Een vriendschap kan lange tijd onbedreigd zijn. Tot er iets komt dat latente spanningen tussen twee vrienden prikkelt en activeert. Zo’n prikkel is voor CU en SGP het rechtse populisme.
Bij de CU vonden ze het deze week jammer dat twee nieuwsfeiten op dezelfde dag naar buiten kwamen. Welke? Feit één: EP-lid Van Dalen (CU) verliet woensdag de zogeheten ECR-fractie vanwege toetreding van FVD. SGP’er Ruissen blijft vooralsnog. Een definitief uiteengaan van CU en SGP in Europa is dus verre van denkbeeldig.
Feit twee: de combi CU/SGP stapte deze week uit de onderhandelingen voor nieuwe Gedeputeerde Staten in Zuid-Holland. Steen des aanstoots, met name voor de CU: het optreden van FVD.
SGP-leider Van der Staaij vond de gemaakte stap „jammer.” Zijn partijgenoten stapten in Zuid-Holland weliswaar mét de CU uit de coalitiebesprekingen, maar geheel uitgesloten is het niet dat zij later, als informateur Wiegel een klemmend beroep op hen doet, toch weer zullen aanhaken. In dat geval zou ook in Zuid-Holland de scheiding tussen CU en SGP, die daar nu nog één fractie vormen, een feit zijn.
Nogmaals, in CU-kringen vond men het gelijktijdig naar buiten komen van dit nogal negatief getoonzette nieuws „ongelukkig”, want extra media-aandacht genererend. Bovendien verleidde het journalisten ertoe beide kwesties sterk met elkaar in verband te brengen en zou bij mensen zelfs de gedachte kunnen postvatten dat hier sprake was van één, vanuit de partijtop geregisseerd beleid. Quod non.
Toch..., toch valt natuurlijk niet te ontkennen dat in beide kwesties een patroon zichtbaar is. In beide zaken brengt de vraag hoe je met FVD moet omgaan verwijdering tussen twee aan elkaar verwante christelijke partijen. En in beide affaires wordt de kleinste partner min of meer gedwongen de lijn van de grootste te volgen.
Van patronen is sprake als dingen vaker en op dezelfde wijze gebeuren en ze iets voorspelbaars krijgen. Dat is hier het geval. Want wie herinnert zich niet hoe in de jaren 2010-2012 het feit dat de SGP gedoogsteun gaf aan het kabinet-Rutte I, een kabinet dat ook door de PVV geschraagd werd, spanningen gaf met de CU, die een grondige afkeer had van de PVV? Ook toen was dus sprake van een rechtspopulistische groepering die een wig dreef tussen christelijke zusterpartijen, waardoor verschillen die tussen die partijen altijd al bestonden, scherper in het daglicht kwamen.
Kun je ook te veel patronen zien? Dat kan. Wie redeneert: „Wat gek dat de CU wel met D66 regeert, maar bij voorbaat elke samenwerking met FVD uitsluit”, gaat te kort door de bocht. „Nee”, antwoorden CU’ers dan, „wij sluiten Forum niet bij voorbaat uit –anders waren we er in Zuid-Holland niet mee in gesprek gegaan– maar kijken per geval of geloofwaardige coalities mogelijk zijn.”
Tot slot. Verschillen tussen partijen mogen er zijn. Maar net als in elke relatie moet je verschillen op zeker moment wel kunnen parkeren. Alleen dan is langdurig samenleven en samenwerken mogelijk.
Het lastige van dít verschil is dat het niet in een hoekje valt weg te stoppen. Je houding tegenover FVD dwingt tot een keuze: wel of niet samen in één fractie verder.
Okay, echtscheiding dan maar? Ho, wacht! Als je dan uit elkaar moet, noem het dan ”scheiding van tafel en bed”. Dat is minder definitief en biedt uitzicht op herstel.