Rijssenaar: Was dit een kerkenpad? Was ’t dan nog maar zo
Aan de groene, oostelijke kant van Rijssen ligt havezathe De Oosterhof. Een van de Rijssense kerkenpaden begon hier, bij het grote toegangshek van het kasteel.
Bij het hek staat Joop Voortman, mede-archivaris van de historische archieven van de hervormde gemeente Rijssen. Hij wijst in het rond en zegt: „Dáár ligt de Oosterhof-esch. En dáár begint het kerkenpad. In de zeventiende en achttiende eeuw begaven de bewoners van de havezathe, de adellijke familie Van Ittersum, zich op zondag met het personeel naar de Schildkerk. Daar hebben we dit kerkenpad aan te danken.”
Het zandpad loopt eerst langs de kasteelgracht. Na 100 meter wordt het pad smaller, loopt het onder beuken en eiken door, langs de Oosterhof-esch in de richting van de stad. Het zandpad komt uit op de verharde Oosterhofweg, vlakbij het appartementengebouw ”Park De Eschhorst”.
Voortman: „De Van Ittersums waren erg op de kerk betrokken. Tot de rechten van de havezathe behoorde het collatierecht. De bewoners hadden inspraak bij de benoeming van predikanten, kosters, schoolmeesters en voorzangers. Je komt de naam van de Van Ittersums veel tegen in oude kerkelijke notulen. In de Schildkerk herinneren een herenbank, een grafmonument en een grafsteen nog aan deze tijd.”
Rijssen heeft nog een kerkenpad. Het begint bij de voormalige pastorie van de hervormde gemeente. Het grote domineeshuis aan De Giezen werd rond 1950 afgestoten. In het huis bevindt zich nu jongerencentrum Pand 11.
Het pad dat van hier naar de Schildkerk loopt, heette in de volksmond de Wheemesteeg, zegt Voortman. „Wheem is een Fries woord voor ”pastorie” of ”kerkelijk bezit”. Een stukje van de Wheemesteeg was ook de route die de begrafenisstoet volgde naar de Schildkerk. De stoet passeerde onderweg het Doodstraatje (de huidige Julianastraat), of zoals ze in Rijssen zeiden, het „Doodstreutje.” Toen het in 1829 niet langer toegestaan was om in en rond de kerk te begraven, en Rijssen buiten de bebouwde kom een begraafplaats kreeg, verloor het Doodstreutje zijn functie.” Na de Afscheiding kwamen er meer kerkgebouwen in Rijssen en verloor de stadskerk zijn centrale functie. „Vanaf dat moment kozen kerkgangers hun eigen route naar hun eigen kerkgebouw en was het gedaan met het gemeenschappelijke kerkenpad.”
Aan het einde van de Wheemesteeg staat de Schildkerk. Het kerkenpad eindigt op het kerkplein, het voormalige kerkhof.
Halverwege de Wheemsteeg is een oudere man bezig onkruid uit zijn stoepje te krabben. Hij wil niet met zijn naam in de krant, maar misschien weet hij dat hij aan een middeleeuws kerkenpad woont? Hij schudt van nee. „Maar het was vroeger beter dan nu. Toen liep iedereen naar de kerk. Nu pakt iedereen de auto. Of ze gaan helemaal niet meer naar de kerk. Was dit een kerkenpad? Was ’t dan nog maar zo.”
serie Op kerkenpad
Kerkenpaden werden vroeger vaak gebruikt om sneller bij de kerk te komen. De paden liepen dwars door weilanden en bossen en werden vaak gevormd door karrensporen. De laatste jaren worden veel kerkenpaden hersteld. In deze zomerserie lopen kerkredacteuren zes kerkenpaden. Deel 1.