Cultuur & boeken

Onderwijsbestuurder Willem de Potter analyseert christelijke leiderschapsboeken

Wie de Bijbel als leiderschapsboek gebruikt, laat hem buikspreken. Onderwijsbestuurder Willem de Potter verdiepte zich in de stortvloed aan boeken die in de afgelopen jaren over leiderschap verscheen, juist ook in christelijke kring. En schreef ”Leiden bij de gratie Gods”.

27 June 2019 16:44Gewijzigd op 16 November 2020 16:23
Willem de Potter: „De echte leiders zijn de vaders en moeders met puberkinderen, de docenten voor de klas, de conciërges op school.” beeld Dirk Kreijkamp
Willem de Potter: „De echte leiders zijn de vaders en moeders met puberkinderen, de docenten voor de klas, de conciërges op school.” beeld Dirk Kreijkamp

De Potter (1961) is bestuursvoorzitter van het Hoornbeeck College en het Van Lodenstein College in Amersfoort. Vanuit zijn werkkamer heeft hij zicht op het gebouw van het Van Lodenstein College dat in 1986 in gebruik werd genomen. Op het plein slenteren een paar leerlingen die kennelijk een tussenuur hebben.

Het thema leiderschap en de Bijbel houdt De Potter bezig sinds hij 12 jaar geleden in het reformatorisch onderwijs terecht kwam. „Ik merkte dat mensen in reformatorische kring zich graag laten inspireren door christelijk leiderschap. Zelf had ik daar toen nog nooit van gehoord. Bestaat dat, dacht ik? Is er dan ook een christelijke timmerman? Ik ben toen veel over het onderwerp gaan lezen omdat ik nieuwsgierig was naar wat de Bijbel nu echt over leiderschap zegt. Het was niet mijn bedoeling een nieuw zelfhulpboek aan de bestaande toe te voegen; ik wilde kritisch analyseren wat er op dit terrein zoal is geschreven, met de Bijbel ernaast.”

Podium

Eén ding wil De Potter graag meteen duidelijk maken: leiders zijn niet per se mensen met klinkende namen en hoge posities. „In de gereformeerde gezindte wordt een leider gemakkelijk op een podium gezet. Daarom geeft dit interview me een dubbel gevoel: werk ik daar nu zelf ook niet aan mee? De echte leiders zijn de vaders en moeders met puberkinderen, de docenten voor de klas, de conciërges op school. Als ik een dag niet op school ben, dan gaat het prima hier, maar als de conciërges het laten afweten ontstaat er chaos.”

Waar komt de belangstelling voor christelijk leiderschap vandaan?

„Leiderschap is ingewikkeld, het heeft allerlei aspecten. Je kunt er geen vastomlijnde definitie van geven. Leiders zijn kwetsbaar, ze leven in een glazen huis. Hun doen en laten wordt onder een vergrootglas gelegd. De omstandigheden waarin ze functioneren zijn vaak ook totaal verschillend. Daarom zoeken leiders, misschien wel meer dan ooit, naar inspiratie en houvast om niet verstrikt te raken in de mallemolen van het leiderschapsleven. Ondanks de secularisatie neemt de religieuze behoefte van mensen niet af. Vandaar dat ook in de Bijbel wordt gezocht naar allerlei karakteristieken voor goed leiderschap. Vanuit Amerika is dat naar hier overgewaaid.”

Is daar iets mis mee?

„Het is uiteraard goed als mensen waarden en normen uit de Bijbel halen. De aandacht voor christelijk leiderschap vormt een heilzaam tegenwicht tegen individualisme, egoïsme en geldzucht. Maar het is mij opgevallen dat in de meeste boeken over christelijk leiderschap de verticale dimensie sterk onderbelicht blijft. Veel publicaties over christelijk leiderschap zijn gericht op prestatie. De Bijbel tekent ons echter als verloren zondaren die afhankelijk zijn van Gods genade en redding in Christus. Die boodschap is confronterend en moeilijk in overeenstemming te brengen met het streven om mensen op een positie te zetten. Christus moet wassen, en ik moet minder worden, zei Johannes de Doper. De Bijbel is er niet voor om betere leiders, of zelfs maar betere mensen te maken; hij is ons gegeven tot zaligheid. Maakbaarheid staat haaks op de Bijbelse boodschap. Als we de Bijbel alleen voor de moraal nodig hebben doen we de Bijbel ernstig tekort.”

U stelt dat het gebruiken van de Bijbel als leiderschapsboek zelfs een drempel voor iemands geloof kan zijn. Hoe bedoelt u dat?

„Dan laten we de Bijbel buikspreken. De kostelijke verticale goddelijke boodschap wordt dan een horizontaal, plat verhaal. De leider is in dat geval iemand met veel capaciteiten, iemand die veel kan of denkt te kunnen. En daarin schuilt een groot gevaar. De Bijbel leert ons niet hoe we betere mensen kunnen worden, maar dat er redding is voor verloren zondaren. In het geloof gaat het er om dat een Ander voor mij doet wat ik zelf niet kan. Voor ‘alleskunners’ is dat een onmogelijke weg. Geloven in de Bijbelse betekenis is een volkomen vertrouwen op God in alle omstandigheden, in voorspoed, maar ook in tegenspoed.”

Wat valt er te zeggen over leiders in de Bijbel?

„De Bijbel is niet zo positief over de mens, en dus ook niet over het leiderschap. Wat opvalt in de Bijbel is dat de zonden van mensen nadrukkelijk worden benoemd. Leiders worden niet groter gemaakt dan ze in werkelijkheid waren, maar evenwichtig getekend met al hun tekortkomingen. Ze zijn eerst en vooral mens, zondig en niet perfect. Veel leiders, zoals Abraham, Mozes, David en Hizkia, staan niet in de eerste plaats in de Bijbel omdat ze zulke geweldige leiders waren, maar omdat ze godvrezend waren. Van de goddeloze koning Omri weten we uit buitenbijbelse bronnen dat hij grootse prestaties heeft verricht. Er wordt wel gezegd dat hij misschien wel de bekwaamste koning van het tienstammenrijk is geweest. Hij stichtte onder meer de stad Samaria. In de Bijbel wordt aan die prestaties echter nauwelijks aandacht besteed, maar er staat wel van hem geschreven dat hij deed „wat kwaad was in de ogen des Heeren”, erger dan al zijn voorgangers. Als koning was hij succesvol, maar dat is niet wat voor God telt. Als het om prestaties gaat kunnen we beter naar Hebreeën 11 kijken. Daarin komen veel leiders langs, maar steeds wordt van hen gezegd dat ze door het geloof hebben gehandeld. Daar gaat het om.”

Het streven naar een leidinggevende positie lijkt de mens eigen. Hoe kijkt u daar tegen aan?

„Ambitie gaat al gauw gepaard met hoogmoed, de wens om steeds hoger op de carrièreladder te klimmen. Maar niet iedereen heeft de talenten om een leider te worden. Bovendien pakt dit streven lang niet altijd goed uit. Dan is er sprake van het zogenoemde Peterprincipe: iemand maakt net zo lang promotie tot hij op een positie terechtkomt waarop hij niet meer goed functioneert; hij dreigt zijn gezag kwijt te raken en daar wordt niemand beter van. Het valt natuurlijk niet mee om een stapje terug te doen, maar dat is grootser dan het hoogste te willen bereiken. Daarom is het goed om je af te vragen wat je nog toe kunt voegen op een hogere positie.”

Hoe belangrijk is gezag voor een leider?

„Gezag is niet iets wat verdiend moet worden, maar dat mensen op leidinggevende posities van God ontvangen. Gezagsverhoudingen zorgen voor duidelijkheid en structuur, veiligheid en bescherming. In een klas moet er orde zijn, omdat er anders niet kan worden geleerd. In een gezin moeten vader en moeder hun gezag laten gelden, anders wordt het een bende. Waar gezag ontbreekt, ontstaat chaos. Kijk maar naar de situatie in sommige Afrikaanse landen. Leiders kunnen hun gezag wel verkwanselen. Ze mogen zichzelf nooit vereenzelvigen met hun positie. Gezag wordt uitgeoefend ter wille van Gods gezag. In Efeze 5 staat dat we elkaar onderdanig moeten zijn in de vreze Gods. Dat kan alleen als we onze eigen belangen ondergeschikt maken aan het belang van degenen over wie we gezag uitoefenen.”

Het Hoornbeeck College mag zich al tien keer op rij het beste roc van Nederland noemen. Een ondeugende vraag: had u dit boek geschreven als dat niet het geval was geweest?

„Ik heb dit boek op persoonlijke titel geschreven, los van mijn functie als bestuurder. Met het schrijven ben ik een jaar of vijf bezig geweest. Het was echt een worsteling, want ik ben geen theoloog. Als ik vooraf had geweten hoe lastig het was, was ik er waarschijnlijk niet eens aan begonnen. Maar ik moet zeggen dat het schrijven me ook heeft verrijkt. Door me in deze materie te verdiepen, ontdekte ik hoe groot de rijkdom van de Bijbel is. Het schrijven is ook voor mijzelf een spiegel geweest.”

Blinde leidsman

„Dan denk ik aan die man die een belangrijke leidinggevende positie had in een reformatorische instelling. Zijn functioneren was matig. Hij liet zich daar nauwelijks op aanspreken. De collega’s klaagden over hem en tegen hem. Hij nam geen adviezen aan en wuifde kritiek weg omdat, volgens hem, leiders nu eenmaal altijd kritiek krijgen, dat is het lot van de leider. Hij zou deze last geduldig dragen. De kritiek die hij kreeg noemde hij ”verdrukking”. Bijbels gezien was dat volgens hem een grote zegen. Het is immers goed om verdrukt te zijn geweest en zo de voetstappen van Jezus te volgen. Een bizar voorbeeld hoe je de Bijbelse boodschap kan verdraaien om zelf maar buiten schot te blijven. Een blinde leidsman, die denkt dat hij helderziende is.”

Uit: ”Leiden bij de gratie Gods”, W. J. de Potter

Boekgegevens

Leiden bij de gratie Gods, W. J. de Potter; uitg. De Banier; 251 blz.; € 15,95

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer