Ds. F. van Roest: Ouderen zijn het goud van de gemeente
Hij was in het verleden betrokken bij de jeugd, tegenwoordig houdt hij zich vooral bezig met pastorale zorg aan ouderen. „We moeten meer oog hebben voor pastoraat van de wieg tot het graf”, vindt ds. F. van Roest. Deze donderdag staat de hervormde emeritus predikant uit Zeist veertig jaar in het ambt.
Ds. Van Roest begon in 1979 in de hervormde gemeente in Uddel. Zondag preekt hij er weer, met dezelfde tekst als waarmee hij er veertig jaar geleden intrede deed, Handelingen 5:32: „En wij zijn Zijn getuigen van deze woorden; en ook de Heilige Geest, Welken God gegeven heeft dengenen, die Hem gehoorzaam zijn.”
Hij kan nog niet zeggen hoe de preek zondag precies wordt, maar het gaat in ieder geval over de Heilige Geest, een aangelegen onderwerp voor hem. „Er is veel secularisatie, ook onder kerkmensen, en dan is het niet genoeg om naar de kerk te gaan of alleen maar kennis in het hoofd te hebben. De innerlijke overtuiging door het werk van de Heilige Geest is nog even belangrijk als toen. Dat geeft zekerheid.”
Veel van zijn preken worden hierdoor gekenmerkt, zegt hij. De preek van afgelopen zondag in Zeist ging ook over de Heilige Geest. Hij had toen als tekst Efeze 4:30: „En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing.”
Ds. Van Roest begon die dienst met het noemen van het tv-programma ”Vreemdgaan met Filemon”. „Ik heb in de preek niet alleen het vreemdgaan in het huwelijk aan de orde gesteld, maar ook de leugen, boosheid, het je laten verleiden en spelen met de duivel. Bevrediging van de eigen verlangens beheerst ons steeds meer, terwijl een leven naar de geboden van God steeds minder aan de orde is.”
Manco
Mensen kunnen veranderen. Door het werk van de Heilige Geest kunnen ze ontdekt worden aan hun verkeerde houding. Maar men moet zich daarvoor wel openstellen, aldus ds. Van Roest. „Het grote manco van deze tijd is dat veel kerkgangers vluchtige toehoorders geworden zijn die niet eens een Bijbel meenemen naar de kerk. Vóór de kerkdienst hebben ze geen rust in hun hoofd en erna overdenken ze de woorden niet. Het is echter niet om het even hoe je in de kerk zit.”
De voormalige voorzitter van de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond vindt het belangrijk dat jongeren in de gemeente gezien en begeleid worden. „Dat moet vanaf de kleuterleeftijd gebeuren. Laat de oppas tijdens de kerkdienst de verhalen uit de Bijbel vertellen en verlies daarna de jeugd niet uit het oog.”
Kindernevendiensten vindt hij niet nodig. „Als je daaraan begint, bestaat de kans dat kinderen pas op hun twaalfde jaar of nog later een gewone kerkdienst meemaken en die dan te moeilijk vinden. Kinderen kunnen tijdens de gewone diensten best aanwezig zijn als de predikant maar afdaalt, zowel in zijn woordkeuze, in de inhoud van de preek als in de liturgie. Kinderen horen er volledig bij.”
Puberteit
Ook tijdens de puberteit is het van belang om de jongeren in het oog te houden, vindt de jubilerende predikant. Hij stelt dat jongeren met hun vragen altijd terecht moeten kunnen in de gemeente en pleit voor een volgsysteem. „Als we jongeren niet zien, hebben we hun ook niets te bieden en is de kans groot dat het fout gaat.”
Ouderen
Dat volgsysteem vindt ds. Van Roest belangrijk voor alle gemeenteleden. Naast de jeugdige leeftijd noemt hij als een van de cruciale levenstijdperken de periode van het oud zijn. Hij kwam de problemen van de ouderen in het bijzonder op het spoor toen hij na zijn emeritaat voor drie dagen per week aan de hervormde gemeente van Zeist verbonden werd als ouderenpredikant. „Ik ontdekte dat het gebied van het ouderenpastoraat een ondergeschoven kindje was”, zegt hij. „Ouderen kunnen zomaar van de kerk en van het geloof afraken zonder dat iemand het in de gaten heeft. Daarom is het nodig om hen te volgen en te kennen.”
De problemen waarmee ouderen te maken hebben, zijn heel anders dan die van de overige leeftijden, aldus ds. Van Roest. „Het gaat bijvoorbeeld over leven zonder werk, leven zonder partner, beperkingen van de gezondheid en vragen rondom het naderende levenseinde. De kans is groot dat oudere mensen die geen goede begeleiding krijgen steeds onzekerder worden –ook wat betreft de vragen over het geloof– of dat ze onverschillig worden. Het is werkelijk onthutsend. We mogen ouderen niet aan hun lot overlaten. Ouderen kunnen op hun beurt heel veel voor de christelijke gemeente betekenen. Ouderen zijn het goud van de gemeente.”
Cursus
Om hen te helpen, heeft hij een cursus ontwikkeld, de Omega-cursus, waarin allerlei vragen over ouder worden en geloof aan de orde komen. De cursus, die veertien lessen telt, is al twee winterseizoenen in Zeist gehouden. Het is de bedoeling dat er dit najaar een landelijke uitrol komt.
„Wat we nodig hebben, is pastoraat van de wieg tot het graf”, aldus ds. Van Roest. „De goede herder zocht het verloren schaap. Dat moeten wij ook doen. Als we het niet zoeken, vinden we het ook niet.”
Ds. F. van Roest
Frederik van Roest werd op 27 februari 1950 in Renkum geboren. Hij werkte enige tijd in het basis- en voortgezet onderwijs en studeerde theologie in Utrecht. In 1979 deed hij intrede in Uddel. Daarna volgden Groot-Ammers (1984), Rijssen (1988), Kampen (1992), Ermelo (1998) en Noordwijk (2006). In 2015 ging hij met emeritaat.
Ds. Van Roest woont in Zeist en werkt drie dagen als predikant voor senioren. Hij was van 2003-2010 voorzitter van de HGJB en van 2010-2015 lid van de synode van de PKN.
Het echtpaar Van Roest heeft zeven kinderen en twaalf kleinkinderen.