Een dag op pad met Rotterdamse CU-wethouder Grauss: „Ik werk deels onbetaald”
Zijn dagen zitten vol met werkbezoeken, vergaderingen en beleidsbesprekingen. De Rotterdamse wethouder armoedebestrijding Michiel Grauss (CU) heeft als belangrijk doel: de vicieuze cirkel van armoede in de stad doorbreken. „Bij uitstek een onderwerp om je christen-zijn in te laten doorklinken.”
Het is donderdagochtend, halfnegen. Michiel Grauss (48) loopt de grote trap van de monumentale hal in het Stadhuis van Rotterdam af. Hij heeft al even in zijn werkkamer zitten werken, om zich voor te bereiden op de afspraken van vandaag. Op het programma: veel werkbezoeken. Verder is er gemeenteraadsvergadering, maar daar hoeft hij vandaag niet bij te zijn. De telefoon houdt hij wel scherp in de gaten, voor het geval er tijdens de vergadering iets gebeurt waar hij dringend op moet reageren. „Meestal krijg ik dan eerst een appje met de mededeling dat het spannend begint te worden.”
Grauss is precies een jaar wethouder armoedebestrijding, schuldenaanpak en informele zorg in Rotterdam. Een bijzondere positie voor een politicus van de ChristenUnie. De CU-SGP bezet slechts 1 van de 45 raadszetels in de stad. Waarom dan toch een wethouderspost? „Bij de vorming van het college had de coalitie net geen meerderheid. De CU-SGP wilde wel meedoen, op voorwaarde dat we een eigen wethouder mochten leveren. Vandaar.”
Een jaar later is Grauss flink op stoom. Zo ligt er een nieuw beleidsplan armoedeaanpak op tafel, met de titel ”Uit de knoop”, en een aanpak voor schuldenbestrijding. „Rotterdam heeft een groot armoedeprobleem. Er zijn veel goede initiatieven, maar er wordt nog te veel langs elkaar heen gewerkt. Dat moet veranderen.”
Verslag van een dag op pad met de onvermoeibare wethouder.
8.45 UUR De zwarte BMW glijdt voor. Op een dag als vandaag, met veel bezoeken, maakt Grauss gebruik van een auto met chauffeur. Luxe voor een wethouder armoedebestrijding, maar nodig om overal op tijd te zijn. De chauffeur legt in plat Rotterdams uit dat de gemeente zes auto’s beschikbaar heeft voor de wethouders, en eentje voor de burgemeester. „Binnenkort komen die hybride auto’s”, zegt hij in de achteruitkijkspiegel tegen Grauss. „GroenLinks in het college hé, dan krijg je dat.”
9.00 UUR Precies op tijd voor de afspraak bij Inloop- en Bijbelhuis In de Gouwstraat. Als de vrachtwagen in de nauwe straat opzij wil dan. „Het is toch bar en boos”, foetert de chauffeur. „Welkom in Rotterdam”, merkt Grauss fijntjes op.
In de Gouwstraat is een inloopcentrum en evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten. Coördinator Jan de Jonge leidt de wethouder samen met veldwerker Erik-Jan Verbruggen door het centrum. „Elke week eet hier 60 tot 90 man”, wijst hij naar een eettafel, die midden tussen de rekken met Bijbels staat. „Na het diner vertellen we een Bijbelverhaal. Maximaal tien minuten, anders verliest iedereen de aandacht.”
De mannen hebben de wethouder uitgenodigd om te praten over een praktisch probleem waar ze tegenaan lopen. Er komen vaak mensen binnen die zulke complexe problemen hebben dat de vrijwilligers van de post hen niet verder kunnen helpen. „Ze hebben schulden, zijn verslaafd of zitten in de illegaliteit”, legt Verbruggen uit. „Ons doel is in de eerste plaats evangeliseren, maar we leveren ook maatschappelijke dienstverlening. Het probleem is alleen dat we mensen niet altijd kunnen helpen met onze beperkte middelen.”
Grauss vraagt of ze doorverwijzen naar andere instanties. Er vliegt een rijtje namen over tafel. „We sturen jullie straks een overzicht met alle maatschappelijke instanties in de buurt.” Verder tipt hij de mannen om met het kerkverband achter het centrum te overleggen. „Willen jullie meer zorg gaan verlenen of juist focussen op het evangelisatiewerk? In het eerste geval kan de gemeente eventueel een rol spelen”, zo belooft hij.
De woordvoerder, vandaag mee op pad, gebaart subtiel dat het tijd is om te vertrekken. „Ik kom binnenkort mee-eten op vrijdagavond”, zegt Grauss.
Later, in de auto: „Ik vind het belangrijk om organisaties met elkaar in contact te brengen. Er zijn veel instanties die goed werk doen in Rotterdam, maar ze weten elkaar nog te weinig te vinden.”
Dan, tegen de woordvoerder: „Noteer jij dat we het overzicht naar ze opsturen?”
Hij haalt een A4’tje uit zijn aktetas. Tijd om zich voor te bereiden op de volgende afspraak, waar hij een speech moet houden over de lancering van een app.
11.15 UUR In een zaal in het Rotterdamse gebied Delfshaven wordt de Buddy-app gepresenteerd, een app die mensen in de schulden moet helpen met budgetbeheer. Buddy laat alleen het geldbedrag zien dat je overhoudt als alle vaste lasten er al af zijn. „Handig voor mensen met schulden, die vaak slecht zijn in budgetteren”, zo vindt Jeansen Dajoen. Hij zat zelf jaren in de schulden en vertelt zijn verhaal. Dajoen is positief over de app, maar heeft nog een verbeterpuntje. „Op het moment dát je geld hebt, willen alle instanties waar je schuld hebt op hetzelfde moment geld zien. Dan kom je alsnog in de problemen. Daarvoor zou een oplossing moeten zijn.”
11.25 UUR Grauss loopt naar voren om zijn toespraak te houden. Hij legt uit dat er nog veel zaken beter moeten in Rotterdam als het gaat om armoedebestrijding. „We zijn bezig met de schuldenaanpak. Daar durf ik nu iets over te zeggen omdat Jeansen er net positief over was.” Er klinkt gelach in de zaal. Weer maakt de wethouder zijn boodschap duidelijk: er ligt een plan, de schuldenaanpak moet veranderen, de gemeente moet er eerder bij zijn om te voorkomen dat mensen in de vicieuze cirkel van armoede belanden.
12.10 UUR Op de achterbank van de auto staan de lunchpakketten klaar. Witte papieren zakken met broodjes gezond, yoghurt, fruit en een Snickers. Het drukke schema laat een lunchstop niet toe, dus Grauss eet in de auto. „Ik heb Jeansen gevraagd contact op te nemen met de afdeling schulddienstverlening van de gemeente”, zegt hij. „Hij heeft onze schuldenaanpak in de praktijk getest en had goede verbeterpunten. Die feedback kunnen we altijd gebruiken.”
Dan: „Zullen we bidden voor het eten?”
Terwijl hij op een broodje kauwt, begint de wethouder over zijn rol als christenpoliticus te praten. Hij noemt het bijzonder dat er nu voor het eerst in alle vier de grote steden ook in de coalitie politici zitten die het christelijke geluid laten horen. „Al is er niet altijd ruimte om te evangeliseren in de raad”, zegt hij. „Dat is in eerste instantie ook niet mijn taak. Maar juist in mijn positie als wethouder armoedebestrijding kan ik het christelijke geluid laten horen. De Bijbel staat vol met verhalen over hulp aan kwetsbaren. In Nederland is er vaak sprake van de mentaliteit: schulden zijn eigen schuld, dikke bult. Maar als christen weet je dat we allemaal schuldig zijn. Alleen door genade verkrijgen we het goede. In de raad hoor je mij dat niet roepen, maar ik kan die barmhartigheid wel uitdragen in mijn functie.”
Grauss werkt gemiddeld zo’n zes dagen per week, maar krijgt betaald voor twee werkdagen. Hij is er duidelijk over: „Financieel gezien is ons gezin er flink op achteruitgegaan.” Een baan naast het wethouderschap is lastig, want hij kan altijd weggeroepen worden voor een vergadering. In de praktijk werkt hij dus deels onbetaald. Maar dat geeft niet. „Ik ben dit werk niet gaan doen voor het geld, ik wil echt wat veranderen.”
13.00 UUR De auto stopt bij een basisschool in Lombardijen. In een lokaal van de school is een kinderkledingbank gevestigd, waar ouders die weinig te besteden hebben voor kleine bedragen kleding op de kop kunnen tikken. De drie vrijwilligers van de kinderkledingbank zijn in rep en roer. „Ons koffiezetapparaat ging vanochtend kapot. Gelukkig konden we een Senseo van de buren lenen. Anders hadden we u niet eens koffie kunnen aanbieden”, zegt een vrijwilliger tegen Grauss.
De drie dames runnen samen de kledingbank. Ze zijn alleenstaande moeder, zitten in de bijstand, hebben een Wajonguitkering of staan onder bewindvoering. Om iets goeds te doen voor de medemens, doen ze dit vrijwilligerswerk. „Ik wil nuttig zijn, thuis zit je ook maar te kniezen.”
De vrouwen zijn op zoek naar meer vrijwilligers, maar die zijn lastig te vinden. „Kennen jullie de organisatie Rotterdammers voor elkaar?” vraagt de wethouder. „Zij bemiddelen tussen vraag en aanbod voor vrijwilligers. Kan een goede oplossing voor jullie zijn.”
In een aparte ruimte staan de rekken met kleding netjes geordend. Een plank ligt vol met gymschoenen, 50 cent per paar. Op een tafel in de hoek staan plastic potjes met wasmiddel. Die geven de vrijwilligers gratis mee. Grauss maakt foto’s van het geheel. „Jullie hebben het goed voor elkaar.”
14.20 UUR Tijd voor de laatste afspraak van de dag. Bij een project van stichting Samen010: de Energiebank. Vrijwilligers helpen huishoudens om hun energierekening blijvend te verlagen. Aan de wethouder is niet te merken dat hij er al een paar intensieve afspraken op heeft zitten. Hij praat vol energie mee over cv-ketels en waterbesparende douchekoppen. Coach Rieks, die als vrijwilliger mensen helpt om hun energieverbruik in kaart te brengen, legt uit waar hij in de praktijk tegenaan loopt. „Mensen douchen soms twee keer per dag een halfuur. Of ze hebben hun koelkast tegen de radiator geplaatst. Logisch dat de kosten dan de pan uit rijzen. Laatst was ik bij iemand die 56 euro per maand kon besparen door beter op te letten.”
Grauss is onder de indruk. „Voor iemand met schulden zijn een paar tientjes per maand extra een flink bedrag.”
15.45 UUR Terug bij het stadhuis. Voor de wethouder zit de werkdag er nog niet op: hij heeft zo een afspraak met zijn assistent om zich voor te bereiden op de raadsvergadering van volgende week. Het woonplaatsbeginsel staat op de agenda; Grauss woont in Capelle aan den IJssel. „Slechts 1,5 kilometer van de grens van Rotterdam, maar er is een regel dat je als wethouder in de stad waar je bestuurt moet wonen.” Verhuizen is hij niet van plan. „Dat is financieel gezien geen optie. Bovendien vind ik het niet nodig, ik woon vlakbij.”
Tot hoe laat Grauss vandaag werkt, weet hij nog niet. Voor nu gaat hij overleggen en mails beantwoorden. „Hopelijk kan ik vanavond een beetje op tijd naar huis. Als er geen dringend appje meer binnenkomt.”
Curriculum vitae Michiel Grauss
Michiel Grauss (1970) is namens ChristenUnie-SGP wethouder in Rotterdam.
Grauss studeerde filosofie en bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Na zijn studies werkte hij onder andere als managementconsultant bij VB, Deloitte en Touche en als organisatieadviseur bij de provincie Noord-Brabant. Daarna ging hij aan de slag bij de gemeente Rotterdam. Voor zijn wethouderschap was hij afdelingshoofd directiestaf publieke gezondheid welzijn & zorg bij gemeente Rotterdam/GGD Rotterdam Rijnmond.
Daarnaast was hij raadslid in Capelle aan den IJssel van 2001 tot 2018. Hij kreeg voor zijn werk een koninklijke onderscheiding.
Michiel Grauss is getrouwd en heeft drie kinderen.
serie CU en SGP in de grote stad
Twee raadsleden en twee wethouders van de ChristenUnie en de SGP over hun politieke werk in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Deel 2.