Wetenschap & techniek
Groente uit Groenland steeds gewoner

Groenland wordt steeds groener. Letterlijk. De wereldwijde opwarming zou een kans kunnen zijn voor de landbouw in Zuid-Groenland. Maar door warmere, langere, droge zomers, afgewisseld met korte, koude, natte zomers en hevige stormen, mislukken oogsten steeds vaker.

Pieter Bliek
9 August 2019 16:39Gewijzigd op 16 November 2020 16:42
De meeste Groenlanders experimenteren met het kweken van groenten. Dat doen ze vooral op kleine schaal in hun eigen moestuintje of plantenkastje naast hun huis. Op de foto een veldje aardappelen en rabarber in het gehuchtje Igaliku in het zuiden van Groen
De meeste Groenlanders experimenteren met het kweken van groenten. Dat doen ze vooral op kleine schaal in hun eigen moestuintje of plantenkastje naast hun huis. Op de foto een veldje aardappelen en rabarber in het gehuchtje Igaliku in het zuiden van Groen

„Tien jaar geleden hadden we nog baat bij de klimaatverandering. Nu keren de weersomstandigheden zich juist tegen de boeren”, sombert boer en landbouwkundig adviseur Aqalooraq Frederiksen. „De verwachting is dat het klimaat nog meer zal veranderen. Dat het nog grilliger wordt.”

De landbouwkundig adviseur vermoedt dat lange, droge zomers met extreme droogte in de nabije toekomst nog vaker zullen voorkomen. „Vanaf 2007 zijn de meeste zomers in Zuid-Groenland erg droog, afgewisseld door een enkele natte en koele zomer. Het is of zeer zonnig, warm en droog, of het is bewolkt regenachtig en koel. Er lijkt geen middenweg mogelijk.”

Vikingkolonie

Het klimaat aan het Eriksfjord in Zuid-Groenland is de afgelopen eeuwen aan schommelingen onderhevig geweest. Toen de viking Erik de Rode hier in 982 voet aan wal zette, was dat midden in het middeleeuwse klimaatoptimum. Dat duurde van pakweg 950 tot 1350.

Door het tijdelijk warme klimaat zag het land er groener uit dan nu. Viking Erik gaf land de toepasselijke naam Groenland en stichtte er een kolonie. Hij wist toen niet dat 85 procent schuil ging onder een dikke ijskap.

Door het verrassend milde klimaat was er in de groene heuvels van de smalle ijsvrije kuststrook op bescheiden schaal akkerbouw mogelijk, waardoor de vikingskolonie lange tijd wist te overleven.

Het gerucht gaat dat de Noormannen verdwenen vanwege het plotseling veranderende klimaat met lange ijzige winters als gevolg. De kleine ijstijd, die tot 1850 zou duren, brak aan.

Pas in de vorige eeuw werd het langzaamaan weer warmer. Er konden vanaf ongeveer 1950 in de zomermaanden weer mondjesmaat groenten worden geteeld door de Inuitbevolking.

Ook Groenlandse schapenboeren moeten leren omgaan met het veranderende klimaat. Met name droogte is een probleem. Groenland telt in totaal 37 schapenboerderijen. Op een na liggen deze allemaal op de langgerekte schiereilanden in de fjorden van Zuid-Groenland.

Aan de uiteinden van deze schiereilanden aan de kust valt meer neerslag dan binnenin de fjorden, maar dat verschil is minimaal.

Neerslag

Landbouwkundig adviseur Aqalooraq Frederiksen: „De maanden juni en juli zijn voor onze schapenboeren de belangrijkste. Want dan groeit het gras. Aan de kust valt er in de zomer zo’n 60 à 80 millimeter neerslag per maand. Binnenin de fjorden valt bijna dezelfde hoeveelheid. Misschien 10 tot 20 millimeter minder, maar omdat de zomers steeds droger worden, telt hier elke druppel dubbel.”

Dat elke regendruppel telt, bevestigt Elna Jensen van Schaapsboerderij Sillisit in het Eriksfjord. Hier kwam viking Erik de Rode in 982 aan land. Hij stichtte er een Vikingskolonie, die zo’n 500 jaar later weer helemaal was verdwenen.

Bijvoeren

Samen met haar man Henry en drie kinderen houdt Elna Jensen zo’n 600 schapen. „Door de droogte verdort het gras in de velden. We moeten onze schapen dan noodgedwongen bijvoeren.” Mei en juni van dit jaar waren sowieso zonnig en droog. „We zijn daarom dankbaar met die paar buitjes van afgelopen week.”

Met het oog op de droge perioden had de Vereniging van Groenlandse Schapenboeren een Deense landbouwkundig adviseur laten overvliegen voor de jaarlijkse ontmoetingsdag in juni. Het thema van de dag was ”Klimaatverandering en beregening”. De Deen gaf les in het gebruik van waterpompen en irrigatiesystemen in het Arctische gebied.

Vruchtbare aarde

„Je kunt hier niet zomaar gaan beregenen”, zegt Frederiksen. „De laag vruchtbare aarde is hier heel dun. Wanneer je te veel beregent spoelt de bemesting weg.”
Niet alle boeren hebben evenveel water nodig. Hoeveel ze nodig hebben hangt af van de hoogte, de locatie en de kwaliteit van de weidegrond waar de schapen op grazen. „Dat kan per schapenboerderij nogal verschillen.” De familie Jensen heeft nog geen irrigatiesysteem, „maar we overwegen serieus om die binnen afzienbare tijd aan te schaffen.”

Proefboerderij Upernarviarsuk in Zuid-Groenland wordt sinds 2015 gerund door de eerste gediplomeerde Inuittuinman, Efa Poulsen. Hij volgde zijn agrarische opleiding in Noorwegen en kreeg een aanstelling op de proefboerderij. Sindsdien heeft het experimentele onderzoek een serieuze vlucht genomen: welke groenten gedijen het beste in het sub-Arctische klimaat.

„Ik houd logboeken bij en schrijf elk jaar een rapport voor de Groenlandse regering over de groenten die het beste groeien”, vertelt Poulsen. „Maar omdat het weer nogal grillig is, groeien de planten het ene jaar beter dan het andere.”
Groenten die het redelijk doen zijn sla en ijsbergsla. „Door de korte zomers worden de kroppen niet groot. Wel smaken ze lekker zoet.” Koolraap en rabarber zijn groenten die het er verbazingwekkend goed doen.

Ook aardappelen gedijen afhankelijk van het zomerweer in de zomer uitstekend. „In Zuid-Groenland is er slechts één agrarisch bedrijf dat zich voornamelijk bezighoudt met het verbouwen van aardappelen. Daarnaast zijn er een paar bedrijven in de hoofdstad Nuuk die experimenteren met de productie van groenten in kassen”, zegt een woordvoerder van het ministerie van Visserij, Jacht en Landbouw.

Aardbeien

In kassen experimenteert Poulsen met verschillende soorten aardbeien, tomaten en snijbloemen. Geregeld komen er boeren en particulieren naar Upernarviarskuk met vragen. Poulsen: „Ik geef dan advies over de gewassen die hier het beste groeien en hoe je deze moet telen.”

Door de opwarming is het groeiseizoen langer geworden. „Voorheen begon dat halverwege mei. Maar als het in het voorjaar mooi weer is, doe ik de plantjes en zaadjes al begin mei in de grond. Het duurt dan anderhalve maand voordat ze opkomen. Sla doet er soms twee maanden over.”

Het groeiseizoen duurt normaal gesproken tot half september. „Wanneer de zomer langer duurt, groeien de planten door tot eind september en soms tot zelfs begin oktober.” Over nachtvorst maakt Poulsen zich weinig zorgen. „In het zuiden van Groenland treedt de eerste nachtvorst pas half september op.”

Uitdaging

„Onze grootste uitdaging is het stimuleren van de landbouw in een veranderend klimaat. Daarvoor zijn wel boeren nodig. Helaas stoppen de meeste studenten die een opleiding tot schaapsboer of tuinder volgen in Upernarviarsuk voortijdig hun studie”, reageert Poulsen teleurgesteld.

De meeste schapenboeren en ook veel particulieren experimenteren met het kweken van groenten. Maar dat doen ze vooral op kleine schaal op een akkertje naast de weidegrond en in hun eigen moestuintje of kasje naast hun huis.
Een van de particulieren die thuis experimenteren is Karla Bisgaard uit het 1100 zielen tellende plaatsje Narsaq aan het Eriksfjord. In een tuinhuisje kweekt ze zonnebloemen. „Ik heb de zaadjes half februari gezaaid en binnen laten ontkiemen en opkomen. Sinds half mei staan de zonnebloemen in het tuinhuisje.” In de moestuin staan aardappelen. „Na een goede zomer kan het gezin er de hele winter van eten. Maar vorig jaar was de zomer koud en nat. De aardappelen waren toen piepklein.”

Vernietigd

„Dit is dus een van de voorbeelden dat klimaatverandering niet altijd in ons voordeel werkt’, zegt landbouwkundig adviseur Aqalooraq Frederiksen. „En drie jaar geleden vernietigde een zware storm tijdens de zomer de bladeren van de aardappelplanten. Die stopten toen met groeien. Dergelijke stormen zien we door het grilligere weer gedurende het groeiseizoen vaker. Dat is een risico voor de landbouw hier.”

Warmere zomers met zonnig en helder weer hebben ook een keerzijde. „Doordat de lucht in Zuid-Groenland erg droog is en het hier door de zuidelijke ligging ’s nachts in zomer enkele uren donker wordt, kan de temperatuur in korte tijd sterk dalen. Daar krijgen planten na een warme en zonnige dag een behoorlijke optater van. Dat is niet bevorderlijk voor de groei van de gewassen.”

Serieuze landbouw om de bevolking te voeden in een land waarvan de mensen verspreid in de fjorden in de duizenden kilometers langgerekte kuststrook wonen, is niet realistisch. Behalve het steeds grillig wordende weer door klimaatverandering is transport van eigen geteelde groenten via boten in de fjorden te omslachtig.

Monopolie

„Met name bladgroente zoals sla bederft snel. En het transporteren van de geringe hoeveelheden is niet rendabel voor de enige vervoerder Royal Arctic Line, die ook nog eens een monopoliepositie heeft”, verklaart Frederiksen. Voor de meeste ‘verse’ groente en fruit zijn de Groenlanders nog altijd aangewezen op import uit het buitenland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer