hazenpad. „Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam zeggen dat hier bijzondere bloemen en planten voorkomen. De flora op het kerkpad is vrij uniek.”
Boele staat halverwege het pad even stil. Hij wijst voor zich uit. „Daar, bij het bruggetje, zie je het Westeinde liggen. Vlak daarbij begint het Oosteinde. De mensen die uit de richting van Woerden kwamen, moesten nog een heel eind richting het Westeinde lopen.” Boele draait naar rechts. „Naar de Groendijck, die je daar in de verte ziet. Die dijk loopt weer richting Waarder. Het kerkpad was dus voor de mensen van het Oosteinde en een deel van het Westeinde een kortere route.”
Het kerkpad van Waarder heeft oude papieren, aldus Boele. „Het moet hier al ruim negenhonderd jaar liggen. Toen hiernaast in 1365 een watering werd gegraven, werd ook de Kosterdijk aangelegd. Daarvóór moet het kerkpad er zijn geweest. Als de Kosterdijk er al was geweest, had men het kerkpad niet hoeven aan te leggen.”
Boele vindt het mooi dat het pad in de loop der eeuwen „in grote lijnen” hetzelfde is gebleven. „De gravel was er vroeger niet, er is nu meer bebouwing en er loopt meer vee, maar de omgeving is nog steeds kenmerkend voor het Groene Hart. Er waren in de jaren tachtig plannen om aan beide kanten van het kerkpad woningen te bouwen. Dan had een weg het pad moeten kruisen. Gelukkig is dat niet doorgegaan. Alleen het weiland ten oosten van het pad is bebouwd.”
De omgeving bevat nog meer historische sporen. Boele draait zich om richting de kerk. „Links voor de kerk zie je een bosje in een ronding. Daar stond waarschijnlijk een houten waterburcht, met grachten eromheen. Er zijn er die beweren dat dat een motte uit de tijd van de Noormannen was, maar die mensen hebben wat te veel fantasie.”
Op kerkenpad
Kerkenpaden werden vroeger vaak gebruikt om sneller bij de kerk te komen. De paden liepen dwars door weilanden en bossen en werden vaak gevormd door karrensporen. De laatste jaren worden veel kerkenpaden hersteld. In deze zomerserie lopen kerkredacteuren zes kerkenpaden. Deel 5.